„Ik haatte de mannen die bij me kwamen”
Ze kreeg een gouden toekomst in Duitsland voorgespiegeld, maar werd tewerkgesteld in de rosse buurt in Amsterdam. In ”Hoop” vertelt Diana, afkomstig uit Tsjechië, over de traumatische ervaringen die ze opdeed in de prostitutie en de moeizame weg om uit het dal omhoog te klimmen. ”Schemerdonker” belicht de problematiek van de andere kant. Deze uitgave wil bezoekers van bordelen helpen het zwijgen te doorbreken en de weg naar bevrijding uit een verslavende macht in te slaan.
Diana ontmoet in haar leven heel wat tegenslag. Ze groeit op in een onstabiel gezin in Tsjechië. Haar verslaafde moeder („die nooit een moeder is geweest”) stuurt Diana eropuit om bij oma geld te stelen. Als kind wordt ze door drie jongens verkracht. Twee relaties met mannen lopen op de klippen en bij haar derde echtgenoot is ze eveneens ongelukkig.Het lijkt voor Diana dan ook een bevrijding als een ’vriend’ van haar derde man haar vraagt mee te gaan naar Duitsland. Daar zou ze in de horeca goed geld kunnen verdienen. Zonder dat ze het beseft, raakt ze verstrikt in een netwerk van vrouwenhandel. Geheel tegen haar zin belandt ze in Amsterdam in de prostitutie. Er breekt een periode aan waarin ze „onterende ervaringen” opdoet. Ze wordt onder meer verscheidene keren verkracht en krijgt te maken met bedreiging en beroving.
Door middel van drank probeert Diana haar pijn te verdoven. „Johnny Walker, de cognac, werd mijn beste vriend. Deze vriend had ik nodig om alle pijn en leegheid de baas te kunnen. (…) Ik haatte al die mannen die bij me kwamen. Het was bij mij altijd winter. Ik kon alleen maar overweg met kou en kilte. Ik kon ook niets meer voelen. Ik liet die mannen hun gang gaan en lette alleen maar op mijn veiligheid.”
Uiteindelijk wordt ze na elf maanden door een prostituant uit het wereldje bevrijd. Deze man, die zelf net „op een vervelende manier was gedumpt als echtgenoot”, gebruikt zijn contacten in de onderwereld om Diana uit de prostitutie te halen. Daarmee laat ze een dramatische periode achter zich. Al snel doemen echter nieuwe problemen op voor de Tsjechische, die illegaal in Nederland verblijft.
Een ex-prostituee met wie ze in contact komt, maakt Diana duidelijk dat zij professionele hulp nodig heeft om „de trauma’s van prostitutie en zeker van een verkrachting te verwerken.” Ze krijgt hulp van de christelijke organisatie Scharlaken Koord. Uiteindelijk trouwt ze met de man die haar uit de prostitutie heeft gehaald.
Na vier hoofdstukken waarin Diana haar levensverhaal vertelt, volgt het hoofdstuk ”Lessen van de psycholoog”. Hierin wordt benadrukt dat vrouwen die in de prostitutie werken niet alleen slachtoffer zijn, maar ook een eigen verantwoordelijkheid hebben. Het houdt de desbetreffende vrouwen een spiegel voor. Ook wijst het in eenvoudige bewoordingen op enkele belangrijke aspecten van de Bijbelse boodschap voor zondaren.
Het boek wil prostituees hoop bieden. Dat gebeurt op een realistische wijze. Via de organisatie Scharlaken Koord komt Diana met het Evangelie in aanraking. Dat betekent niet dat haar leven meteen radicaal verandert. „Na alles wat Diana heeft meegemaakt heeft zij moeite om mensen en God te vertrouwen. Toch gelooft ze dat Hij bestaat en wil ze Hem stap voor stap meer leren kennen.”
Verslavende macht
Hoop bieden is ook het doel van het „drieluik over hoerenlopers” dat de titel ”Schemerdonker” kreeg. Deze uitgave van de in Den Haag werkzame organisatie Christelijke Hulp aan Prostituanten (CHAP) wil laten zien dat „met Gods hulp bevrijding van prostitutiebezoek mogelijk is.”
