Cultuur & boeken

Op zoek naar geestelijke voedsel

Titel: ”Het vrome volk in U verheugd. Uit het gezelschapsleven”
Auteur: B. Hooghwerff
Uitgeverij: Den Hertog, Houten, 2007
ISBN 978 90 331 2040 4
Pagina’s: 221
Prijs: € 20,50.

Ds. L. H. Oosten
28 November 2007 08:12Gewijzigd op 14 November 2020 05:19

”Het vrome volk in U verheugd” van de hand van de Klaaswaalse schrijver B. Hooghwerff heeft als ondertitel: ”Uit het gezelschapsleven”. Voor een groot deel is dat terecht, maar toch dekt dit niet geheel de inhoud. ”Het vrome volk in U verheugd” gaat over het bevindelijke geloofsleven van een aantal van Gods kinderen in de Hoeksche Waard uit de tijd rond 1900. Maar ook over het sociale en het kerkelijke leven op dit Zuid-Hollandse eiland is in dit boek het een en ander te vinden. In het ”Ten geleide” en in de ”Inleiding” neemt de schrijver zelfs zijn uitgangspunt in de moeilijke economische situatie in dit ”Overmase” gebied aan het eind van de 19e eeuw. Er was toen sprake van een grote werkloosheid, die voor velen in tijdelijk opzicht veel leed en ellende meebracht. Er was veel ziekte en een hoge kindersterfte. Door de uitwendige armoedige omstandigheden werden verscheidene families gedrongen elders werk te zoeken.

Ook de kerkelijke verwikkelingen in de dorpen Maasdam en Puttershoek vormden een extra reden om naar elders te trekken. Er was namelijk nogal verdeeldheid rond de vereniging van afgescheidenen en dolerenden in 1892 te Puttershoek. Sommigen gingen daarin mee, anderen togen naar elders en weer anderen bleven thuis preeklezen.

De familie Van Drongelen echter trok, gevolgd door anderen, vanuit Maasdam naar Lisse. Daar was volop werk in de arbeidsintensieve bollenteelt bij het bedrijf van de gebroeders Segers. Maar wat méér is, behalve werk en voedsel vonden zij in Lisse ook geestelijk voedsel onder de Schriftuurlijk-bevindelijke prediking in de afgescheiden kringen rondom de bekende ds. E. Fransen.

Geschrift
Het eerste hoofdstuk is geheel gewijd aan de familie van de gebroeders Segers te Lisse. Treffend wordt de bekering van Gerrit Segers en zijn vrouw Alida Bierman beschreven, alsmede de geestelijke invloed die er van hen uitging. Zo ook van Rengert Segers en zijn vrouw. Hun bedrijf werd zeer gezegend.

Hoofdstuk 2 beschrijft de tijdelijke en geestelijke ervaringen van de familie Kooijman-Reijerkerk, die in 1898 Hendrik van Drongelen volgde van Maasdam naar Lisse. In hoofdstuk 3 is onder andere het geschrift waarin Jannigje Por-van der Pol de weg beschrijft die de Heere met haar gehouden heeft geheel opgenomen. Zij was de schoonmoeder van de later zo bekende ds. Martinus Overduin.

Toch zijn verschillende families die banden hadden met het geestelijke gezelschapsleven in de Hoeksche Waard gebleven. Zo gaat het boek in zijn tien hoofdstukken verder met een beschrijving van het geestelijke leven in de families De Geus, Belder, Snaaijer, Wildeman, Monster en Van de Ree. Met hun aanverwanten (zoals De Graaf en Van der Wulp) zijn dit allemaal bekende namen in de omgeving van Maasdam, Puttershoek en ’s-Gravendeel. Er is wel eens schertsend gezegd: In Puttershoek moet je oppassen, daar wonen allemaal Monsters en Wildemannen.

Heerlijk is het te lezen hoe de Heere in menig zondaarshart, zowel van ouderen als van jongeren, Zijn genade uitwerkte; al blijft het wel de vraag of de desbetreffende personen zelf wel zo in dit boek beschreven hadden willen worden. Geestelijke bescheidenheid zal hen hiervan weerhouden hebben.

