Eenheid tussen wetenschap en vroomheid
Titel: ”Kerk rond het heilgeheim. Opstellen, aangeboden aan prof. dr. A. de Reuver”, onder red. van H. J. Lam, P. J. Vergunst en L. Wüllschleger
Uitgeverij: Boekencentrum, Zoetermeer, 2007
ISBN 978 90 239 2189 9
Pagina’s: 288
Prijs: € 17,50.
”Kerk rond het heilgeheim” is een feestbundel voor en van prof. dr. A. de Reuver. Het boek is hem niet alleen aangeboden, hij presenteerde het ook zelf aan de lezer als aftredend hoogleraar in Utrecht. Zijn afscheidscollege staat erin afgedrukt, zelfs breder dan de uitgesproken rede: 60 bladzijden lang en met ruim 280 noten. Na een korte inleiding door P. J. Vergunst volgt een sympathieke biografie van De Reuver als predikant en professor, die tevens pastor voor studenten en begeleider van aanstaande predikanten in het leervicariaat was - geschreven door J. E. de Groot.
Helaas kan ik niet alle namen noemen van degenen die een wetenschappelijke of meer praktisch gerichte bijdrage (doorspekt met persoonlijke herinneringen) hebben geleverd. Het zijn er zeventien, aangevuld met een accurate bibliografie verzorgd door J. Blom.
Ik noem enkele thema’s: een beknopte studie over Psalm 131 (H. G. L. Peels), het begrip ”doctrina” in de gereformeerde traditie van de zestiende eeuw (H. J. Selderhuis), vroomheidsbeleving in de gereformeerde belijdenis (W. Verboom), bevinding en missionair werk (J. J. Visser), promotiebegeleider met een hoger doel (A. C. Neele).
Afscheidscollege
Ook uit de niet-genoemde bijdragen blijkt de grote waardering en hoogachting voor de persoon en het werk van professor De Reuver. In zekere zin kan men een aantal van deze bijdragen een aanvulling noemen op de biografie waarmee het boek opent. Dat wil dus zeggen dat de leerlingen en de vrienden in het theologische werk van De Reuver zijn persoon en vooral ook zijn spiritualiteit terugvinden.
Dat is denk ik het grootste compliment dat een hoogleraar bij zijn afscheid kan krijgen: wetenschappelijk werk en persoonlijke vroomheid vormen een door velen ervaren eenheid. In dit geval spreekt dat temeer omdat De Reuver ”vroomheid de eeuwen door” als veld van theologisch onderzoek heeft gehad. Dit blijkt in het bijzonder in zijn breed uitgewerkte afscheidscollege. Het gaat over een boekje dat in 1896 bij het afbreken van de dorpstoren in Boskoop is gevonden, waar het meer dan drie eeuwen onopgemerkt bewaard is gebleven.
De Reuver behandelt het boekje -”Een profitelijck ende troostelick boecxken vanden Gheloove ende Hoope”- vanuit drie gezichtspunten. Ten eerste: uit welke kring stamt het en wat zijn de lotgevallen van dit boekje en van de schrijver en de uitgever? Vervolgens: hoe moet men de inhoud typeren? Ofschoon de schrijver tot de Rooms-Katholieke Kerk behoort, treft men er sporen in aan die in de Reformatie breder worden aangezet en doorgetrokken. Ten slotte: hoe verhoudt de schrijver zich tot Thomas à Kempis en Luther? Op een evenwichtige en mijns inziens overtuigende manier blijkt dat Luthers invloed sterker is geweest dan die van Thomas à Kempis. Vooral in dit derde deel komt de evangelische inhoud van dit geschrift sterk naar voren.
Het knappe van deze studie is dat De Reuver door de historische analyse heen zijn eigen visie op en beleving van vroomheid meegeeft, zonder aan het historisch-theologisch karakter van dit onderzoek tekort te doen.
Juweel
Ik was geneigd te schrijven: deze rede is het universitaire testament van de spreker/schrijver. Men kan hem ook beschouwen als een samenvatting van zijn wetenschappelijke werk, dat zich met historisch onderzoek bezighoudt, maar dat tegelijk voor de theologie en de gemeente van vandaag een duidelijke boodschap heeft. De stof is zeer evenwichtig gepresenteerd. Ik aarzel niet deze rede in de afscheidsbundel een juweel te noemen. De Reuver is er mee geëerd en heeft zijn lezers er op hoog niveau mee gediend. Het verbaast me niet dat er reeds binnen twee weken een tweede druk nodig was.