Werklozen verplicht aan de slag
1DEN HAAG - De Tweede Kamer debatteert donderdagavond over het ontslagrecht. Aanleiding daarvoor is het kabinetsbesluit om de versoepeling van het ontslagrecht voorlopig in de ijskast te zetten. Om toch meer mensen aan het werk te krijgen, worden werklozen verplicht om werk te accepteren, ook als dat onder hun niveau ligt.
De coalitiepartijen CDA, PvdA en ChristenUnie hebben tijdens de kabinetsformatie afgesproken om meer mensen aan het werk te helpen. Volgens het CDA is daarvoor versoepeling van het ontslagrecht nodig. Werkgevers beloofden in ruil voor versoepeling 200.000 langdurig werklozen aan een baan te helpen. ChristenUnie en vooral PvdA zijn tegen versoepeling. Het kabinet heeft daarom besloten daarvan voorlopig af te zien en een commissie in te stellen die bekijkt hoe langdurig werklozen dan wel aan het werk kunnen worden geholpen.Het ministerie van Sociale Zaken werkt in afwachting daarvan aan een plan om werklozen die langer dan een jaar een ww-uitkering ontvangen, te verplichten om werk te accepteren. Ze moeten de aangeboden baan ook aanvaarden als die onder hun niveau ligt. Eenmaal aan de slag, kunnen werklozen weer wennen aan het arbeidsritme en wordt het voor werkgevers aantrekkelijker om hen aan te nemen. In totaal gaan het om ongeveer 29.000 mensen. Tot nu toe hoeven ww’ers alleen een baan te accepteren die aansluit bij hun opleidingsniveau.
VVD-leider Rutte meent uit de gang van zaken rond het ontslagrecht te kunnen afleiden dat het kabinet geen lang leven is beschoren. „Er is louter wantrouwen en geen visie”, aldus Rutte donderdagmorgen in de Volkskrant. „Dit is typisch een coalitie die straks valt over een molshoop.” Fractievoorzitter Slob van regeringspartij ChristenUnie bestrijdt dat: „De coalitie moet het kunnen hebben als het even wat stroever gaat. Daar schrik ik niet van. Het laat juist zien dat we tegen een stootje kunnen.”
CDJA-voorzitter H. van der Molen denkt dat een kabinetscrisis is voorkomen, maar vreest dat die zich wel zal voordoen als de ingestelde commissie in juni volgend jaar met zijn plannen komt. Hij laakt het kabinetsbesluit om de beslissing over versoepeling van het ontslagrecht voor zich uit te schuiven. „Deze uitstelpolitiek is typerend voor dit kabinet”, aldus Van der Molen. Hij vreest dat van uitstel afstel komt.
Dat zal inderdaad gebeuren, denkt voorzitter M. Emmelkamp van de Jonge Socialisten. Hij is er blij mee dat de PvdA zich heeft gehouden aan de afspraak dat er niet wordt getornd aan het ontslagrecht.
Nationale ombudsman A. Brenninkmeijer hekelt in een woensdag verschenen rapport de ontslagprocedure via het Centrum voor Werk en Inkomen (CWI). De procedure verloopt volgens hem niet eerlijk, omdat die meer is gericht op de belangen van de werkgever dan op die van de werknemer. Zo krijgt de werkgever meer en actuelere informatie. Ook wordt aan hem zo nodig extra informatie gevraagd. Dat gebeurt niet bij de werknemer. De ombudsman vindt dat dit wel moet en adviseert zo nodig beide partijen mondeling te horen. Nu gaat de hele procedure schriftelijk.
Het CWI vindt de aanbevelingen van de ombudsman „vrij marginaal”, aldus CWI-voorzitter R. de Groot. Sinds 2002 heeft het CWI 390.000 ontslagaanvragen afgehandeld. Daarover zijn bij de ombudsman zestig klachten binnen gekomen, waarvan de helft gegrond bleek. Vakcentrale FNV vindt dat er op papier niets mis is met de procedure. „De ombudsman gebruikt grote woorden op basis van dertig incidenten.”
Als een werkgever personeel wil ontslaan, heeft hij een ontslagvergunning nodig. Hij kan dan naar de kantonrechter stappen of naar het CWI. Minister Donner van Sociale Zaken wilde in zijn oorspronkelijke plannen met het ontslagrecht de gang naar het CWI beperken tot de ontslagen om bedrijfseconomische redenen.