Blonde oma’s
Klonk goed, de troonrede op Prinsjesdag, vond u niet? De noodzaak van herstel van normen en waarden was in bijna iedere zin te horen. Als je die oproep nuchter op je laat inwerken, komt het erop neer dat ouders en ouderen weer worden aangesproken op hun taak als dragers en overdragers van normen en waarden.
Maar zíjn die er nog wel: ouders en ouderen? Natuurlijk, zult u zeggen. Maar willen die ook ouderen zíjn? Daarop is het antwoord ingewikkelder. Misschien is dat het best met een andere vraag te verduidelijken: Komt u nog wel eens vrouwen met grijs haar tegen? Ik niet. Blonde vrouwen, die zijn er wel. Of ze nu achter een kinderwagen of achter een rollator lopen, iedereen gaat tegenwoordig als blondine door het leven.
Nou en? zult u zeggen. Haardracht is nu eenmaal een esthetische uiting en je krullen blond laten verven getuigt weliswaar van een slechte smaak, maar van niet meer dan dat.
Ik denk dat er wél meer achter schuilt. Want dat zelfs vijftigplussers en bejaarden zich zo’n sensueel-erotisch getint kleurtje laten aanmeten kan toch onmogelijk alleen een kwestie van smaak zijn. Net zomin is dat het geval als mannelijke vijftigplussers zich uitdossen in Nike-schoenen en spijkerjasjes.
Nederlandse ouders en ouderen zijn massaal op zoek naar de eeuwige jeugd. Of het nu skatend over het fietspad is, of met hoogblonde lokken achter de geraniums: de ouderen van nu moeten en zullen jong zijn en jong ogen.
Natuurlijk gebeurt dat onder zware druk van de commercie, die de uitdijende groep ouderen er vanwege hun vette bankrekening met de haren bijsleept om maar te spenderen en te consumeren. Maar het is inmiddels ook de samenleving als geheel die hen er indirect toe prest. Met ideologische onverbiddelijkheid wordt afgerekend met alles wat er qua uiterlijk minder ’lekker’ uitziet.
U bent daarvan niet overtuigd? Vraag het oud-medewerkers van de publieke omroepen die er uitgegooid zijn omdat ze te grijs en gerimpeld werden.
Aanpassen is daarom het devies, want dan lijkt het misschien nog wat. En daar schuifelen ze dan: verrimpelde zuurstokvrouwtjes, de Tina-meisjes-op-leeftijd, de gekromde barbiepopjes. Weinig is meer deerniswekkend dan zulke mensjes te zien lopen.
Schande dat we zoiets laten gebeuren. Wat een scháde ook. Sociologen spreken inmiddels van de ”infantilisering” (verkinderlijking) van de samenleving, en daarmee bieden ze een verklaring voor dat wonderlijke fenomeen van de laatste tien, vijftien jaar: dat er geen generatieconflict meer bestaat. De kloof is immers gedicht door de ouders en ouderen die zichzelf als loopplank hebben aangediend. Zijzelf hebben zich qua leefstijl en gedachtegoed dicht tegen de jongeren aangedrukt, en samen kijken ze nu dezelfde kant op.
Is het een wonder dat veel jongeren geen hogere idealen hebben dan de aankoop van een nieuw mobieltje? Gepaste distantie tussen ouders, ouderen en de jeugd is in de opvoeding immers cruciaal. Want zonder afstand geen uitzicht en zonder uitzicht geen idealen. Distantie is er niet om af te stoten, maar juist om aan te trekken, om uit te dagen, hogerop te komen: de wereld van het volwassen leven wacht op je!
En bij dat volwassen leven hoort dan ook het grijze (of kale) hoofd. Want wordt daarin niet het mensenleven ontvouwd, met zijn wisselende fasen en zijn ervaringen? Na de jeugd, met zijn obsessie voor het uiterlijke, zijn onrust, vitaliteit en onbezonnenheid, is daar het volwassen leven. Met zijn nadruk op innerlijke schoonheid, zijn besef van vergankelijkheid, en zijn inzicht in wat werkelijk de moeite van het leven waard is. Is dat ook niet wat Spreuken 20:29 bedoeld: „Der jongelingen sieraad is hun kracht, en der ouden glorie is de grijsheid?”
Welnu, in die context horen normen en waarden thuis. Niet als kant-en-klare fatsoensregeltjes die per reclameboodschap zijn te slijten, maar deel uitmakend van een hogere orde die mijn grijze leventje te boven gaat en omspant. Beproefd, niet in het pretpark, maar in de praktijk van het leven. Vanuit dat besef normen en waarden overdragen aan jongeren, daar draait het om. Bij het overdragen ervan horen daarom op zijn minst volwassen mensen -ouden van dagen en ouders- die zichzelf durven zijn.
Of dat in onze samenleving ook zo gaat gebeuren? Laten we het hopen. Eerst zal het er van komen dat voorheen grijze mannen er bij ons pikzwart bij gaan lopen om hun eeuwige jeugd uit te stralen. De huidige obsessie van de eeuwige jeugd heeft immers ideologische trekken. Communistisch China is op dit punt een treffend voorbeeld. Wist u dat Chinese partijleiders al sinds jaar en dag ook hun haar verven? Uiteraard niet blond, maar zwart. Alsof ze willen zeggen: Wij verlossers, verkondigers van de communistische ideologie, brengen u de eeuwige jeugd. Laat u overtuigen, kijk naar ons (kapsel).
Om door een ideologie als de onze heen te komen, is geloof nodig. Wat zeg ik? Het geloof der vaderen is nodig! Het geloof dat met zijn normen en waarden verwijst naar een hogere orde. En dat heenwijst naar een toekómstige orde van verzoende schuld en herstelde gerechtigheid. Een orde die de ware Verlosser Zelf zal vestigen.
En dan gebeuren er wonderlijke dingen. Dan wordt gerealiseerd wat al die blonde dametjes nu zo krampachtig najagen. Lees maar in Jeremia (31:13): „Dan verheugt zich het meisje in de reidans, jongelingen en grijsaards tezamen. Ik verander hun rouw in vreugde. Ik troost en verblijd hen na hun smart.”