CU oneens met kritiek SGP
DEN HAAG - ChristenUnie-Kamerlid Wiegman deelt de kritiek van haar SGP-collega Van der Vlies op het medisch-ethisch beleid van het kabinet niet.
Dat zei Wiegman donderdag na afloop van het debat over de volksgezondheidsbegroting voor 2008. Van der Vlies zei woensdag dat hij node de inbreng van de CU miste in de begrotingsstukken. De SGP’er vindt dat het opvallend stil blijft rondom alternatieven voor abortus. Ook het plan van aanpak voor palliatieve zorg laat naar zijn mening te lang op zich wachten. Verder is er nog steeds geen visie op euthanasie bij pasgeborenen.Wiegman: „Je moet zorgvuldig omgaan met het thema medische ethiek en op het juiste moment de juiste dingen zeggen. We hebben onlangs een beleidsbrief over medische ethiek ontvangen. Die wordt binnenkort in de Kamer besproken. Het ligt dan niet voor de hand dat de regering in de begroting voor 2008 alle aangekondigde maatregelen opnieuw gaat opsommen.”
Het CU-Kamerlid houdt de vinger aan de pols als het gaat om de uitvoering van de aangekondigde voornemens: „De gemaakte afspraken glippen ons niet door de vingers. Ik houd de langetermijnagenda goed in de gaten.”
Of er in 2008 al geld komt voor tieners die hun ongewenste zwangerschap willen uitdragen, is nog niet duidelijk. SGP-Kamerlid Van der Vlies had een amendement ingediend om hiervoor 1 miljoen euro uit te trekken. Tieneropvang hoort formeel onder het beleidsterrein van het ministerie voor Jeugd en Gezin en niet onder Volksgezondheid, zo deelden de bewindslieden van Volksgezondheid donderdag mee. De regeringspartijen voelen niet zo veel voor het SGP-wijzigingsvoorstel. Ze wachten op voorstellen van de regering omdat in het coalitieakkoord is overeengekomen dat er voorzieningen moeten komen voor tieneropvang.
Staatssecretaris Bussemaker verdedigde donderdag de betrokkenheid van de VBOK met de opstelling van een richtlijn voor (huis)artsen in het geval een vrouw te maken heeft met een ongewenste zwangerschap. VVD, GroenLinks en D66 vinden het niet juist dat de prolifeorganisatie hiervoor aan tafel zit met de abortusartsen. Bussemaker vindt dat de VBOK vanuit haar deskundigheid juist een nuttige rol kan vervullen. Ze voegde er wel aan toe dat het uiteindelijk de abortusartsen zelf zijn die de richtlijn vaststellen.
Net als alle grote en linkse fracties, wil Bussemaker niet tornen aan het recht van de vrouw om zelf een besluit te nemen over het al dan niet aborteren van het ongeboren leven. PVV-Kamerlid Agema vroeg of dat recht ook nog staande gehouden moet worden voor vrouwen die al meerdere abortussen hebben ondergaan. Volgens Bussemaker is dat wel het geval, maar deze vrouwen zouden wel seksualiteitshulpverlening moeten krijgen.