Uitstel
Het is in de Tweede Kamer een vaak voorkomende tactiek. Als een bepaalde fractie geen zin heeft in een discussie over een moeilijk thema, luidt niet zelden de argumentatie: Dit is niet het geschikte moment om dit debat te voeren. Dit thema moet in een veel breder kader behandeld worden. Later moeten we hier nog eens integraal op terugkomen.
De laatste move van de ChristenUnie doet hier in eerste instantie aan denken. Geconfronteerd met veel maatschappelijke ophef over het homostandpunt van de partij, verschansten partijvoorzitter Blokhuis en partijleider Rouvoet zich de laatste weken achter de stelling dat deze discussie beslist niet geïsoleerd gevoerd mocht worden. Nee, het debat moest gaan over een integrale gedragscode voor CU-bestuurders en -vertegenwoordigers.De tactiek van de verbreding, zo lijkt het. Een tactiek die in dit geval als extra voordeel had dat men naar de buitenwereld kon stellen: Ziet u wel, wij behandelen homo’s en hetero’s geheel gelijk. Ieder wordt getoetst aan dezelfde regels.
Donderdag ging de partijtop nog een stap verder in zijn poging tot ”damage control”. Een debat over de gedragscode wordt uitgesteld. Eerst moet een commissie, onder leiding van oud-GPV-voorzitter Cnossen, de kwestie maar eens grondig onderzoeken. De tactiek van het vooruitschuiven, zo lijkt het.
Toch doet deze voorstelling van zaken de ChristenUnie geen recht. Laten we niet vergeten dat bespreking van de gedragscode al langere tijd op de agenda stond van het partijcongres van volgende week zaterdag. De door deelraadslid Lont ontketende discussie over homoseksualiteit versmalt inderdaad die voorgenomen bespreking. Terecht kan de partij zeggen: Een dergelijk debat op dit congres, dat was eigenlijk niet de bedoeling.
Daarbij komt dat na een forse rel even stoom afblazen niet onverstandig is. Dit mag helder zijn: de ChristenUnie moet over het thema homoseksualiteit klare wijn schenken. Maar een dringende noodzaak om dit op stel en sprong te doen is er niet.
Wil de partij haar geloofwaardigheid niet verliezen, dan zal zij wel op twee zaken moeten letten. De eerste is dat uitstel geen afstel mag worden. Fijntjes wees de politicoloog Krouwel er vorige week in deze krant op dat een partij als het CDA regelmatig commissies instelt over lastige onderwerpen, om op die wijze een probleem voor jarenlang onbespreekbaar te maken. Die kant mag het niet opgaan.
De tweede is dat een beginselpartij als de ChristenUnie het aan haar stand verplicht is de discussie te voeren binnen de kaders van Schrift, belijdenis en gereformeerde traditie. Oog hebben voor de politieke en maatschappelijke omgeving is niet verkeerd, maar mag geen doorslaggevende factor zijn. Krijn de Jong, stafmedewerker van Tot Heil des Volks, verwoordde het deze week in de Nederlands Dagblad uitermate treffend. „Al dat weglopen voor vragen. Al dat verwijzen naar de kerken. Alsof we al niet een paar honderd jaar weten dat er vrijzinnige en orthodoxe kerken zijn. En waar schamen we ons eigenlijk voor?”
Bezinning op het thema homoseksualiteit is goed. Maar die kan in een christelijke partij niet starten vanuit een soort nulpunt. Integendeel.