Cultuur & boeken

Voskuils ”Bureau” in microformaat

Titel: ”Onder andere”
Auteur: J. J. Voskuil
Uitgeverij: Van Oorschot, Amsterdam, 2007
ISBN 978 90 2824 107 7
Pagina’s: 429
Prijs: € 27,50.

Dita Brakel
21 November 2007 08:09Gewijzigd op 14 November 2020 05:18

Hoe breng je de Jordaan in het Amsterdam van net na de oorlog weer tot leven? Stel de vraag aan J. J. Voskuil en hij tekent een fascinerend portret van een verdwenen cultuur met personages die even intrigerend als beklagenswaardig zijn. Dat Voskuil een scherp observator is, heeft hij midden jaren negentig met ”Het bureau” ruimschoots bewezen. Deze romancyclus dankt zijn populariteit vooral aan de meesterlijke wijze waarop Voskuil personages zoals meneer Beerta en Bart Asjes -collega’s op een wetenschappelijk instituut- neerzet. De schets van de Jordanezen, opgenomen in de bundel ”Onder andere. Portretten en herinneringen”, zal fans van Voskuil daarom bevallen. De 58 pagina’s vormen als het ware een ”Bureau” in microformaat. Kolensjouwers, voddenmannen, schoorsteenvegers en morsige huisvrouwen - in de tien jaar dat hij als Jordaner aan de Lijnbaansgracht woonde, hield Voskuil zijn ogen en oren open en de pen in de aanslag. Trefzeker weet hij zijn buren te typeren: listig of naïef, gereserveerd of recht voor zijn raap.

Schermutselingen
De verhalenbundel biedt meer moois, zoals de reizen naar het noorden van het land die Voskuil als volkskundige maakte. Doel van zo’n veldtocht is informatie los te peuteren over het wat en hoe van het boerenbedrijf in vroeger tijden. Dat blijkt niet eenvoudig. Met de ene bejaarde boer is communiceren niet meer mogelijk, een ander geeft om onduidelijke redenen niet thuis. Tot overmaat van ramp toont de bandrecorder, waarop de vraaggesprekken moeten worden vastgelegd, zich een onbetrouwbaar instrument. De jacht op authentieke verhalen eindigt steevast met een hartelijk afscheid van de geïnterviewde, maar pas als Amsterdam in zicht is, kan Voskuil weer vrij ademhalen.

Nog een ingrediënt dat de zeven delen van het ”Bureau” boeiend maakt, is in de verhalenbundel terug te vinden: de schermutselingen tussen de auteur en zijn echtgenote, L. Samen presteren ze het om een onschuldige kwestie binnen de kortste keren te laten ontaarden in een misverstand waaruit geen uitweg mogelijk lijkt. Zoals de keer dat er twee vrienden op bezoek zijn geweest en L. na afloop verontwaardigd opmerkt dat haar man helemaal niet heeft gezegd dat hij het eten lekker vond. „„Terwijl ik toch maar ineens een maaltijd voor vier personen op tafel moest zien te krijgen.” „Dat was inderdaad fantastisch”, zeg ik met alle geestdrift die ik kan mobiliseren. „En ik vond het ook ontzettend lekker.” „Waarom zeg je er dan niets van?” „Dat kan ik toch niet zeggen waar zij bij zijn? Dat zou lijken op een terechtwijzing. Die salami was al op het randje.” „Maar je had het nu kunnen zeggen, nu ze weg zijn.” Ze heeft gelijk. „En je hebt ook niet gemerkt dat ik nog een deel van de afwas gedaan heb ook.” „Zullen we die even gaan afmaken?” Maar dat voorstel komt te laat. Nu wil ze dat niet meer.” En zo gaat het nog een tijdje door met aanvallen van L.’s kant die Voskuil met alle macht probeert te pareren. Nee, de gezelligheid is er soms ver te zoeken, zo blijkt uit deze dagboekfragmenten.

Voor ingewijden
Met het publiceren van dergelijke persoonlijke notities lijkt de uitgever ook jaren na voltooiing van ”Het bureau” aan zijn goedverkopende auteur te willen verdienen. De ene keer betreft het herinneringen aan één persoon (”De moeder van Nicolien”, 1999), de andere keer verslagen van wandel- en fietsvakanties (”Terloops” uit 2004, ”Buiten schot” uit 2005, ”Gaandeweg” uit 2006).

Het is wel lectuur voor ingewijden. Wie Voskuils debuut ”Bij nader inzien” niet kent, zal in de nieuwste bundel wat sneller doorbladeren bij de eigenaardigheden die van vriend Kees worden opgedist. En het geschreven portret van de roemruchte Geert van Oorschot lijkt vooral interessant voor wie thuis is in het uitgeverswereldje.

Als er uit en over iemands leven zo veel in druk is verschenen, rijst de vraag of die persoon je ook nader komt. Dat is inderdaad zo waar het Voskuils jeugdjaren betreft, die zich voor een deel in oorlogstijd afspelen. De belevenissen van het met weinig talenten bedeelde voetballertje Han, die zijn eigen club begon, zijn aandoenlijk. Later word je getroffen door de onmiskenbare invloed die Voskuil senior, hoofdredacteur van Het Vrije Volk, op de schrijver heeft gehad.

Over zijn woedes en angsten toont Voskuil zich ook openhartig genoeg. En onbedoeld kan hij een glimlach oproepen wanneer hij in een moeilijk moment optekent dat hij zich onbegrepen of zelfs bedreigd voelt. Maar onoverbrugbaar blijkt de kloof tussen een mens die het hier en nu als het enige beschouwt en iemand die weet dat er meer is tussen hemel en aarde.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer