Opinie

Dieren net geen mensen; ook zwijnen niet

Dieren zijn net mensen. Bezitters van huisdieren stellen dat soms met genoegen vast. Als het tegenzit is de hond jaloers, de kat netig en blijft de papegaai tegenspreken. Precies zoals dat gaat in de gewone mensenwereld. En toch: dieren zijn geen mensen. Er is een wezenlijk verschil.

W. B. Kranendonk
23 November 2007 09:27Gewijzigd op 14 November 2020 05:18

Wie dagelijks in het duister van de vroege morgen over de secundaire wegen van de Veluwe rijdt, doet er vooral goed aan de rechtervoet te beheersen. Het gevaar is zeer reëel dat onverwachts een eenzame keiler of een moederzwijn omringd door biggetjes pardoes de weg oversteekt. Omvat normaal gesproken de zwijnenpopulatie van het grootste bos- en heidegebied in ons land zo’n 800 stuks, thans is die opgelopen tot ongeveer 6000. Met andere woorden: de automobilist heeft ruim zevenmaal zo veel kans een ontmoeting te hebben met de varkens.Inmiddels hebben zich al verschillende ernstige ongevallen voorgedaan. Tot een hevige crash op de A50 tussen Apeldoorn en Zwolle toe. Er was wel sprake van veel blikschade maar gelukkig vielen er geen dodelijke slachtoffers. Zwijnen houden zich niet aan de regels van de wegenverkeerswetgeving, waarin langzaam verkeer en voetgangers wordt verboden zich op de autowegen te bevinden. En vanwege de toegenomen zwijnendichtheid op de Veluwe zoeken de dieren naar levensruimte. Waarom dus niet eens een keer de snelweg oversteken?

Alarmklok
Gemeenten hebben de laatste weken de alarmklok geluid. Niet zozeer omdat de varkens soms de tuintjes bij vakantieparken omwroeten. Dat is vervelend, maar nog met een hark te herstellen. Veel bezorgder zijn de gemeentebestuurders dat zich bijvoorbeeld op de drukke A28 van Amersfoort naar Zwolle een verkeersramp voltrekt omdat een of meer varkens in de avond de snelweg oversteken.

De voorgestelde oplossing, namelijk met drukjacht de zwijnenstand fors te reduceren, heeft inmiddels geleid tot veel discussie. Uiteindelijk besloot minister Verburg van Landbouw daarvoor eenmalig toestemming te geven. Tegenstanders wendden zich daarna tot de rechter, die gisteren de drukjacht verbood.

De zwijnen op de Veluwe beschikken over een machtige lobby, zowel binnen het parlement -de Partij voor de Dieren bijvoorbeeld- als daarbuiten. Deze komt op voor de rechten van de dieren. Die moeten rust, ruimte en vrijheid hebben. Het afschieten van zwijnen past daar niet bij.

Onmiskenbaar zijn er punten waarop de dierenvrienden het gelijk aan hun kant hebben. Protesten tegen dierenmishandeling, sommige dierproeven en sommige vormen van intensieve veehouderij snijden wel degelijk hout. Dieren zijn schepselen die met zorg en aandacht omringd moeten worden. Dat vraagt de Schepper ook van de rentmeesters van de schepping.

Toch deugt het vaatje niet waaruit de dierenlobby tapt. De redeneertrant die zij volgt, komt voort uit de gedachte dat mens en dier nagenoeg gelijkwaardige schepselen zijn. Over de verhouding mens en dier is in de loop der eeuwen veelvuldig nagedacht. Sommige oude en diverse primitieve culturen kenden dieren nagenoeg goddelijke kwaliteiten toe en behandelden ze daarom voorzichtig.

Zover gingen de christelijke denkers niet. Zij zagen een belangrijk onderscheid tussen mens en dier: het bezit van de rede, het verstand. In middeleeuwse geschriften wordt de mens wel een ”animal rationale” genoemd. Het woord ”animal”, dat is ”levend wezen”, gaf de overeenkomst tussen mens en dier aan. Het begrip ”rationale” verwees naar het onderscheid. Een mens kan verstandig handelen, een dier instinctmatig. De Romeinse geleerde Seneca maakte al gebruik van dit onderscheid en vroegchristelijke denkers namen dat soms over; ook de voornaamste middeleeuwse theoloog, Thomas van Aquino, dacht in die lijn. Hij zag de mens als een species (soort) van het genus (geslacht) der levende wezens, met dit verschil dat de mens een ziel heeft die op zichzelf kan bestaan en het dier niet.

Voorrang
In de discussie over de verhouding mens en dier wordt vaak gewezen op die ’meerwaarde’ van de mens. Het feit dat de mens een ziel bezit, zou hem vooral onderscheiden van het dier. Dat is beslist een markant punt. Maar het is niet het enige verschil. Hoe belangrijk en hoe onvervangbaar de ziel ook is, hij maakt slechts een deel van het onderscheid tussen mens en dier uit.

De Bijbel leert ons dat de mens naar ziel en lichaam is geschapen op een heel eigen wijze, namelijk na overleg tussen de drie Goddelijke personen en volgens een heel eigen concept: „naar Ons beeld en naar Onze gelijkenis.” Dat beeld van God mag niet gereduceerd worden tot een „levend wezen dat een ziel bezit.” Het is veel meer. Dat beeld van God komt tot uiting in het totale mens-zijn, fysiek, psychisch en intellectueel.

De mens is het kroonjuweel van Gods schepping, met een heel eigen plaats, eigen gaven en eigen verantwoordelijkheden. Geen dier kan daaraan tippen. Sterker, de mens is geroepen macht over de dieren uit te oefenen, hetgeen onder meer blijkt uit de naamgeving aan alle beesten door Adam. Plant en dier staan de mens ook in zeker opzicht ten dienste, ze zijn hem tot spijs gegeven. Er is dus een groot onderscheid tussen mens en dier. Beesten zijn geen mensen en wanneer de keus gemaakt moet worden tussen beiden, geeft de Bijbel aan waar de voorrang ligt.

De auteur is hoofdredacteur van het RD. Reageren aan scribent? goedbekeken@refdag.nl

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer