In het voetspoor van Franciscus
Titel:
”Verklaar moslims de vrede”
Auteur: Christine Mallouhi
Uitgeverij: Ark Boeken/Medema, Amsterdam/Vaassen, 2002
ISBN 90 338 18086
Pagina’s: 320
Prijs: € 24,90. Ze vergelijkt zichzelf graag met Franciscus van Assisi, de monnik die ten tijde van de kruistochten het Evangelie in het kamp van de mohammedaanse sultan verkondigde. Van Rabat tot Damascus probeert de Australische Christine Mallouhi de bijbelse boodschap aan moslims uit te dragen en islamieten en christenen dichter bij elkaar te brengen. „De beste manier om muren van wantrouwen af te breken is de mens aan de andere kant persoonlijk te ontmoeten.”
Een van de eerste dingen die Christine Mallouhi vorige week tijdens haar korte verblijf in Nederland deed, was een moskee bezoeken. Wat ze daar te horen kreeg was precies datgene wat moslims over de hele wereld haar keer op keer vertellen. „Ze zijn in verlegenheid omdat ze in hun ogen worden vertegenwoordigd door de slechtste elementen in de islam. Ze zeggen vaak tegen mij: Waarom drukken ze in het Westen alleen de verhalen over die vreselijke mensen af? Het is hetzelfde als je de Ku Klux Klan als voorbeeld neemt en vervolgens zegt dat alle Amerikanen zo zijn.”
Aan die onjuiste beeldvorming bij zowel moslims als christenen probeert Christine Mallouhi al ruim 25 jaar iets te doen. Door verspreiding van lectuur, het organiseren van bijeenkomsten, maar ook door simpelweg mensen die ze op straat tegenkomt bij haar thuis uit te nodigen. Samen met haar echtgenoot Mazhar richtte zij de stichting al-Kalima op, een organisatie die de kloof van misverstanden tussen moslims en christenen wil overbruggen door uitgave van Arabischtalige boeken die het christelijk geloof op een op de islamitische cultuur toegesneden manier uitleggen.
Onloochenbare aandrang
In 1975 kwam Christine in de Arabische wereld terecht. In dat jaar vertrok ze naar een zendingsziekenhuis in de Golfregio. Onderweg ontmoette zij haar toekomstige man, de christelijke Syrische schrijver Mazhar Mallouhi. Na hun huwelijk woonden de Mallouhi’s onder andere in Marokko, Egypte, Tunesië en Syrië. Tegenwoordig verblijven ze in Beiroet, waar ze hun geloof onder Libanese moslims uitdragen.
„Ik was ergens in de twintig toen ik opeens zeker wist dat ik uit Australië weg moest naar Arabische landen om mijn geloofsweg in Christus te gaan te midden van moslims”, zegt Christine over haar drijfveer om haar geboortegrond te verlaten. „Ik had nog nooit een moslim gezien of een Arabier. Er was geen logische verklaring voor deze onloochenbare aandrang om mijn leven door te brengen in een eenzame woestijn - maar het was kennelijk van God.”
„Hij wilde dat ik mijn ervaring van Zijn liefde zou delen met moslims”, vervolgt Mallouhi. „Daartoe heb ik geprobeerd te leven zoals geschreven staat: Hou je eigen wortels, maar wandel in hún schoenen. Ik bad om een Arabische echtgenoot die aan zijn eigen volk het Evangelie zou kunnen brengen. Door mijn huwelijk kwam ik in een moslimgezin terecht en daar probeerde ik het leven vanuit hun gezichtspunt mee te maken.”
Gereedschap
Aanvankelijk stuitte Christine op veel weerstand en vooral op onbegrip. Niet alleen van islamieten die niets van het christendom wilden weten, maar ook van christenen die zich volgens Mallouhi vaak een totaal verkeerd beeld van moslims vormen. „Ik zou christenen meer gereedschap in handen willen geven om de islam te begrijpen, zodat we minder hoeven te hameren.”
Om christenen een beter inzicht in de islam te bieden en het gevoel van argwaan en vijandigheid te veranderen, schreef Christine Mallouhi het spraakmakende boek ”Verklaar moslims de vrede”, dat zij afgelopen zaterdag presenteerde op de CLK-beurs in Zwolle en waarin zij op niet mis te verstane wijze afrekent met westerse intolerantie en gebrek aan naastenliefde en uitstraling van het geloof. „Moslims moeten Jezus zien, en de enige manier waarop ze Hem kunnen zien is als ze Hem zien in ons.”
