Canterbury-Genève-Rome
Titel: ”Fietsen met God”
Auteur: Agnes Amelink, Monic Slingerland en Alja Tollefsen, uitg. Balans, Amsterdam, 2007; 286 blz.
ISBN 9789050187930
Pagina’s: € 16,50.
Met een rooms-katholieke collega en een anglicaanse vriendin stapt de in christelijke kring bekendste Nederlandse domineesdochter op de fiets. Mooie symboliek: van Canterbury via Genève naar Rome. Maar het resultaat is zeker ook bloed, zweet en tranen. ”Fietsen met God” is met de gereformeerde Agnes Amelink op pad. Echt een prestatie om op twee wielen van Canterbury naar Rome te rijden. Tussen beide plaatsen fiets je niet door de Kennemer duinen of zoiets. Die Alpen! Drie vrouwen zijn eraan begonnen, in 39 dagen hebben ze de tocht ook voltooid. Gezien het aantal pagina’s reken je er als lezer aan het begin al op dat de fietsers er wel komen, maar Rome lijkt in ”Fietsen met God” op de eerste dag al een onbereikbaar doel. De anglicaanse Alja Tollefsen gaat met nul conditie op pad, raakt de weg kwijt en zelfs Dover lijkt te ver.
Over dit soort pelgrimages verschijnen legio uitgaven. Het is in allemaal even zwaar, met lekke banden en ook leuke ontmoetingen. Dat aan de reisverhalen nog een exemplaar wordt toegevoegd, is niet omdat nu drie vrouwen op de fiets zitten. Ook maken de plaatsen Canterbury, Genève en Rome dat niet per se mogelijk. Het is dat een van de drie fietsers een gereformeerde domineesdochter is, de ander een bekeerde rooms-katholiek en de derde een anglicaanse priester. De eerste heet bovendien Amelink en heeft een uitgever. Existentiële gesprekken op het zadel gegarandeerd.
Wijwaterkwast
En die zijn er ook. Over wat scheidt en wat bindt. Ruzie mag het niet heten, maar de verschillen worden steeds duidelijker. Ook al wordt in hotelkamers gedrieën avondmaal gevierd en zo de oecumene beleefd, toch roept Amelink al op dag vier dat ze zich met de minuut gereformeerder voelt worden.
Aangekomen in Amiens willen haar vriendinnen namelijk hun fietsen laten zegenen en daar kan Amelink niet bij. ’s Morgens, voor het vertrek, moet de priester met zijn wijwaterkwast de rijwielen besproeien, waarbij Slingerland en Tollefsen vol eerbied het hoofd buigen. Amelink is verbijsterd.
Haar reisgenoten schrijven dat ze „zich alleen (voelt) staan, met twee tegenover zich voor wie het zegenen van de fietsen echt belangrijk is, maar die daar geen harde argumenten voor hebben. Zo is het lastig discussiëren, zonder echte argumenten. Het helpt misschien als er enig begrip is voor haar standpunt. Begrijpen jullie mij? vraagt ze weer, nu dringend. En als we haar begrijpen, waarom houden we dan vast aan dat bijgeloof?”
Karakter
Behalve de inspanning en de godsdienstverschillen die er zijn, komen de dames ook elkaar tegen. Scherpe kantjes in het karakter blijven tijdens dit soort tochten moeilijk verborgen. Slingerland en Tollefsen kunnen zich bijvoorbeeld storen aan de manier waarop Amelink communiceert. „In veel gesprekken vliegt Agnes erin alsof ze de sprint wil winnen. Alja en Monic deinzen dan telkens geschrokken terug. (…) De sfeer lijdt eronder.” Een interessante vraag is natuurlijk in hoeverre karakter en geloof elkaar beïnvloeden.
De drie fietsers zijn met een laptop op pad gegaan en doen -tussen 27 augustus en 1 oktober 2006- dagelijks verslag in Trouw, de krant van de journalisten Amelink en Slingerland. De verslagjes verschijnen ook op de website van het dagblad, wat weer reacties oplevert - van enthousiast meeleven met de fietsers tot reflecties over de gesprekken van de dames en van meeleven van het thuisfront tot minachting voor de hele onderneming. Een aantal mailtjes is in het boek opgenomen.
Ouderwetse onderneming
Uiteindelijk valt ”Fietsen met God” als een ouderwetse onderneming te typeren, van mensen die in de jaren vijftig zijn geboren en van wie de aard meer modern dan postmodern aandoet. De drie voldoen niet helemaal aan de religieuze normen van vandaag. Wellicht is het daarom dat Amelinks dochter het geschrijf van haar moeder in Trouw als ”heilig gezwets” typeert.
Ook ene Jan Joosten reageert via de weblog een beetje negatief als hij van de ”overtrokken” reacties op de site kennisneemt: „(…) de inhoud van deze gesprekken zou interessant geweest zijn in de jaren zeventig van de vorige eeuw. Wie zijn die mensen die zo enthousiast zijn, hebben die dan in het beleven van hun geloof dan dertig jaar stilgestaan?”
Als ik probeer de wind van dit moment op te snuiven, kan ik Joostens verbazing wel begrijpen. Religie is vandaag veel vager en vloeiender dan hoe de drie dames het beleven. Is waarheid momenteel vooral een subjectief gegeven, in ”Fietsen met God” lijkt het wel: hoe ouder, hoe principiëler en hoe langer op pad, hoe duidelijker de verschillen. Terwijl Amelink dacht dat ze in haar persoonlijk leven nogal was opgeschoven omdat de anglicaanse en oudkatholieke traditie haar waren gaan aanspreken, maakt de fietstocht wel duidelijk dat ze zo gereformeerd als wat is. De rooms-katholieke Slingerland is het al net zo vergaan.