IJsvrij, anders staken wij
Salomo heeft opgemerkt dat er niets nieuws is onder de zon: wat geweest is, zal er zijn en wat gedaan is, zal gedaan worden. Dat geldt ook voor scholierenstakingen. Ruim veertig jaar geleden waren de winters nog koud en lag er in december al regelmatig ijs op de sloten. De basisschool heette nog gewoon lagere school en de pauze speelkwartier. Tijdens zo’n speelkwartier kon de onrust plotseling toeslaan. Er was geen aandacht meer voor het spel of de knikkers; aan alle gesprekken kwam abrupt een einde. Als uit het niets ontstond een lange rij leerlingen die stampvoetend over het plein liep. En krachtig klonk uit alle monden: „IJsvrij, ijsvrij, anders staken wij.”
Er is niets nieuws onder de zon. Aan het eind van het speelkwartier kwam het hoofd der school naar buiten. In de plotseling ingevallen stilte deelde hij mee dat het personeel besloten had het einde van de schooldag met een kwartier te vervroegen. We mochten al om halfvier van het ijs gaan genieten! Na het oorverdovende gejoel van de tevreden menigte, was de orde hersteld en werden de lessen hervat.Onderwijstijd
Maandagmorgen werd ik herinnerd aan dit jeugdsentiment. Het was verbijsterend nieuws dat de staatssecretaris van Onderwijs in een haastig op een zondagachternamiddag georganiseerd overleg had meegedeeld de zo verfoeide onderwijstijd voor het middelbaar onderwijs met veertig uur te verlagen. Wat alle overleg met gezagsdragers en specialisten niet opgeleverd had, kregen de scholieren met één dag staken voor elkaar. Voortaan zouden scholen niet meer 1040 uren onderwijstijd per jaar behoeven te verzorgen, maar slechts 1000.
Overigens, ingewijden weten dat het schier onmogelijk is om duizend klokuren onderwijstijd te verzorgen in een periode van veertig weken en daarnaast ook nog alle activiteiten plaats te laten vinden die nou eenmaal bij het schoolleven horen, zoals rapportenvergaderingen en dergelijke. En gesteld dat je als school die duizend uren in het rooster ingepland krijgt, dan nog is het volstrekt irreëel om te geloven dat die uren ook allemaal daadwerkelijk gegeven zullen worden: docenten zijn, net als andere mensen, ziek, laten zich bijscholen of gaan met zwangerschapsverlof. Daardoor vallen in de loop van een schooljaar flink wat lessen uit.
Het zal duidelijk zijn dat het met de huidige schaarste aan onderwijspersoneel onmogelijk is om voldoende vervangers voor de uitgevallen docenten te vinden. Op zijn best is er een onderwijsassistent beschikbaar die als oppasser fungeert, terwijl de leerlingen zelfstandig aan het werk zijn. Ik kan me voorstellen dat een leerling soms denkt dat hij thuis zijn tijd -zelfs aan schoolwerk- beter kan besteden.
Dijsselbloem
Het kan niet mooier samenvallen, schreef NRC Handelsblad. Scholierenprotesten in januari 2006 waren de aanleiding om de parlementaire commissie onderwijsvernieuwingen in te stellen. De scholieren protesteerden toen tegen te weinig lesuren.
Nu, terwijl de commissie net met haar onderzoek begonnen is, richt het protest zich juist tegen een teveel aan uren. Voorzitter Dijsselbloem zal er een hele kluif aan hebben om de kluwen van de besluitvorming te ontwarren en de tegenstellingen in het onderwijs bloot te leggen. Waar gaat het eigenlijk om in de nieuwe schoolstrijd? En: staan de scholierenprotesten er niet los van?
Jammer dat er zo veel energie verloren gaat in de discussie over de schijntegenstelling tussen het oude leren versus het nieuwe leren. Die had beter besteed kunnen worden aan onderwijsvernieuwing. Want vernieuwing is nodig. De samenleving is veranderd. Zij stelt andere eisen aan de burgers dan voorheen. De leerlingen zijn veranderd. Zij doen op veel meer plaatsen dan alleen op school kennis en vaardigheden op. Ook de school is veranderd. Door de wijze waarop docenten hun leerlingen benaderen, dragen ze zelf bij aan hun verzelfstandiging en mondigheid.
Kwali-tijd
Het onderwijs dient voortdurend te worden vernieuwd. Onze kinderen moeten dát onderwijs ontvangen dat bij hen past en hen in staat stelt om straks bij te dragen aan de samenleving. Dat we daarbij ook kennis van vroeger willen overdragen zal duidelijk zijn, maar de wijze van kennisoverdracht heeft alles te maken met de cultuur waarin we nu leven.
Parlementaire onderzoekscommissies hebben de neiging een schuldige aan te wijzen voor dingen die in het verleden zijn misgegaan. Dat zou met betrekking tot de onderwijsvernieuwingen van de afgelopen decennia ook zomaar kunnen.
Ik hoop dat Dijsselbloem in staat zal zijn de discussie op een ander niveau te tillen: hoe moet het verder met ons onderwijs? Hoe krijgen wij onze kinderen zo ver dat ze, met behoud van de basiskennis op het gebied van taal en rekenen, geschiedenis en cultuur, zich de vaardigheden eigen maken die in de huidige samenleving vereist zijn? Dat vraagt wijsheid van de commissie. En durf van de politiek. Niet scoren omdat het veld wat schreeuwt. Niet toegeven als scholieren protesteren. Maar een eerlijk oordeel vellen over effectiviteit en kwaliteit van het onderwijs. Dan gaat het niet meer om een urennorm. Maar dan gaat de discussie over de inhoud van het vak van docent: hoe draag je kennis over in de relatie leraar-leerling, hoe wek je verwondering voor wat is?
Als die discussie gevoerd gaat worden, telt alleen de kwaliteit van de les. Om met het Landelijk Aktie Komité Scholieren (LAKS) te spreken: dan gaat het niet om onderwijstijd, maar om kwali-tijd. Van alle scholierenacties neem ik van harte afstand, maar dát statement van het LAKS wil ik graag ondersteunen.
voetnoot (u17(Reageren aan scribent? welbeschouwd@refdag.nl.