Opkomen voor christenen Egypte noodzaak
Volgens Kees Hulsman en Sawsan Gabra (RD van woensdag) wordt vaak een overtrokken beeld geschetst van de situatie van christenen in Egypte. Nuancering is altijd goed, reageren Jos Strengholt en Gert-Jan Segers, maar bagatellisering is misplaatst.
Het is als met een brugpieper die door een paar jongens uit de vierde klas tot bloedens toe te grazen wordt genomen. Omstanders vertellen misschien wel dat het knulletje uit de brugklas iets terugzei terwijl hij beter had kunnen zwijgen. Maar voor de leraar die de brugpieper ontzet, is het volstrekt duidelijk dat de bewijslast bij de vierdeklassers ligt.Volgens Hulsman en Gabra zijn verhalen over christenvervolging in Egypte vaak simplistisch, niet altijd waarheidsgetrouw, provoceren ze moslims en dragen ze bij aan verdere polarisatie. Daarmee wijzen ze naar het kleine jongetje met een bloedende neus en zeggen ze dat hij de grote jongens ook niet boos had moeten maken.
Hoe staan de zaken ervoor? Allereerst is er rechtsongelijkheid in Egypte. Een christenvrouw mag bijvoorbeeld met een moslimman trouwen, omdat hun kinderen ”vanzelf” moslim worden. Een christenman mag niet met een moslimvrouw trouwen, omdat hun kinderen anders christen zouden worden.
Vervolgens is er een onrechtvaardige toepassing van de wet. Een christen die moslim wil worden, wordt geen strobreed in de weggelegd. Maar een moslim die christen wordt, kan zijn identiteitskaart niet veranderen en loopt zelfs kans om opgepakt en vastgezet te worden. Ook toestemming voor renovatie of bouw van een kerk is een moeizame procedure, terwijl ondertussen moskeeën als paddenstoelen uit de grond schieten. Waar de Koptische Kerk zich aan de wet houdt, doen veel overheidsdienaren dat niet. Dus waar ligt nu het probleem?
Hartverscheurend
Daarnaast heeft Egypte een onderdrukkende cultuur. Egyptische christenen vertellen ons de verhalen van beperkte carrièrekansen, discriminatie door leraren, openlijke minachting. Kopten die uit families stammen die lang voor de komst van de islam in Egypte woonden, voelen zich vreemdeling in hun eigen land. Ze krijgen van moslims te horen dat ze ”gasten” zijn te midden van de islam, dat ze maar beter hun mond kunnen houden en zich zo onzichtbaar mogelijk moeten maken. Het is verboden kritische opmerkingen over de islam te maken. Moslims die Christus hebben leren kennen, vertellen de soms hartverscheurende verhalen over verstoting en bedreiging door hun bloedeigen familie. Voor wie moeten we het nu opnemen?
Toen de dappere moslim Farag Foda het in de jaren ’80 en ’90 opnam voor de Koptische christenen, werd hij overladen met verhalen van Kopten. Eindelijk hadden ze een advocaat, maar niet voor lang. Hij werd vermoord door fundamentalisten en een geleerde van de beroemde Azharuniversiteit, Mohammed Al-Ghazali, verklaarde tijdens de daaropvolgende rechtszitting dat Farag Foda als afvallige zijn verdiende loon had gekregen. Wie zitten er in de hoek waar de klappen vallen?
Misschien is het waar dat religieuze spanningen afnemen als het economisch beter gaat met Egypte. Misschien zijn sommige verhalen over individuele christenen niet helemaal waarheidsgetrouw. Maar dat staat in geen enkele verhouding tot het dagelijkse onrecht dat Egyptische christenen ten deel valt. Als er voor ons iets te doen valt, is het wel opkomen voor onze Arabische broeders en zusters en druk uitoefenen op de Egyptische overheid om ieders godsdienstvrijheid te garanderen. Want als onze broeders en zusters lijden, lijden wij met ze mee.
Jos Strengholt woont en werkt in Egypte sinds 1988. Gert-Jan Segers woonde de afgelopen zeven jaar in Egypte, was uitgezonden door de GZB en studeert nu in Washington.
Zie ook:
Berichtgeving over Egypte eenzijdig