Onwetendheid is de belangrijkste oorzaak voor de negatieve houding die veel christenen ten opzichte van de islam en moslims aannemen, stelt de 52-jarige Australische auteur. Die onkunde leidt vaak tot angst. „We zijn bang voor alles wat anders is. De moslim ís ook vreemd: hij draagt andere kleren; hij gedraagt zich anders dan wij. Vervolgens wordt ons ook nog eens verteld dat hij onze vijand is, iemand voor wie we bang moeten zijn. Zo wordt een enorme muur opgebouwd.”
Is het een christelijke houding om maar voetstoots aan te nemen wat ons is verteld en moslims inderdaad als vijanden te beschouwen? vraagt Christine zich af. „Zelfs als de moslim inderdaad een vijand is, strookt dat toch niet met de bijbelse opdracht om je vijanden lief te hebben en degenen die je vervloeken te zegenen? Waarschijnlijk heeft die moslim in je straat jou nooit vervloekt. Hij loopt alleen maar in jouw straat en ziet er vreemd uit. Dat maakt je van streek.”
Zoutend zout
Als christenen dienen we juist een ander geluid te laten horen, benadrukt Mallouhi. „We moeten dat negatieve proces omkeren en eropuit trekken. We horen een zoutend zout in de samenleving te zijn. Zegen je vijand; reik hem de hand. Hoe kun je iemand liefhebben van wie je niets weet en voor wie je bang bent?
Wat is liefde eigenlijk? Als christenen spreken we het woord liefde vaak heel gemakkelijk uit. Het betekent nogal wat om iemand lief te hebben die je niet eens kent. We hebben al moeite genoeg onze familie en vrienden lief te hebben, laat staan een vreemdeling die aan de andere zijde van een enorme culturele en religieuze kloof staat.”
Om die kloof te overbruggen, hoeven we vaak niet meer te doen dan gewoon op iemand af te stappen en het gesprek aan te gaan, stelt Mallouhi. „Ga naar die vreemde persoon, die vijand toe. Stel vragen. Wie ben je? Ben je wat de kranten over je zeggen? Ik wil graag dat je de kans krijgt zélf te zeggen wie je bent. Wil je een kopje thee in mijn huis komen drinken?”
Dat lijkt heel makkelijk, maar het is in feite vreselijk moeilijk, erkent Christine. „Je moet een enorme barrière overwinnen. Maar ze zullen je hoofd er niet voor afhakken of je voor het vuurpeloton zetten. De ergste straf die je kunt krijgen is dat je beiden in verlegenheid wordt gebracht. Omdat die persoon niet weet wat hij met je aanmoet.”
Zelf brengen de Mallouhi’s dit dagelijks in praktijk. Hun deur staat 24 uur per dag open voor iedereen, ongeacht religieuze of politieke achtergrond - van Hezbollah-strijders tot Palestijnse vluchtelingen. „We hebben al heel wat culturele en godsdienstige grenzen overschreden. We hebben fundamentalistische sjeiks, baptistenpredikanten, katholieke priesters en nonnen, koptische christenen, communisten, een Joodse rabbijn, aanhangers van de bahái en gewone westerlingen zonder bepaalde godsdienstige betrokkenheid in onze vriendenkring.”
Vechtersmentaliteit
Voor haar missionaire activiteiten onder moslims laat Christine Mallouhi zich graag inspireren door het leven van de bekende middeleeuwse monnik Franciscus van Assisi, wiens geschiedenis als een rode draad door haar boek loopt. Toen christelijke heersers soldaten ronselden om tegen de ’Turken’ ten strijde te trekken, wandelde Franciscus het vijandelijke kamp in Egypte binnen om het Evangelie aan de sultan, de aanvoerder van de islamitische legers, te brengen.
