Legalisatie prostitutie bevordert uitbuiting
Legalisering van de exploitatie van bordelen heeft verdere commerciële uitbuiting van prostituees gefaciliteerd, stelt prof. dr. Henk van de Bunt. In de uitoefening van toezicht moet niet te veel waarde worden gehecht aan het onderscheid tussen de illegale en de vergunde prostitutiesector.
In september 2007 besloot het college van B en W van Amsterdam om 51 ramen in het wallengebied te kopen. Het gemeentebestuur zegt tot deze aankoop te zijn overgegaan omdat er in de prostitutiewereld de afgelopen jaren een „keiharde business” is ontstaan: „Er bestaan ondanks de legalisering van prostitutie in ons land sterke vermoedens van vrouwenhandel.” Het is een wrange constatering, zeven jaar na de opheffing van het bordeelverbod. Immers, een van de centrale gedachten van de wetgever was juist dat de opheffing van het bordeelverbod de mogelijkheid zou bieden om een eind te maken aan misstanden in de sector.Het Amsterdamse besluit is des te opmerkelijker omdat het eerdere, positieve oordelen over de legalisering weerspreekt. De opheffing van het bordeelverbod heeft echter, zo moet met de wijsheid achteraf worden geconstateerd, een monstrum gecreëerd. Uitgaande van de gedachte dat prostitutie een gewoon beroep is (of behoort te zijn) heeft de wetgever gepoogd normale arbeidsverhoudingen te creëren. Maar van de idee dat prostituees in normale loondienst of dienstbetrekking zouden komen is in de praktijk weinig terechtgekomen.
Comfortabel
In overgrote meerderheid zijn de prostituees formeel als ”zelfstandig ondernemer” werkzaam. Voor de uitbaters van de bordelen of sekshuizen is dit een comfortabele positie. Zij kunnen zich afzijdig houden door zich formeel op te stellen als louter de verhuurder van werkruimtes. Maar feitelijk bepalen zij nog steeds de arbeidsomstandigheden en condities waaronder de prostituees moeten werken.
In de vergunningverlening en controle is geen aandacht voor de mannen (de pooiers) op de achtergrond die hun vrouwen pressen of aanzetten tot prostitutie en daaruit profijt trekken. Door hun toedoen doorlopen de vrouwen gewillig de procedures om zelfstandig ondernemer te worden. Geen loket zal belemmeringen opwerpen zolang de juiste papieren getoond kunnen worden.
Een belangrijk probleem bij het signaleren van misstanden is dat de slachtoffers zelf ambivalent reageren op hun situatie. Veel vrouwen blijken ondanks de mogelijkheden die de opheffing van het bordeelverbod biedt om een ’gewoon beroep’ als prostituee uit te oefenen, toch te kiezen voor de marginaliteit: belasting ontwijken, werken in het verborgene, een valse identiteit aannemen enzovoort.
Stilzwijgen
Deze wens om in de marginaliteit te opereren schept een stevige band tussen seksondernemers, prostituees en hun klanten. Een band die resulteert in het afdekken van elkaar in geval van controle, of in het gewillig uitoefenen van het werk onder erbarmelijke omstandigheden. In de afgelopen jaren zijn toezichthouders noch wetenschappelijk onderzoekers erin geslaagd om deze samenzwering van stilzwijgen te doorbreken.
Uit enkele grote onderzoeken naar vrouwenhandel blijkt dat ook in de vergunde sector op grote schaal misstanden voorkomen. De legalisering van de exploitatie van bordelen heeft verdere commerciële uitbuiting van prostituees gefaciliteerd; naast de pooiers en de exploitanten verdienen ook uiteenlopende beroepsgroepen zoals bodyguards, financiële adviseurs en borstvergrotingsklinieken aan de prostitutie. Ook zij hebben geen belang bij het onthullen van misstanden.
De belangrijkste les die uit de onderzoeken getrokken kan worden is dat er niet al te veel waarde moet worden gehecht aan het onderscheid tussen de illegale en de vergunde prostitutiesector in de uitoefening van toezicht.
De auteur is hoogleraar criminologie aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. Dit artikel is een samenvatting van een artikel over mensenhandel in het themanummer van Justitiële Verkenningen, dat vandaag verschijnt.