De verhalen van Gerbert, Blink en Ricardo zijn verzonnen. Ze geven volgens auteur Roel de Wilde echter een realistisch beeld, omdat ze zijn voortgekomen uit gesprekken met bezoekers van prostituees. De verhalen tonen aan „hoe groot de verslavende macht van ongezonde seks is.”
Het boek geeft iets weer van de uiteenlopende achtergronden van prostituanten. Gerbert is een oudere, gescheiden en eenzame man die regelmatig een bezoek brengt aan de tippelzone. Blink is een vrijgezel die vanwege een licht autistische stoornis er niet in slaagt een gewone relatie aan te gaan. Via internet is hij verslaafd geraakt aan porno en hij ontvangt regelmatig vrouwen bij hem thuis. Ricardo is getrouwd maar mist in zijn huwelijk de beleving van seksualiteit. Die zoekt hij vervolgens in bordeelstraten.
De worsteling van de mannen, die voor een deel een christelijke achtergrond hebben, komt in ”Schemerdonker” helder naar voren. De beschrijving van hun omgang met prostituees is -terecht- sober. Ook maakt de uitgave duidelijk dat een ingesleten levenspatroon, zeker tegen de achtergrond van een dieper liggende problematiek, vaak niet van de ene op de andere dag te veranderen valt. Veelal gaat het om een langdurig proces.
Het boek wil mannen die met deze problematiek worstelen, hoop bieden. Toch is de hoop die uit de drie verhalen spreekt uiteindelijk zeer beperkt. Geen van de drie eindigt met een definitieve breuk met de wereld van porno en prostitutie. Zo zegt Ricardo aan het eind: „Hoewel ik graag zou stoppen met hoerenlopen, ben ik daar nog niet aan toe.”
Blink doet wél een serieuze poging met zijn verleden te breken, maar valt uiteindelijk terug. Op een dag houdt hij een grote opruiming, waarbij onder meer foute films en dvd’s bij het straatvuil belanden. Als kort daarna een bekende prostituee bij hem op de stoep staat, laat hij haar vertrekken zonder van haar ’diensten’ gebruik te maken.
Aan het eind van het slothoofdstuk zit Blink „met een rotgevoel” toch weer pornosites te bekijken. „Langzaam wordt het donker, schemerdonker”, zo sluit het hoofdstuk af. Als lezer blijf je zitten met de vraag hoe het verder gaat met Blink. Was deze terugval een incident of is hij er uiteindelijk niet in geslaagd zijn verleden op het terrein van pornografie en betaalde liefde achter zich te laten?
Geloof
Na drie verhalen volgt een zeer korte mailwisseling tussen Roel de Wilde en ene Bart, een man die prostituees heeft bezocht. Bart mailt: „Afgelopen zomer ben ik tot volledig geloof in de Heer Jezus gekomen en Hij heeft mijn drang om naar prostituees te gaan volledig weggenomen. Ik ben nooit meer geweest. Ik heb veel openbaring gehad. Hij is mijn denken aan het vernieuwen en de strijd tegen verleiding gaat met Gods kracht erg goed.”
Dit korte getuigenis vormt een behoorlijk contrast met de uitgebreide verhalen van de drie andere mannen. Zou deze afsluitende passage niet beter tot haar recht zijn gekomen als de achtergrond ervan nader was uitgewerkt? Al snel kan nu de indruk ontstaan dat het „volledig tot geloof in de Heer Jezus” komen zonder meer het einde betekent van een zondig levenspatroon. Hierover zou heel wat meer te zeggen zijn dan in dit boek gebeurt.
Wat verder opvalt, zijn de ontelbare spelfouten. Die zijn ronduit storend en een uitgave met een positief doel zoals dat van ”Schemerdonker” onwaardig. Dat is jammer, temeer omdat de problematiek die het boek aan de orde stelt, en die ook in christelijke kring voorkomt, wel degelijk aandacht verdient.
N.a.v. ”Hoop. Het verhaal van Diana”, door Fouchina Catherina; uitg. Oogstpublicaties, Amsterdam, 2007; ISBN 978 90 75953 27 5; 83 blz.; € 5,-;
”Schemerdonker. Drieluik over hoerenlopers”, door Roel de Wilde; uitg. CHAP, Den Haag, 2007; ISBN 978 90 810384 2 3; 137 blz.; € 9,90 (excl. verzendkosten); te bestellen via www.chap-in.nl/boek.