„Wat dat betreft is het woord van de Prediker nog even actueel: Er is niets nieuws onder de zon. Ook vandaag de dag horen we overal om ons heen weer dat we de islam de oorlog moeten verklaren. Het leven en de boodschap van Franciscus geven ons een alternatief voor de tegenwoordige vechtersmentaliteit tegen de moslims. Het avontuur van Franciscus met de islam is een oproep de wapens neer te leggen en de moslims met ons leven liefde en vrede te verklaren. Als moslims wantrouwig tegenover onze geloofsbelijdenis staan, verward zijn door onze boodschap, verwond zijn door onze oorlogsvoering, dan blijft alleen ons leven over als het meest geloofwaardige getuigenis.”
Voor een dergelijke zelfopoffering moet vaak een hoge prijs worden betaald. Voordat Franciscus bij de sultan werd gebracht, werd hij eerst in elkaar geslagen. Christine: „Zijn wij bereid ook de minder plezierige kanten te accepteren als we besluiten Christus te volgen waar Hij ons ook leidt? Het zal ons waarschijnlijk tegenstand opleveren van de mensen om ons heen en het zal ons in strijd brengen met onze ware vijand, het eigen ik.”
Imagoprobleem
Hoewel Mallouhi in haar boek vooral christenen oproept zich voor moslims open te stellen, erkent ze dat ook aan islamitische zijde veel onkunde en weerstand bestaat. Dat wordt voor een deel veroorzaakt doordat moslims hun kennis over het christendom voornamelijk uit de koran halen, waarin het christelijk geloof uitdrukkelijk als een dwaalleer wordt afgeschilderd. „Mijn boodschap voor de moslims is dezelfde als die voor de christenen: We moeten allebei de hand uitsteken. De titel van mijn boek had evengoed kunnen luiden: ”Verklaar christenen de vrede”. We doen er binnen onze stichting ook heel veel aan om die bewustwording te vergroten.”
Behalve met een gebrek aan kennis over het christendom, worstelen de moslims volgens Christine ook met een levensgroot imagoprobleem. „Er wordt in de westerse media over het algemeen een zeer negatief beeld van moslims geschetst, puur omdat wij bang zijn voor de radicale elementen in de islam.
Dat is uiteraard alleen maar verergerd door de aanslagen van 11 september. Zelfs na die vreselijke gebeurtenissen zijn de Verenigde Staten nog niet zover gekomen om zich af te vragen waarom de moslims aan hun deur staan en tegen hen schreeuwen. Ik probeer uiteraard op geen enkele manier te rechtvaardigen wat Bin Laden en zijn bende hebben gedaan. Maar het probleem blijft dat het Westen niet luistert naar de grieven van het Midden-Oosten.”
Eenzijdig
Hoewel Christine Mallouhi in haar boek terecht stelt dat de oplossing van het Israëlisch-Palestijnse conflict een van de sleutels vormt tot overbrugging van de kloof tussen het Westen en de islamitische wereld, benadert ze het probleem wel erg eenzijdig. Bijna veertig pagina’s wijdt de Australische auteur aan de beschrijving van de erbarmelijke omstandigheden waarin de Palestijnen moeten leven en de wandaden die de Israëlische „bezetter” in haar ogen bedrijft.
Palestijnse zelfmoordaanslagen ’rechtvaardigt’ Mallouhi met het argument dat de Palestijnse kalasjnikovs geen partij voor de Israëlische tanks en gevechtsvliegtuigen vormen. „Ik heb de Palestijnse kant van het verhaal belicht omdat zij de onderdrukten zijn en omdat hun stem nog steeds niet wordt gehoord. Het is een wonder dat na vijftig jaar van ongelooflijke gruwelijkheden die zich bijna dagelijks voordoen, de Palestijnen niet nóg gewelddadiger zijn.”
Volgens Christine lijden de Palestijnse christenen het meest onder het Palestijns-Israëlische conflict. „In 1948 was tussen de 25 en 40 procent van de Palestijnen christen. Nu is dat minder dan 1 procent en zijn de christenen bijna onzichtbaar geworden. Westerse christelijke leiders hebben letterlijk gezegd dat ze niet eens wisten dat er in het Midden-Oosten christenen bestaan. De burgemeester van Bethlehem zei onlangs tegen me: Onze enige hoop op gerechtigheid is dat de Amerikaanse christenen zich bewust worden van wat er met ons gebeurt en hun stem laten horen.”