Armoede en diaconie
Toen God 3500 jaar geleden aan het volk Israël allerlei voorschriften gaf, was een daarvan dat er in het beloofde land geen bedelaars behoorden te zijn.
De joodse wetten kenden daarom allerlei bepalingen die armoede moesten voorkomen, variërend van de opwekking om mild te geven tot de regel dat de hoeken van de akkers niet geoogst mochten worden, zodat de armen daar wat konden verzamelen.Al die voorschriften hebben echter de armoede en de bedelarij niet uitgeroeid. In het Nederlandse straatbeeld komen niet veel bedelaars voor, maar van armoede is zeker wel sprake. Ook in kerkelijke kringen. Dat bleek afgelopen zaterdag, toen een onderzoek van de Christelijke Hogeschool Ede werd gepresenteerd dat aantoonde dat in de helft van de christelijke gereformeerde kerken armoede voorkomt.
Dat cijfer zegt nog niet zo veel. Het is best mogelijk dat in de andere helft van de gemeenten uit dit kerkverband ook armoede bestaat maar dat de diaconie daarvan niet op de hoogte is. Veel diaconieën geven zelf aan dat ze vermoeden dat de werkelijke armoede groter is dan hun bekend is. Voor een goed beeld is ook belangrijk te weten in hoeveel gemeenten hoeveel armoedegevallen zijn en of dat aantal toeneemt of niet.
In 2005 verscheen een soortgelijk rapport na een onderzoek binnen de Protestantse Kerk in Nederland. Daar bleek driekwart van de diaconieën armoede tegen te komen. Vergeleken met het voorgaande jaar was sprake van een duidelijke stijging van het aantal vragen om diaconale steun. Ook de Raad van Kerken heeft in 2005 bepleit dat stille armoede weer op de publieke agenda geplaatst zou worden. Volgens de Armoedemonitor zat in 2005 een op de negen gezinnen beneden de lage-inkomensgrens.
Bij al deze rapporten en onderzoeken is het verleidelijk om naar de verschillen tussen een volkskerk en een ’middenklasserskerk’ te speuren. Belangrijker is het echter om achter de cijfers de gezichten van de hulpvragers te zien. De onderzoekers noemen iemand arm die voor langere tijd te weinig middelen heeft voor het minimale levenspeil en daarmee uitgesloten is van wat in de maatschappij als normaal of vanzelfsprekend wordt beschouwd. Het gezin met de chronische zieke vader en vier kinderen op de middelbare school dat elk dubbeltje om moet draaien. De gescheiden moeder die het de hele dag druk heeft met overleven en geen verjaardagscadeau voor haar eigen dochter meer kan betalen.
Vooral langdurige armoede leidt vaak tot een uitzichtloze situatie en zelfs tot een sociaal isolement. Ook in gemeenten waar nauwelijks sprake is van armoede, hebben diakenen daarom de taak om tijdig schrijnende gevallen te signaleren. Een extraatje kan dan wonderen doen. Zeker bij oplopende schulden is het van belang vroeg in te grijpen. Daarbij gaat het niet zozeer om het geven van geld, maar om het verstandig saneren, bijvoorbeeld door een lening te verstrekken.
De drempel om om hulp te vragen is nog steeds onnodig hoog. Armen moeten zich niet schamen. Calvijn schrijft over de armen dat ze juist nuttig zijn om luie rijken wakker te schudden. Zodat er geen bedelaar zou hoeven te zijn.