Grondrechten zijn gelijkwaardig
(Grondrechten die later naast de klassieke grondrechten zijn toegevoegd, zijn niet minder waard, stelt Boris van der Ham in reactie op de rubriek Wandelgangen in de krant van zaterdag. Vrijdag een reactie van Addy de Jong.
Met stijgende verbazing las ik afgelopen weekend het commentaar Wandelgangen van Addy de Jong over de ”kwestie-Lont”. In het artikel worden de critici van ChristenUnie harde verwijten gemaakt. Naar mijn opvatting wordt in het artikel de plank behoorlijk misgeslagen.Allereerst het punt homoseksualiteit en gelijke behandeling. De auteur beweert dat hierover een gebrek aan historisch besef bestaat. Hij stelt dat er éérst „eeuwenlang” de klassieke grondrechten bestonden (zoals de vrijheid van godsdienst, van meningsuiting en van vergadering) en dat pas ver daarna „onder invloed van de verlichting” er moderne grondrechten bijkwamen, zoals het gelijkheidsbeginsel. Deze samenvatting van de geschiedenis verraadt een gebrek aan historisch besef. Vóór de grondwet van 1815 en 1848 waren zaken zoals vrijheid van godsdienst en van vergadering namelijk nog helemaal niet geregeld. Pas toen er een grondwet op liberale grondslag tot stand kwam, werd een officiële vrijheid van godsdienst ingevoerd: rooms-katholieken en joden werd toen pas officieel toegestaan openlijk hun geloof belijden. Die gelijke behandeling hadden ze dus te danken aan de verlichting.
De gelijke behandeling van bevolkingsgroepen evolueerde daarna verder. Zo werd bijvoorbeeld in 1863 de slavernij afgeschaft, werd in 1917 het algemeen kiesrecht voor mannen ingesteld en in 1919 voor vrouwen.
Gelijke behandeling van homoseksuelen kwam pas na de Tweede Wereldoorlog van de grond. Langzaam daalde het besef in dat mensen gelijkwaardig zijn voor de wet, en dat ze ook dienovereenkomstig door de overheid behandeld moeten worden. Dat besef heeft Nederland gevormd tot een van de meest beschaafde samenlevingen in de wereld waar (vaak onderdrukte) mensenrechtenorganisaties in andere landen een voorbeeld in zien. De Jong lijkt dat echter anders te waarderen. Hij lijkt in deze stapsgewijze evolutie naar gelijke behandeling zelfs als een kwalitatieve schikking te zien: omdat homorechten pas later zijn geregeld, zijn ze in zijn ogen minder waard. Die visie verwerp ik, en vind ik geen recht doen aan het fundamentele karakter en de geschiedenis van onze grondwet. Maar, in het kader van de vrijheid van meningsuiting, gun ik hem die opvatting graag. Het staat de schrijver en ook mevrouw Lont vrij om hun opvattingen over homoseksualiteit uit te dragen, net zoals het mij vrij staat om die opvatting tegen te spreken.
Debat
Het wordt echter iets anders om dit soort opvattingen actief te steunen door ze te subsidiëren. Dat de SGP vrouwen anders behandelt dan mannen en dat binnen de partijorganisatie tot uitdrukking brengt, is haar goed recht, maar dan wel zonder overheidsgeld. Dezelfde redenering gaat op wanneer de ChristenUnie mocht besluiten homoseksuelen actief te weren.
Ten slotte. In verschillende media heb ik aangegeven dat het debat in behoudende christelijke kring op dit moment veelal op constructieve wijze wordt gevoerd. Ik juich dat toe, en besef dat het soms een ingewikkeld debat voor hen is. Ik probeer dat op zorgvuldige wijze de duiden, en ik verwacht dat ook onze kritische kanttekeningen niet tot karikatuur worden vervormd.
De auteur is Tweede Kamerlid voor D66.