Polen opnieuw in cruciale rol op EU-top
BRUSSEL - Het is de bedoeling dat de EU-regeringsaanvoerders volgende week in Lissabon de laatste hand leggen aan de tekst van een nieuw verdrag. Hoe voorspoedig het overleg zal verlopen, lijkt vooral af te hangen van de opstelling van Polen. Dat land vormt ook ditmaal een onberekenbare factor.
In juni bereikten de leiders een akkoord over de belangrijkste kwesties. Zij namen afstand van de term grondwet en gunden vlag en volkslied, symbolen die doen denken aan een superstaat, niet langer een officiële vermelding. Sindsdien praten we over een gewone herziening van de spelregels, zoals dat ook het geval was bij de aanpassingen die tot stand zijn gebracht in onder meer Maastricht, Amsterdam en Nice. Het hervormingsverdrag, luidt de nu gangbare aanduiding.Specialisten hebben in de voorbije maanden de afspraken vertaald in juridische formuleringen. Kortgeleden rondden zij die klus af. De politieke chefs moeten nog één keer over het dossier in conclaaf. Dat gebeurt volgende week donderdag en vrijdag tijdens hun herfsttop in de Portugese hoofdstad. Als het lukt alle plooien glad te strijken, zullen zij in december het definitieve ontwerp op plechtige wijze ondertekenen. De ministers van Buitenlandse Zaken vergaderen maandag om zo veel mogelijk voorwerk te verrichten.
Met de Britten zijn er geen geschillen meer, melden bronnen in Brussel. Via een doolhof van bepalingen, volgens sommigen enkel toegankelijk voor de fijnproevers, is geregeld dat zij niet hoeven te participeren in het gemeenschappelijk beleid op het terrein van justitie en politie. Ook blijven zij buiten het handvest van de grondrechten. „Liever geen opt-outs, maar als dat de prijs is voor vooruitgang, aanvaarden we dat”, zei vicevoorzitter Wallström van de Europese Commissie deze week. Premier Brown van het Verenigd Koninkrijk, die op het hoogste podium van de EU debuteert, waarschuwt wel dat bij een uitholling van de toezeggingen hij over het verdrag een referendum zal uitschrijven, met alle risico’s van dien.
De meeste van de resterende openstaande puntjes over de tekst zullen, als zich tenminste geen verrassingen aandienen, niet voor problemen zorgen. Alleen de eis die Polen inbrengt, zou het feestje kunnen verstoren. Het betrokken land geniet binnen de EU de reputatie van een lastige klant.
Bij de onderhandelingen in juni lagen Lech Kaczynski (president) en diens tweelingbroer Jaroslaw (premier) tot het allerlaatste moment dwars. De toekomstige stemverhoudingen waren het heikele onderwerp. De Oost-Europese natie bezit tot dusver bij beslissingen binnen de raad van ministers bijna evenveel macht als grote buur Duitsland. Straks ziet zij haar positie verslechteren. Hardnekkig verzet daartegen resulteerde erin dat de nieuwe regeling op dit vlak niet reeds in 2009, maar pas in 2014 en bovendien gefaseerd in werking treedt. Tot 2017 beschikt Polen over zijn huidige invloed.
De regering in Warschau is echter niet geheel tevreden. Bij de vorige top werd ook de zogenoemde Ioanninaclausule van stal gehaald om haar over de streep te trekken. Dat betreft een ingewikkelde afspraak uit 1994 die ongeveer inhoudt dat een lidstaat de mogelijkheid heeft een besluit over een voorstel dat kan rekenen op de steun van een kleine meerderheid, tijdelijk op te schorten, om te proberen in nadere besprekingen een aanvaardbare oplossing te vinden voor zijn bezwaren.
Dit in het verleden in de praktijk zelden gehanteerde mechanisme treffen we aan in een bijlage. Polen bepleit met kracht verankering ervan in het verdrag zelf. Op enige steun voor die wens mag het niet rekenen. De EU-partners hebben langzamerhand de buik vol van het gedram. Een handreiking in de vorm van een schriftelijke overeenkomst krijgt nog wel hun fiat, maar het opnemen daarvan in het primaire recht vinden zij te ver gaan, want dan zit je er voor altijd aan vast en eigenlijk betekent de voorziening een inbreuk op de normale procedure, redeneren zij.
Niemand weet hoe hard de Kaczynski’s het zullen spelen. Voeren zakelijk argumenten de boventoon en zijn ze uit op nog wat meer juridische zekerheid, wat misschien ook op een andere manier valt te realiseren, of willen ze er, zoals een diplomaat het verwoordt, een show van maken? Het laatste is niet ondenkbaar gelet op de verkiezingen van volgende week zondag. Wellicht pogen zij tegenover het thuisfront een ’heldenrol’ in Europa te claimen en daarmee de gunst van het electoraat te veroveren.
Afgelopen maandag was Lech Kaczynski bij de Franse president Sarkozy. Vandaag bezoekt hij de Duitse bondskanselier Merkel. De groten binnen de Unie schieten de Portugese premier Socrates, die dit halfjaar het voorzitterschap van de Unie bekleedt, te hulp en trachten de gebroeders in Warschau tot inschikkelijkheid te bewegen. Maar of zij in Lissabon inderdaad snel zullen inbinden, blijft ongewis.