Buitenland

Chaos en stagnatie in Japanse politiek

Het lijkt erop dat de Japanse politiek de weg hopeloos kwijt is. Sinds de historische overwinning van de oppositie bij de verkiezingen in juli is er alleen maar politieke chaos en stagnatie. Sinds september heeft de economische supermacht slechts een enkele wet aangenomen.

Kjeld Duits
21 November 2007 11:35Gewijzigd op 14 November 2020 05:18

Alles overziend waren de problemen eerder dit jaar al zichtbaar. Het was een teken aan de wand toen de toenmalige premier Shinzo Abe in juli zei niet op te stappen na het enorme verlies dat zijn partij bij de Eerste Kamerverkiezingen leed.Het verlies van zijn Liberaal Democratische Partij (LDP) was niettemin van historische proporties. De Democratische Partij Japan (DPJ) had een overweldigende meerderheid gewonnen in de Eerste Kamer. De partij zei onmiddellijk dat zij de regering ten val wilde brengen en enkel wetten zou aannemen die „goed waren voor het volk.” Met een meerderheid van de LDP in de Tweede Kamer voorspelde dat een tergende conflictsituatie.

„In andere landen”, zegt Marutei Tsurunen, een DPJ-lid van de Eerste Kamer, „is het niet ongewoon als de twee Kamers in handen van verschillende partijen zijn. In Japan is dat uitzonderlijk. Het was een radicale verandering in de Japanse politieke situatie.”

De onervaren premier Abe kon deze nieuwe situatie vrijwel zeker niet het hoofd bieden. Toch gaf de LDP hem de leiding. Dat bleek al snel een grote fout te zijn. In september trad Abe plotseling af en ging overspannen het ziekenhuis in. Het was hem allemaal te veel geworden.

Partijgenoot Yasuo Fukuda nam bijna onmiddellijk het roer over. Echter zonder veel resultaat. Het lukte hem zelfs niet een wet te hervormen die Japan moest toestaan brandstof te leveren aan de Amerikaanse marine op zijn route naar Afghanistan.

Ondanks de enorme druk van de VS stemde de Japanse Eerste Kamer tegen de wet. Het was een totaal nieuwe ervaring voor de LDP, die al meer dan een halve eeuw gewend is om de touwtjes volledig in handen te hebben.

Media
Op 2 november brachten de Japanse media een nieuwe verrassing. Premier Fukuda bleek oppositieleider Ichiro Ozawa benaderd te hebben voor een coalitie tussen de twee regeringspartijen en de DPJ. Dat zou in praktische termen het einde hebben betekend van de Japanse oppositie.

„Er bestaat nu een kans”, zegt de Japanse politiek analist Minoru Morita, „dat de LDP en coalitiepartner Komeito de volgende algemene verkiezingen gaan verliezen. Fukuda probeerde daarom de DPJ op te slokken. Voor de Tweede Wereldoorlog was er geen oppositie. Fukuda probeert dezelfde situatie te scheppen. Politiek zonder vijanden.”

Ozawa bleek geïnteresseerd, maar de andere DPJ topmannen waren ertegen gekant. Ozawa kondigde daarop aan op te stappen. Na enige dagen van aandringen besloot hij uiteindelijk dat niet te doen.

„Iedereen vroeg zich af waarom Ozawa zo zwak was,” zegt Morita. Het is een raadsel waarom hij interesse toonde in de coalitie. Hij heeft een lange politieke carrière en er zijn veel vragen over hoe hij in het verleden zijn financiën heeft geregeld. Er gaan geruchten dat dit gebruikt is om hem onder druk te zetten.”

Hoewel DPJ-leiders het niet met Ozawa eens waren, konden ze hem ook niet laten opstappen. „Ozawa is één van de meest ervaren politici in Japan”, zegt Takehiko Yamamoto, hoogleraar aan de faculteit van politieke wetenschappen en economie aan de Waseda Universiteit in Tokio. „Zijn sterke woorden en energieke manier van campagne voeren maken hem heel geliefd bij de middenklasse en de ouderen.”

Meer verwarring was op komst. Vorige week werd bekend dat het gesprek tussen Fukuda en Ozawa het plan was geweest van Tsuneo Watanabe, de topman van de Yomiuri Shimbun, de grootste krant ter wereld. Plotseling bleek een schaduwfiguur de touwtjes van de Japanse politiek in handen te hebben. „Watanabe heeft veel meer macht dan hij zou moeten hebben”, zegt Morita. „Dit gaat echt te ver. Het is een buitengewoon negatieve ontwikkeling.”

Verlangen
Morita schrijft de huidige chaos toe aan het gebrek aan onafhankelijkheid onder Japanse politici. „Japanse politici”, zegt Morita, „hebben geen macht. Ze hebben sinds de jaren zeventig hun vermogen verloren om gebeurtenissen te beïnvloeden. Sinds premier Nakasone in de jaren tachtig de VS ging volgen, doen Japanse politici precies wat de Amerikanen van hen verlangen. Koizumi volgde deze gedragslijn het sterkst.”

Zowel Morita als Yamamoto verwacht geen verandering in de huidige chaos en impasse. „Het tijdperk van stilzwijgen en onderhandelen is voorbij”, zegt Morita. „De overheid zal niet langer wetten kunnen doorvoeren waarmee de oppositie het niet eens is.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer