Christenen hebben niets te zoeken op Loofhuttenfeest
Het bezoek van duizenden christenen aan het Loofhuttenfeest in Jeruzalem is misplaatst, vindt rabbijn Lody B. van de Kamp. Wie komt met een christelijke Bijbelse agenda heeft niets te zoeken op dit Joodse feest.
Ook dit jaar streken meer dan 7000 christenen uit tal van landen tijdens het zeven dagen durende Loofhuttenfeest neer in Jeruzalem. Dit om hun solidariteit met het Joodse volk te tonen. Hun komst was dit jaar minder gewenst dan voorgaande jaren. De Israëlische opperrabbijnen hadden de Joodse burgers van de hoofdstad opgeroepen om weg te blijven van de festiviteiten van de christelijke bezoekers.Harry Nihom, voorzitter van Chai, een Israëlische liefdadigheidsorganisatie, was vorige week in Nederland. Hij hekelde tijdens een bijeenkomst in Oldebroek de uitspraak van de opperrabbijnen, zo was maandag te lezen in deze krant. „De opperrabbijnen beseffen niet dat we niet kunnen bestaan zonder de hechte band met christenen. We zijn familie van elkaar.”
Met veel respect voor de heer Nihom, maar hij heeft het niet bij het rechte eind. De opperrabbijnen weten heel goed wat zij bedoelen met de uitspraak over de christelijke loofhuttenliefde waarmee de inwoners van Israëls hoofdstad zich ieder jaar geconfronteerd weten. Ja, de gasten worden ieder jaar welkom geheten door de Israëlische regeringsleiders. Vertegenwoordigers van de verschillende zionistische organisaties worden tijdens de festiviteiten alom gesignaleerd.
Niet onvoorwaardelijk
Toch zit hier iets heel dubbels in.
Veel van de gasten komen uit de evangelische hoek. In de Verenigde Staten, Japan, Ghana, Holland, Canada en heel veel andere landen tonen zij zich ondersteuners van Israël. Met woord en daad belijden zij hun ’liefde’ voor het Joodse volk. Maar voor velen van hen is dit niet onvoorwaardelijk. Zij doen dit -dat is hun goed recht, vanuit hun geloofsvisie bezien- met het oog op de christelijke toekomstvisie dat het Joodse volk ooit ”de ogen zullen opengaan”. Zij geloven in de taak en de opdracht die de christen heeft om te getuigen en dus ook de Jood in aanraking te brengen met het christelijk-Messiaanse gedachtegoed.
Veel van de organisaties die jaarlijks naar Jeruzalem afreizen, hebben beloofd om in Jeruzalem niet te evangeliseren onder de Joden; ze zijn uiteindelijk te gast. Maar in hun hart is dit slechts een tijdelijke houding. Hun geloof geeft hun in om wel degelijk met de Bijbel in de hand de Jood op te roepen om zich te bekeren. En daar zijn de Israëlische opperrabbijnen niet van gediend. Of, sterker gezegd: terecht zien de geestelijke leiders van het Joodse volk het als hun taak om de Joodse gemeenschap te beschermen tegen de zendingsdrang van die duizenden die menen dat zij samen met Joods Jeruzalem Loofhuttenfeest moeten vieren.
Nu vinden christenen, en ook sommige Joodse Israëli’s, omdat zij om allerlei redenen een relatie hebben met deze christenen, deze oproep misschien niet leuk. Maar op dezelfde wijze als de christelijke gasten de vrijheid hebben om te geloven wat zij willen geloven, hebben de opperrabbijnen de vanzelfsprekende vrijheid om de Jood tegen zending en missie in bescherming te nemen. Ook wanneer dit de evangelisatiedrang van de gasten inperkt.
Invulling
Daarnaast is er nog een ander argument waarom de Joodse burger toch misschien niet zo blij is met deze overdaad aan internationale christelijke belangstelling. Loofhuttenfeest, Soekot, is een van de Joodse feesten. De Bijbel, de Talmoed en nog een aantal Joodse bronnen geven precies weer op welke manier er een invulling wordt gegeven aan deze week op de Joodse kalender. Op geen enkele manier doet het bezoek van die duizenden christenen met een eigen Bijbelse agenda recht aan het vieren van dit Joodse feest.
Stel u voor dat Joden uit de hele wereld tijdens de kerstdagen of tijdens het christelijke paasfeest optrekken naar Bethlehem of Nazareth om daar vanuit het Joods verstaan van de Bijbel, dus het niet-accepteren van het Nieuwe Testament, samen met de feestende christenen kerst te gaan vieren. Terecht zouden de christenen op de heilige christelijke plaatsen op zijn minst zeggen dat zij niet ”amused” zouden zijn. Joden blijven dan ook weg. Tijdens die dagen hebben zij daar niets te zoeken.
Het lijkt mij dat de Jood van zijn ”goede evangelische vrienden” op zijn minst een vergelijkbare houding mag verwachten. Alleen een dergelijk gedrag zal de vriendschap echt ten goede komen. Het is jammer dat de uitspraak van de opperrabbijnen nodig was om iedereen de ogen te openen. Onze goede vrienden hadden dit uit zichzelf moeten begrijpen.
De auteur is orthodox-joods rabbijn.