Van melkzee via boterberg naar varkensgletsjer
Brussel schiet de noodlijdende varkenssector te hulp door subsidie te verlenen om varkensvlees enkele maanden op te slaan, in afwachting van hogere vleesprijzen. Inkrimping van de sector, die zo overduidelijk is vastgelopen, is een meer voor de hand liggende optie, meent dr. Birgit Verstappen.
De overheid stimuleert groei, groei en nog eens groei. En van alle overproductie op de vrije markt krijgt de belastingbetaler natuurlijk weer de rekening. Na boterberg en melkzee nu de varkensgletsjer.Wat is er aan de hand? Varkensvlees brengt als gevolg van overproductie en gestegen kosten van veevoeder weinig op. Oplossing: varkens worden tijdelijk ingevroren. De varkensgletsjer die zo ontstaat, hoopt men dan in het voorjaar weer te kunnen ontdooien als de prijzen zijn aangetrokken.
Alarmbel
De afgelopen twee maanden hebben zowat alle vakorganisaties in Europa aan de alarmbel getrokken. Het rendement in de varkenssector is diep weggezakt. Men kampt momenteel met erg lage vleesprijzen, terwijl het voeder 35 procent duurder is dan een jaar geleden.
Brussel steekt nu de helpende hand toe. Slachthuizen kunnen subsidie krijgen om varkensvlees enkele maanden op te slaan, in afwachting van hogere vleesprijzen, zo meldde het ANP vorige week.
De Europese Commissie schat 40 miljoen euro nodig te hebben om 100.000 ton varkensvlees gedurende drie tot vijf maanden te laten opslaan. Men schijnt echter niet te beseffen dat er dan in het voorjaar opeens een grote lading vlees op de markt komt: ontdooid én vers vlees. Bovendien houdt men er geen rekening mee dat met de groeiende veestapel de prijs voor het veevoer alleen maar zal stijgen, zeker nu ook Aziatische landen hun deel van de welvaart claimen.
Wat betekent de kwestie van overproductie van varkensvlees voor de varkenstsunami in Nederland? Welke conclusie trekken politici? Gaan ze de absurditeit inzien van de golf van megavarkensstallen in Brabant en Overijssel?
Nee, men gaat rustig op dezelfde weg door. Het vlees ligt nu eerst een paar maanden in een vriescel, voordat het -zo hoopt men althans- genoeg waard is geworden om weer te verkopen. Dit gaat de belastingbetaler om te beginnen 40 miljoen euro kosten.
Huisvestingsproblemen
De varkenstsunami stelt ons voor huisvestingsproblemen. De provinciale overheid spreekt wel over landschappelijke inpasbaarheid, maar doe dat maar eens in een open weide- of poldergebied met een 9 meter hoge en een twee tot wel vijf voetbalvelden (= 2,5 hectare) grote betonnen doos!
Maar veel erger nog dan deze landschappelijke verkrachting is de ethische onaanvaardbaarheid van het feit dat weerloze dieren, onze medeschepselen, een waardig leven naar hun eigen aard wordt ontzegd. Hoeveel signalen willen we eigenlijk krijgen voordat we deze waanzin een halt toeroepen?
We verdrinken in de mest: 4000 liter, dat is 33 badkuipen vol, per inwoner, van zuigeling tot senior. Een vijfde daarvan is afkomstig van varkens. We worden bedolven onder het vlees. We verzieken het klimaat (18 procent van de wereldwijde CO(in2(-uitstoot is afkomstig van de veehouderij, meer dan de uitstoot door verkeer en vervoer). God zag dat het goed was, maar wij maken er op deze manier een puinhoop van.
Hoeveel subsidie willen we deze sector eigenlijk blijven verstrekken? In Brabant wijkt men al af van het normale principe ”de vervuiler betaalt”. Hier draait men het om. De vervuiler krijgt met subsidie luchtwassers om de stank te verdrijven.
Wat mij betreft is elke cent die we spenderen aan de instandhouding van dit irrationele en ziekmakende systeem, dat zo overduidelijk is vastgelopen, er één te veel. Inkrimping van deze sector lijkt mij een meer voor de hand liggende optie.
Door in te zetten op kwaliteit in plaats van kwantiteit heeft een boerenbedrijf van normale omvang ook weer een toekomst.
De auteur is Statenlid van de Partij voor de Dieren in Noord-Brabant.