De voorbereidingen om de olie uit het schip te pompen gaan dit weekeinde verder. De daarvoor benodigde apparatuur ligt klaar op een schip in Richards Bay.

De Jolly Rubino, met een lengte van 190 meter en een breedte van 28 meter, raakte vorige week voor de kust van Zuid-Afrika in brand en lekt sindsdien olie uit de beschadigde brandstoftanks. Het schip was op weg van Durban naar Mombassa en ligt nu nabij een natuurreservaat. Volgens bergingsbedrijf Smit zijn er eerder enkele explosies aan boord geweest, waarschijnlijk van verf en verdunningsmiddelen die werden vervoerd.

Kleijwegt noemde gistermiddag op het hoofdkantoor van Smit in Maasluis de omstandigheden waaronder de bergers moeten werken moeilijk. „De harde wind dwingt hen voortdurend om van boord te gaan. Dat kan alleen per helikopter en is dus zeer omslachtig.” De wind wakkert bovendien het vuur aan en zorgt ervoor dat de temperatuur in de machinekamer snel oploopt. Ook is er veel rook en te veel koolmonoxide.

Volgens Smit wordt het water dat door scheuren in onder meer de brandstoftanks in de Jolly Rubino is gestroomd, niet weggepompt, maar gebruikt om de machinekamer te koelen. „Het schip staat van voor tot achter in brand. De Jolly Rubino heeft geen aparte ruimen. Een ander schip zou dat wel hebben, waardoor we de brand hadden kunnen isoleren”, stelt Kleijwegt vast.

Harde wind en 8 tot 9 meter hoge golven bemoeilijken de werkzaamheden vanaf het begin. De stabiliteit van de Jolly Rubino is bovendien niet goed, het schip zwiepte aanvankelijk wisselend 40 graden naar stuur- en bakboord. Het water dat de Jolly Rubino binnenstroomt via de scheuren, maakt het schip bovendien zo zwaar dat het niet kan worden vlotgetrokken.