Raad van Europa hekelt zwarte lijsten
PARIJS (AP) - De procedures op grond waarvan de Verenigde Naties en de Europese Unie personen die zij verdenken van banden met terrorisme op hun zwarte lijst plaatsen, zijn „volslagen arbitrair” en staan haaks op democratische principes. Dat zegt de Raad van Europa, de Europese instantie die toeziet op naleving van de mensenrechten.
De juridische commissie van de parlementaire assemblee van de Raad voor Europa nam gisteren een ontwerprapport over ”blacklisting” aan waarmee de raad hoopt aan te zetten tot een herziening van de gebruikte methodieken.„Om effectief te zijn, moet de strijd tegen terrorisme geloofwaardig zijn”, zei de Zwitserse senator Dick Marty, die het rapport opstelde. Marty pleit onder andere voor de oprichting van een onafhankelijke instantie die beschuldigingen moet beoordelen voordat groepen of personen op een zwarte lijst worden geplaatst. Van mensen die op zo’n lijst staan, kunnen banktegoeden worden bevroren of reismogelijkheden worden beperkt.
Op dit moment zijn er geen procedures om besluiten onafhankelijk te toetsen, zo blijkt uit het rapport, waar de voltallige parlementaire assemblee zich in januari over zal buigen. Sommige mensen komen zuiver op grond van een verdenking op een zwarte lijst terecht en kunnen zich niet verdedigen of proberen van de lijst afgehaald te worden, zei Marty op een persconferentie. „Een seriemoordenaar in Europa (…) heeft beduidend meer rechten.”
Pas sinds april worden personen en groepen die op de terreurlijst van de Europese Unie worden geplaatst, van dat feit in kennis gesteld en wordt hun desgevraagd meegedeeld op welke gronden dat is gebeurd.