Kinderarbeid en kindermoord
Wie een splinternieuwe fiets koopt voor twee tientjes, maakt zich schuldig aan heling. Maar valt je ook wat te verwijten als je iemand niet waarschuwt die tijdens het autorijden zijn mobiele telefoon bij zijn oor houdt? ”Er bijgestaan, is meegedaan”, is een gezegde waarvan de strekking verder gaat dan kwajongenswerk. Het vraagstuk van de medeplichtigheid is echter complex.
Deze week was een zware Nederlandse afvaardiging op bezoek in India. Al voordat de koningin en de ministers uit het vliegtuig stapten, luidden enkele stichtingen de alarmbel over de miljoenen kinderen die werkzaam zijn in landbouw en industrie. Moet Nederland bij zo’n deftige visite daar nu wel of niet woorden aan vuil maken?De Indiase minister van Handel en Industrie is bepaald niet blij met de ophef. Volgens de overheid zijn er in India 13 miljoen kindarbeiders. Hij zal aanvoeren dat dit op een totaal van 1 miljard inwoners ’slechts’ 1 procent van de bevolking is. Bovendien is het op het platteland niet zo vreemd als kinderen hand- en spandiensten verrichten. Daar komt bij dat India vorig jaar de wetgeving rond kinderarbeid weer heeft aangescherpt. Kinderen mogen alleen nog in de landbouw of in het eigen huishouden werken. De maatregelen hebben echter nog niet overal effect, zegt de minister.
De praktijk is echter een stuk weerbarstiger. Officieuze cijfers gaan uit van 50 tot 100 miljoen kinderen die in naaiateliers of op vuilnisbelten een paar schamele stuivers per dag verdienen. Soms gebeurt dat onder zeer miserabele omstandigheden en gedurende zeven dagen per week.
Het spreekt vanzelf dat de verantwoordelijke minister daar liever niet te diep op ingaat. India heeft een snelgroeiende economie en een rijke bovenlaag. Officieel is het kastenstelsel afgeschaft, maar het denken in verschillende hiërarchische lagen zit nog tussen de oren. Kinderarbeid is een vervelend symptoom van een diepgeworteld probleem in de Indiase samenleving. Het land wil graag meetellen als economische grootmacht, als nucleaire staat. Dan voelt het onprettig aan als bezoekers uit een klein westers landje je op die onderhuidse ziekte wijzen.
Toch is het terecht dat er rond het staatsbezoek veel aandacht was voor kinderarbeid. Er is voor gekozen om minister Verhagen de kritiek van Nederland over te laten brengen. Het zou zwaar aangekomen zijn als de koningin zelf het mes in dit gezwel had gezet - al was dat gezien het gewicht van het probleem ook te verdedigen geweest. Er is immers nog een reden waarom Nederland zich niet van de wijs moet laten brengen wanneer een Indiase minister moppert over bemoeizucht. Verhagen heeft niet eens gerept over de selectieve abortuspraktijk, waardoor in een periode van twintig jaar zo’n 10 miljoen Indiase meisjes in de moederschoot zijn gedood. Jammer dat hij dat niet ter sprake bracht. Diplomatieke banden, economische delegaties en ceremoniële bezoeken scheppen verplichtingen. De zwaarte daarvan neemt toe naarmate de delegatie een hogere status heeft.
Er bijgestaan, is meegedaan. Er kan niet op iedere slak zout gelegd worden, maar wie niet openlijk afstand neemt van zaken zoals kinderarbeid en kindermoord en toch banden aanknoopt, is medeverantwoordelijk.