Het boek besluit met een tiende hoofdstuk over ds. A. Voogel, die van 1906 tot 1919 de gereformeerde kerk van Puttershoek diende. Te midden van veel zorgen op kerkelijk gebied aan het begin van de 20e eeuw mocht de bediening van deze godvruchtige prediker leiden tot een geestelijke bloeitijd voor zijn gemeente. Gods volk kreeg onder zijn prediking weer geestelijk voedsel. Uit de herdenkingspreek ter gelegenheid van zijn 25-jarig ambtsjubileum wordt in dit hoofdstuk het een en ander over zijn leven en bekering naar voren gebracht. Ten slotte volgt er nog een volledige preek van ds. Voogel, overgenomen uit het in 1909 uitgegeven boekje ”Zestal leerredenen door A. Voogel v.d.m. te Puttershoek”, een preek waarin duidelijk het ware leven klopt.

Schaduwkant
Na lezing van dit boeiende boek over het vrome volk en de beschrijving van hun geestelijke ervaringen zou ik een drietal opmerkingen willen maken.

Allereerst dat behalve de positieve kant van zulke geestelijke lectuur er de schaduwkant is van het gevaar dat bij voortdurende lezing de aandacht meer valt op het volk van God dan op de God van het volk. Het vrome gezelschapsleven kan zo licht opgaan in een bewegelijke gevoelsgodsdienst die meer leeft uit gestalten dan uit de Persoon van de Borg Christus. Niet dat de beoefening van het ware leven gevoelloos is, maar het moet tenslotte meer dan om het leven gaan om de Levensvorst. Wie Hem heeft, die heeft het leven. Terecht zei iemand: Je moet er niet te veel achter elkaar in lezen, om niet in de personen te eindigen.

In de tweede plaats zou ik na veertien jaren predikantschap in deze omgeving kunnen vragen: Waar is dit leven gebleven? Horen we nog van zulke geestelijke zaken? Is het leven ook in de desbetreffende kringen niet veelal verdord tot een dode rechtzinnigheid? En waar zou dat aan liggen? Vragen die nopen tot zelfonderzoek voor het aangezicht van de Hartenkenner.

Ten slotte valt het op dat de hier beschreven zaken zich louter in afgescheiden kringen afspelen. De Hervormde Kerk blijft in dit boek buiten het gezichtsveld, terwijl in de negentiende en zelfs begin twintigste eeuw de Hoeksche Waard toch ook verschillende degelijke hervormde predikanten heeft gehad. Te denken valt aan ds. J. J. Ruijs, die in dertig jaar tijd de gemeenten van Maasdam, Oud-Beijerland en Mijnsheerenland gediend heeft. Ds. J. H. T. Rappard trof hier rond 1900 gezelschappen van Gods volk aan. Strijen werd lange tijd gediend door ds. D. Bresser en in Sint Anthoniepolder stonden de bevindelijke predikanten Van Loenen en Van der Spek, al moesten deze toen al klagen over veel geestelijke lauwheid. Later stond in Puttershoek nog de strenge ds. D. Bax, door zijn vijanden wel de stinkende etterbuil genoemd. Zou de prediking van deze getrouwe wachters dan geheel vruchteloos geweest zijn? Of had de Heere toch ook nog de stillen in den lande, van wie de namen nimmer in een boek als dit zullen terechtkomen?

Goddeloos
Het valt niet te ontkennen dat de vromen vooral geestelijk voedsel vonden bij de afgescheidenen, de christelijke gereformeerden (aanvankelijk de gereformeerden) te Puttershoek en ook te ’s-Gravendeel. Maar het is bekend dat ds. Voogel niets moest hebben van „het goddeloze genootschap van 1816” (de Hervormde Kerk). Mogelijk is dat standpunt mede van invloed geweest op de kerkelijke houding van vele vromen.

Deze vragen doen intussen niets af aan al het goede dat hier beschreven is. Al met al hebben we hier een nuttig en lezenswaardig boek. We mogen dankbaar zijn voor de uitgave van zulke lectuur naast zo veel zonder wezenlijke inhoud dat ook in reformatorische kringen op de markt wordt gebracht.

We zien uit naar het aangekondigde volgende boek van Hooghwerff over het leven en de bekering van de hervormde ds. D. Bresser te Strijen.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer