Opinie

Niet slechts oog voor het milieu alleen

Als puntje bij paaltje komt, kiest de ChristenUnie steeds voor het milieu en tegen de boeren, zo stelde SGP-fractievoorzitter Van der Vlies na afloop van het debat over de ammoniakwet. De ChristenUnie stemde met PvdA, D66, GroenLinks en SP voor de wet en zorgde er daarmee voor dat zo’n 3000 boeren extra in de problemen komen, aldus de SGP. D. Stellingwerf vindt dat onterechte kritiek en beweert dat hij juist 4500 bedrijven van de ondergang heeft gered.

29 November 2001 10:38Gewijzigd op 13 November 2020 23:17

Afgelopen week stemde de Tweede Kamer in met de nieuwe Stankwet en de nieuwe Ammoniakwet voor de veehouderij. Belangrijke wetgeving gezien de zaak waar het om draait, maar ook omdat de Eerste Kamer aanvaarding van de Reconstructiewet afhankelijk heeft gemaakt van de inhoud van de nu aanvaarde stank- en ammoniakwetgeving.

Met deze wetten zijn grote belangen voor de agrarische sector gemoeid. In het kader van de Reconstructiewet komt immers 1,1 miljard gulden voor deze sector beschikbaar om twee belangrijke doelstellingen te bereiken. Enerzijds wordt de structuur van de agrarische sector verbeterd, terwijl anderzijds de milieudruk in kwetsbare gebieden wordt verminderd.

Ook de fractie van de ChristenUnie stond uiteindelijk voor de keuze de Ammoniakwet te aanvaarden of te verwerpen. Onze stemmen waren, gezien de 75-tegenover-75-verhouding in het parlement, zelfs doorslaggevend. De ChristenUnie vond het, alles afwegende, onverantwoord om tegen de wet te stemmen. Verwerping van de wet zou voor tienduizenden bedrijven en voor de beschikbare financiële middelen grote gevolgen hebben gehad.

De nieuwe Ammoniakwet dient te worden beoordeeld vanuit de nu nog geldende Interimwet ammoniak en veehouderij. Welnu, deze interimwet is voor de Nederlandse veehouderij aanzienlijk meer beperkend dan de nieuwe Ammoniakwet. De zone waarbinnen momenteel rond natuurgebieden beperkingen gelden is zelfs 3 kilometer breed! Ruim 50.000 veehouders ondervinden daar in hun bedrijfsvoering al vele jaren de gevolgen van. Alleen in de gebieden waar zogeheten ammoniakreductieplannen (ARP’s) zijn opgesteld, is bedrijfsuitbreiding in bepaalde mate mogelijk.

Natuurgebieden
Door de Reconstructiewet worden de mogelijkheden van een groot aantal veehouders om de bedrijfsvoering aan te passen vergroot, onder een gelijktijdige vermindering van de milieudruk. Het probleem was dat de regering in het wetsvoorstel uitging van een strook van 500 meter rond alle kwetsbare natuurgebieden waarbinnen agrarische bedrijven beperkingen zouden ondervinden. Gezien de breedte van de zone en gezien het aantal natuurgebieden waar deze zone omheen zou komen te liggen, betekenende dit dat de ontwikkelingsmogelijkheden voor de veehouderij in grote delen van Nederland zouden worden afgesneden. Op zo’n manier loste de wetgeving niets op, laat staan dat van de beoogde reconstructie iets terecht zou komen! Dat was voor ons onaanvaardbaar.

Gedurende de schriftelijke voorbereiding en het debat in de Kamer is de regering gelukkig op een aantal punten aan de kritiek uit de Kamer tegemoetgekomen. Zo versoepelde de regering de regels voor melkveehouderijen en voor biologische veehouders. Daarnaast werd de omvang van de natuurgebieden beperkt door terreinen van kleiner dan 5 hectare en de nieuwe natuur van na 1988 uit te sluiten van de beperkingen. Het oppervlak natuurgebied werd tevens beperkt tot de kern van de ecologische hoofdstructuur (EHS). Grote delen natuurgebied vallen daar nu dus buiten.

Na politieke druk van CDA, VVD, ChristenUnie en SGP ging de regering uiteindelijk toch akkoord met een inperking van de zone tot 250 meter. Het betrof hier een uiterst belangrijke stap, omdat daarmee het aantal ”beperkte” veehouderijen verder afnam van 14.000 tot 7000. Voor CDA, VVD en SGP waren deze aanpassingen onvoldoende. Zij wilden het areaal natuurgebied verder beperken tot de zogeheten ”zeer kwetsbare natuur”. Het aantal in bedrijfsvoering beperkte veehouderijen zou daarmee dalen tot 4500.

De ChristenUnie vond die verdere inperking weinig geloofwaardig. Van de ruim 43.000 bedrijven die onder de nu geldende interimwet worden beperkt, krijgen door de nieuwe Ammoniakwet 36.000 bedrijven juist meer ontwikkelingsruimte!

Op slot
Daarbij kwam dat het in onze visie veel belangrijker was een door een PvdA-amendement dreigend ’dierstandstill’ van tafel te krijgen. Door dit amendement zouden maximaal 14.000 veehouderijen volledig op slot gezet worden, doordat ze niet meer dieren mogen houden dan het huidige aantal. Toen richting PvdA was duidelijk gemaakt dat de ChristenUnie tegen de wet zou stemmen indien het amendement in de wet zou worden opgenomen, werd de stemming op verzoek van de PvdA met twee uur uitgesteld. Tijdens dat uitstel heeft de fractie van de ChristenUnie de PvdA-fractie, omwille van het aannemen van de wet, ertoe kunnen brengen het gewraakte amendement in te trekken. Zodoende heeft de ChristenUnie het voor elkaar gekregen dat vele duizenden bedrijven nog enige ontwikkelingsmogelijkheden behouden.

In dat kader verbaasde het me zeer dat VVD, CDA en SGP de regering in laatste instantie, in ruil voor steun aan het wetsvoorstel, het aanbod deden een dierstandstill te accepteren voor de 250-meterzone rond de zeer kwetsbare natuur. De ChristenUnie wilde óók dit dierstandstill niet. Naar mijn mening was dit een onverantwoord compromis. Als dit voorstel zou zijn geaccepteerd, had dat betekend dat 4500 bedrijven volledig op slot kwamen te zitten. Door deze ’sterfhuisconstructie’ zouden deze bedrijven ten dode zijn opgeschreven. De gevolgen voor deze 4500 bedrijven zouden groter zijn geweest dan de gevolgen van het nu aanvaarde wetsvoorstel. Op basis van het aanvaarde wetsvoorstel krijgen 7000 bedrijven weliswaar met een emissiestandstill te maken, maar dit betekent toch dat men nog ontwikkelingsmogelijkheden heeft, mits men de ammoniakemissie kan reduceren.

Redders
De reductie van de ammoniakemissie wordt in een zogeheten Algemene Maatregel van Bestuur (amvb-Huisvesting) geregeld. In die amvb wordt nu nog alle emissiewinst als milieuwinst ingeboekt. Het lijkt mij redelijk wanneer hierin een evenwichtiger verdeling wordt opgenomen. Dat kan door bijvoorbeeld 50 procent van de winst in te boeken als milieuwinst en de andere 50 procent aan het desbetreffende bedrijf te laten, waarmee de bedrijfsvoering kan worden verbeterd. Hier lijkt een mooie taak voor de Eerste-Kamerfractie van de ChristenUnie te zijn weggelegd.

Ik vind dat de ChristenUnie binnen de huidige politieke verhoudingen een verstandig evenwicht heeft gevonden tussen een verantwoord beheer van de schepping en het ruimte geven aan de agrarische bedrijfsvoering. Het is niet zo dat door ons stemgedrag 3000 bedrijven extra in de problemen zijn gebracht. Integendeel! Door het dierstandstill buiten de wet te houden, hebben we 4500 bedrijven juist voor een gewisse ondergang kunnen behoeden.

Ik vindt de reactie van SGP-landbouwwoordvoerder Van der Vlies dan ook minder dan een halve waarheid wanneer hij in het RD van 23 november over de ChristenUnie zegt: „Als puntje bij paaltje komt, kiezen zij steeds voor het milieu en tegen de boeren.” Deze reactie doet volstrekt onrecht aan onze gewetensvolle afweging en aan de hiervoor genoemde feiten. Ik hoop van harte dat de electorale strijd om de agrarische kiezers niet op deze manier gestreden gaat worden, maar op een manier die recht doet aan onze diepste motieven om zowel voor de agrarische sector als voor de schepping het beste, of zo u in de huidige omstandigheden wilt het minst slechte, te zoeken.

n.a.v.De auteur is landbouwwoordvoerder van de ChristenUnie in de Tweede Kamer.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer