„Links heeft vrijzinnige principes verraden”
Titel: ”Het verraad van links”
Auteur: Carel Brendel
Uitgeverij: Aspekt, Soesterberg, 2007
ISBN 978 90 5911 579 8
Pagina’s: 242
Prijs: € 17,95.
De PvdA is plotseling „principieel ten top” als het gaat om de islam, zei ex-PvdA-raadslid Ehsan Jami half oktober tegen de Volkskrant. Journalist Carel Brendel concludeert in zijn boek ”Het verraad van links” juist het tegenovergestelde: de PvdA en andere linkse partijen hebben hun vrijzinnige principes verlaten. „Met de komst van de multiculturele samenleving is links de weg kwijtgeraakt.” De vroege socialistische beweging was antikerkelijk. Politiek voorman Ferdinand Domela Nieuwenhuis trekt ongeveer 130 jaar geleden herhaaldelijk fel van leer tegen religie. „Het krachtigste verzet tegen gelijk recht voor allen wordt gevonden onder hen die het vaandel van de godsdienst het meest hooghouden”, zegt hij destijds onder meer. De kerken sluiten hun ogen voor het maatschappelijke onrecht, betoogt de gewezen lutherse predikant.
Vanuit de kerken en later de verzuilde organisaties worden de socialisten flink tegengewerkt. Het socialisme geldt als staatsgevaarlijk en goddeloos. Nog in 1954 laten de roomse bisschoppen hun achterban weten dat ze niet mogen stemmen op de PvdA en geen lid mogen worden van socialistische vakbonden.
In de tussentijd is de antikerkelijke houding van de sociaaldemocraten flink afgezwakt. In 1930 wordt zelfs een predikant, ds. W. Banning, gekozen in het partijbestuur van de SDAP. Dat weerhoudt de linkse partij er niet van een andere koers te varen dan in de kerken wordt voorgestaan. De SDAP ijvert ruim voor de Tweede Wereldoorlog tegen de heersende zeden in voor gelijkberechting van vrouwen en voor vrouwenkiesrecht.
Ruim na de Tweede Wereldoorlog loopt de PvdA voorop bij de emancipatie van vrouwen en homo’s. Vooral tijdens de jaren zestig en zeventig, als de verzuiling inzet, ontwikkelt de sociaaldemocratie zich tot een progressieve beweging die veel heilige huisjes omver helpt werpen. Ook linkse journalisten doen daar stevig aan mee. Alles wat naar godsdienst riekt, moet het ontgelden.
Gastarbeiders
Juist in die tijd, als links op zijn hoogtepunt is, ontstaan de eerste scheurtjes in het bolwerk van vrijzinnigheid. Met de massale immigratie van gastarbeiders uit islamitische landen raakt links volgens Brendel langzaam maar zeker de weg kwijt. De babyboomers uit die tijd schamen zich voor hun ouders, die in de Tweede Wereldoorlog passief toekeken hoe joden uit hun huizen werden gesleurd. Uit angst voor discriminatie en racisme verlenen ze ruim baan aan de cultuur en gewoonten van de nieuwe Nederlanders.
Links ontwikkelt een politiek-correcte houding en negeert of verhindert iedere kritiek op islamieten. Maatregelen om de immigratie te remmen, worden afgedaan als fascistisch. Onderzoek naar criminaliteit onder allochtonen wordt gedwarsboomd. En zo zijn er nog tal van voorbeelden te noemen.
Die houding duurt tot de dag van vandaag, betoogt Brendel. PvdA, SP, GroenLinks en D66 nemen nooit consequent stelling tegen religieus fanatisme vanuit moslimhoek, stelt hij. Links heeft volgens hem een blinde vlek voor islamitische intolerantie, doet niets tegen onderdrukking van vrouwen in die kringen en sponsort de islam -ook de orthodoxe variant- ruimhartig met gemeenschapsgeld. Waar orthodoxe christenen in het verleden altijd konden rekenen op kritiek van links, zwijgt dezelfde beweging als het gaat om omstreden uitlatingen uit islamitische hoek.
Brendel verwijst afkeurend naar de huidige minister van Integratie, Vogelaar, die vindt dat islamitische vrouwen gewoon een boerka moeten kunnen dragen. Ook stelt hij de kwestie Ehsan Jami aan de orde. De PvdA weigert diens Comité voor Ex-moslims te steunen. „Vrijdenkers hebben aan de basis gestaan van de progressieve socialistische beweging”, schrijft Brendel. „Nu een nieuwe groep vrijdenkers hun steun bitter hard nodig heeft, geven de linkse nazaten van Domela Nieuwenhuis en Troelstra niet thuis. Het verraad van links is compleet.”
Fundamentalisme
Linkse partijen moeten hun oude, vrijzinnige principes terugvinden en steun verlenen aan op vrijheid gerichte moslims, betoogt Brendel. Ze dienen een kritische houding aan te nemen tegenover religieus fundamentalisme, „ongeacht of dit christelijk, joods of islamitisch is.”
Links moet ook duidelijk stelling nemen tegen religieuze dwang, meent de journalist, tegen het opdringen van religieuze normen aan vrijzinnig denkende moslims en ongelovigen, tegen pogingen de sharia op te leggen en af te dwingen. Brendel vindt het ook hoog tijd dat linkse feministen opkomen tegen de onderdrukking van moslimvrouwen.
De scheiding van kerk en staat moet daarnaast weer een leidend beginsel worden. Godsdienst mag geen bevoorrechte positie hebben als het gaat om de vrijheid van meningsuiting. „Orthodoxe moslims en christenen mogen niet worden gevrijwaard van kritiek, omdat zij elke vorm van kritiek kwetsend of beledigend vinden.”
Doodstraf
De thematiek die Brendel in zijn boek aansnijdt, is op zichzelf interessant. In zijn betoog staan echter veel fouten. „Op geloofsafval staat in het christendom niet meer de doodstraf”, schrijft Brendel. Anders dan in de Koran staat echter nergens in het Nieuwe Testament dat mensen daarom moeten worden gedood. Elders stelt Brendel dat mensen „fier” bleven op hun joodse identiteit. Dat is de Vlaamse variant van het Nederlandse trots.
Weer ergens anders schrijf hij dat in de nadagen van Den Uyl de electorale neergang van de PvdA begint, die zich in versneld tempo doorzet onder Kok. Brendel vergeet echter te vermelden dat de partij onder diezelfde leider in 1998 weer 45 zetels haalt. Brendel noteert op een andere plaats dat Portugese joden het „wel uit hun hoofd halen om in hun synagogen uit te roepen dat de Nederlandse samenleving verdorven is.” Ongetwijfeld bedoelt hij te zeggen dat de Portugezen het wel uit hun hoofd lieten of het niet in hun hoofd haalden om hun gastland te bekritiseren.
De manier waarop de journalist van het AD te werk gaat, doet ook geregeld onbehouwen aan. Brendel is opgegroeid in een links, niet-godsdienstig gezin. Uit zijn woordkeuze op tal van plaatsen blijkt dat hij weinig affiniteit heeft met religie en van huis uit niet vertrouwd is met christelijke instellingen. Zo betitelt hij, om maar een voorbeeld te noemen, de SGP als „vrouwvijandig.”
Een ander voorbeeld: Het bijzonder onderwijs heeft zich volgens de auteur „bij uitstek ontpopt tot een terrein waar de kerken ongehinderd onverdraagzaamheid en geestelijke onvrijheid mogen bevorderen ten koste van de sociaaldemocratie.” Kuypers Vrije Universiteit is in de jaren ’60 „een behoudend en reformatorisch bolwerk”, aldus Brendel.
Door zijn gebrek aan affiniteit met religie miskent de auteur de waarde die religie heeft. Mede dankzij de inspanningen van de PvdA is de Nederlandse samenleving in hoog tempo ontkerstend. Daarmee zijn ook veel christelijke waarden en normen verloren gegaan, die ook bij moslims herkenning oproepen. Het materialisme en de verloedering die het ontstane gat hebben gevuld, zijn niet bepaald te omschrijven als zegeningen voor de maatschappij.
Moraal
Natuurlijk is het waar dat de PvdA extremistische moslims niet moet steunen. Maar alleen afvalligen steunen onder het mom van vrijzinnigheid, zoals Brendel wil, is het andere uiterste. Met zijn oproep tot een vrijzinnige koers miskent hij ook het beginselmanifest van de PvdA uit 2005. Daarin staat al dat de PvdA een „vrijzinnige moraal” verdedigt, „waarin - tegen de achtergrond van voor iedereen geldende grondrechten - ruimte is voor verschillende levensbeschouwingen, levensstijlen en culturen.”
Oud-PvdA-voorzitter Koole noemde dat onlangs in de Volkskrant nog „de oude doorbraakgedachte in moderne bewoordingen.” In datzelfde artikel verzette hij zich ook tegen geweld en onderdrukking in naam van de islam. „Geweld en onderdrukking passen niet binnen de democratische rechtsstaat, die wij als PvdA voorstaan”, aldus Koole. Dat is klare taal, die de karikatuur die Brendel van de PvdA schildert, ondermijnt. Die partij houdt niet alle moslims de handen boven het hoofd. Ze opereert alleen niet op de wijze die Jami en Brendel kennelijk voorstaan. Dat betitelen als verraad, zoals de auteur doet, is oneerlijk.