Opinie

Zonder mantelzorg zou het koud zijn

Mantelzorgers vervullen volgens J. W. D. Nijkamp een belangrijke taak, maar hebben zelf ook steun nodig. Ze verdienen ons respect, ons gebed en onze ondersteuning.

9 November 2007 17:20Gewijzigd op 14 November 2020 05:16

Zaterdag vieren we de collectieve verjaardag van alle mantelzorgers. De 10e november is hun dag, de Dag van de Mantelzorg. Hun werk wordt hoog gewaardeerd door de mensen aan wie zij aandacht, zorg, hulp en liefde geven. Zij zouden ze elke dag wel een bloemetje willen schenken.Veel mantelzorgers zelf zijn echterniet in een feeststemming. Vanuit plichtsgevoel, betrokkenheid, naastenliefde en huwelijksliefde zijn mantelzorgers actief. Elk op zijn of haar wijze. Maar het is zwaar. Vaak té zwaar. De zorgende mantelzorgers zijn zomaar zelf zorgbehoevend! Dat is iets om aandacht voor te hebben.

Mantelzorg is niet de zorg van de betaalde professional. Het is aanvullende, niet-beroepsmatige hulpverlening aan bejaarden, zieken en andere hulpbehoevenden.

Wie om zich heen blikt, ziet dat er veel mantelzorgers zijn. Als je kind een paar dagen griep heeft, ben je nog geen mantelzorger. Je moet echt wel ten minste acht uur per week en langer dan drie maanden voor iemand zorgen, voordat je de titel mantelzorger verdient. Toch zijn het er in Nederland naar schatting 750.000. Je moet er toch niet aan denken dat deze vorm van zorg zou wegvallen. Dan zou het pas echt koud worden in Nederland.

Aan de andere kant kun je ook niet automatisch rekenen op en met het leger van mantelzorgers. Vroeger wel. Maar vroeger was alles anders. Vandaag de dag zijn veel mantelzorgers overbelast. De krant besteedde er vorige week zaterdag al aandacht aan. Zo’n 200.000 mantelzorgers staan op het punt uit te vallen. Dan hebben ze zelf (mantel)zorg nodig. Een half miljoen mantelzorgers wil graag ondersteuning krijgen. Bijvoorbeeld in de vorm van enige scholing, maar ook van verlofuren.

Openhartig
Toen ik de cijfers op me liet inwerken, moest ik denken aan prof. W. H. Velema, die sinds het overlijden van zijn echtgenote openhartig spreekt en schrijft over mantelzorg. Hij was zelf mantelzorger en je moet het (geweest) zijn, om te ervaren wat het is. In september verscheen van zijn hand het boekje ”Terwijl mijn kracht vergaat”.

Velema constateert (blz. 47): „Het kringetje waarbinnen nog echt contact plaatsvindt, wordt kleiner. Het krimpt in. Vooral voor de echtgenote of echtgenoot is dat een pijnlijke ervaring. De belangstelling dooft. Het zou ook te veel zijn om die toch aan te wakkeren. Als de partner bij de verzorging betrokken blijft, heeft zij of hij het ’t moeilijkst. Veel lezers herkennen dit. Je wilt zorgen en verzorgen, maar dat kan zomaar ten koste gaan van je andere primaire taak: spreken met elkaar en met God over de ziekte, de aftakeling en het naderende levenseinde.”

Professor Velema heeft diep nagedacht en is in staat te verwoorden wat hij heeft meegemaakt. In het ”Woord vooraf” schrijft hij: „Ik hoop en bid dat de lezer zich door het geschrevene aangesproken weet. Ik zeg er direct bij: God gaat met ieder mens Zijn eigen weg.”

Mantelzorgers verdienen onze dank, onze waardering, ons respect, ons gebed en onze ondersteuning. Daar moet en mag veel aandacht voor zijn. Zorg voor de mantelzorgers!

De auteur is voorzitter van de raad van bestuur van RST Zorgverleners.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer