„Schade overstroming Uganda groter dan gedacht”
KAMPALA - Het aantal slachtoffers van de wateroverlast in het noorden van Uganda zorgt voor grote onenigheid. Sommige schattingen stellen dat er maar liefst 300.000 straatarme mensen door de overstromingen zijn getroffen. Anderen houden het op de helft.

Overvloedige regenval zorgde de afgelopen maanden in het noorden en oosten van Uganda voor overstromingen.Op 21 september kwamen de eerste, gewraakte cijfers over de gevolgen naar buiten. De wereldvoedselorganisatie van de VN, bekend onder de afkorting WFP (World Food Program), lanceerde in samenwerking met andere VN-organisaties en de Ugandese regering een noodoproep aan donoren. Er zou sprake zijn van 50.000 direct getroffen gezinnen, in totaal zo’n 300.000 personen. Voor voedselhulp, herstel van wegen en andere hulp zou 41 miljoen dollar nodig zijn.
Binnen enkele dagen zwol de kritiek aan. Het zou niet zo erg zijn, zeiden directeuren van hulporganisaties die actief zijn buiten de rampgebieden, en er zou wel vaker sprake zijn van overstromingen. Deze keer was het wel erger dan normaal, maar de noodkreet zou toch overdreven zijn.
Behalve hulpverleners geloofde ook een aantal diplomaten hun ogen niet toen ze de noodoproep zagen. Een diplomaat die anoniem wil blijven zei dat een aantal van 150.000 direct getroffen slachtoffers waarschijnlijk dichter bij de waarheid ligt dan de genoemde 300.000.
Een andere diplomaat ging verder en zei dat de overstromingen „gehyped” waren. Het zou allemaal reuze meevallen. Onduidelijkheid troef dus en het WFP is de gebeten hond, want dat zouden met te hoge aantallen slachtoffers zijn gekomen.
Plaatsvervangend directeur van het WFP in Uganda, Alix Loriston, verblikt noch verbloost bij het aanhoren van al die kritiek. Sterker nog: „Het is erger dan we eerst dachten”, zegt hij.
„Ik was de eerste hulpverlener die in een vliegtuigje over de getroffen gebieden vloog. Daarna ben ik nog vele malen teruggeweest. Er komen nieuwe cijfers, maar voorlopig houden we het op 300.000 direct getroffen mensen. Zij hebben vaak hun huisje en hun oogst verloren.”
„Los van deze direct getroffen mensen zijn er door overstroomde en kapotte wegen en bruggen nu al 190.000 ontheemden die voor ons over de weg onbereikbaar zijn. Dat zijn mensen die al jarenlang in vluchtelingenkampen wonen vanwege de oorlog tussen rebellen en het Ugandese regeringsleger. Zij worden niet direct door de overstromingen getroffen, maar hebben er toch mee te maken, doordat we hun geen voedsel meer kunnen brengen. Er staat nog een belangrijke brug op springen en enkele wegen worden door het water ondermijnd, zodat wij verwachten dat straks 600.000 van deze interne vluchtelingen onbereikbaar zijn over de weg. Luchtvervoer maakt ons werk weer extra duur.”
Is al duidelijk hoe lang het water nog voor overlast zorgt?
„Zoals het er nu naar uitziet, reiken de gevolgen van deze overstromingen tot juli volgend jaar. Dat blijkt uit schattingen van de FAO (de landbouworganisatie van de VN). Die organisatie berekent de landbouwschade.”
Uw inschattingen verschillen nogal van die van andere organisaties.
„Ik weet dat sommige organisaties hun schattingen baseren op minder gedetailleerde informatie dan wij hebben. Als je alleen met een vliegtuig over de overstroomde gebieden vliegt, kun je geen goede inschatting maken. Ik controleer altijd op de grond of mijn waarnemingen vanuit de lucht kloppen.”
„Vanuit de lucht zien veel cassavevelden er groen uit. Dat belooft een mooie oogst. Maar als je uit je vliegtuig stapt en een cassaveplant uit de grond trekt, zie je dat de plant verrot is. Dus geen goede oogst.”
Er vinden in de getroffen gebieden wel vaker overstromingen plaats, dus de mensen weten hoe ze daarmee om moeten gaan.
„Ja, dat weten wij ook. Dat is een van de redenen waarom we zo lang hebben gewacht met het luiden van de noodklok. Vergeet niet dat in sommige gebieden al in juli overstromingen waren.”
Deze week meldde het WFP dat er een ramp dreigt als donoren niet snel met extra geld over de brug komen. Het WFP zou nog slechts tot december voedsel kunnen verstrekken. Staat het er zo slecht voor?
„Wij hebben slechts 4 miljoen binnengekregen naar aanleiding van onze noodoproep in september. Dat is veel te weinig. We verdelen nu voedsel onder watersnoodslachtoffers dat eigenlijk bedoeld is voor de interne vluchtelingen. We vullen het ene gat op met het andere. De voorraad slinkt dus erg snel.”
„Wat veel donoren niet begrijpen, is dat een ramp vaak een domino-effect heeft. Mensen moeten vluchten en kunnen niet of nauwelijks voor hun gewassen zorgen. Dat heeft nadelige gevolgen voor de oogst en dus voor de toekomstige voedselvoorziening.”