Verliefd op antieke Citroëns

Sleutelen aan een antieke Citroën is voor John Jansen als het strikken van zijn schoenveters. In een loods onder zijn dijkhuis in Ridderkerk lapt hij al zijn halve leven Franse oldtimers op. Zeldzame modellen genieten de voorkeur.

Jaap Kanters
12 October 2007 08:16Gewijzigd op 14 November 2020 05:10
De Citroën 3 liter zescilinder Traction Six H was vroeger populair bij de maffia. John Jansen, eigenaar van dit model: „Veel gangsters reden in een Six en waren de Franse gendarmes daardoor altijd te snel af. De politie beschikte over de veel tragere Trac
De Citroën 3 liter zescilinder Traction Six H was vroeger populair bij de maffia. John Jansen, eigenaar van dit model: „Veel gangsters reden in een Six en waren de Franse gendarmes daardoor altijd te snel af. De politie beschikte over de veel tragere Trac

Het opknappen van oude vierwielers is voor Jansen (54) een passie. In een hoekje van zijn loods aan de Ringdijk staat een antieke Citroën C2 uit 1923. Het gele beestje bezit een hoge knuffelbaarheidsfactor: reservewiel aan de zijkant, koffertjes achterop en een knijptoeter binnen handbereik. De ruitenwisser werkt nog handmatig.Jansen kocht de auto tien jaar geleden. Ermee vooruitkomen vergt veel aanpassingsvermogen. Zo zitten gas- en rempedaal andersom. Stapvoets rijden was te veel gevraagd voor een motor zonder adequate luchtkoeling. Daarom bracht de Ridderkerker eigenhandig een koelventilator aan. „Met deze auto kon ik niet eens in de file staan, dan liep de motor warm. Een V-riem met ventilator brengt nu uitkomst.”

De motor aanslingeren is vaste prik bij antieke modellen. Om dit te omzeilen, monteerde de eigenaar een startmotor. „Ook moest ik de stuurstang 13 centimeter verlengen, anders paste ik niet achter het stuur. De C2 is namelijk ontworpen als compact vrouwenautootje. Bovendien zijn mensen tegenwoordig veel langer dan vroeger.”

In de loods prijken naast de C2 nog twee antieke Citroëns: een A C4 F uit 1931, die veel gelijkenis met de A-Ford vertoont, en een Traction Six H uit 1954, een 3 liter zescilinder met hydraulische vering. Vooral modellen van voor 1934 kennen geen geheimen voor Jansen. Er aan sleutelen staat voor hem gelijk met het strikken van zijn schoenveters. „Ik hoef er niet eens bij na te denken. De modellen zijn ontworpen met een simpele techniek. Zo haal je het achterwiel er eenvoudig af met een schroevendraaier en een hamer. Terwijl ik voor de jongere Traction Six H speciaal gereedschap moest laten vervaardigen.”

De C2 uit 1923 is een museumstuk. Jansen toert weinig met deze wagen, hooguit een ritje in de buurt en vooral niet de snelweg op. „Ik ben dan een gevaar op de weg. De topsnelheid ligt op 60 kilometer per uur, de remweg is enorm. Het comfort is minimaal. Het voelt aan alsof je een tractor bestuurt.”

In Nederland rijden hooguit nog twintig exemplaren van de C2 rond. Ondanks het unieke karakter van deze auto raakt Jansen, die met ruimtegebrek kampt, de oude vierwieler niet aan de straatstenen kwijt. Aan de vraagprijs van 11.000 euro ligt het volgens hem niet. „Er is nauwelijks markt voor dit soort antieke voertuigen. Wellicht kan ik deze wagen aan een Citroëndealer slijten, die hem in de showroom zet.”

Zijn zwarte, met fraai gegolfde spatborden uitgevoerde Citroën Traction Six H is ondanks zijn ’jeugdigheid’ zeldzamer dan de C2, beweert de eigenaar. „De Traction Six H is het eerste model met hydraulische vering en voorloper van de Citroën DS, beter bekend als snoek. Er zijn slechts zo’n 1300 stuks geproduceerd. Het model met de zes cilinders was weinig geliefd, het slurpte benzine en onderdelen waren onbetaalbaar. Mede hierdoor zijn deze types bijzonder schaars.”

Bij de maffia was de Traction Six wel populair. „Veel gangsters reden vroeger in een Six en waren de Franse gendarmes daardoor altijd te snel af. De politie beschikte over de veel tragere Traction met vier cilinders.”

Een A C4 F uit 1931 kom je zelden tegen. Jansen bezit de Engelse variant met het stuur aan de rechterzijde. „Van dit model rolden in totaal acht exemplaren van de lopende band. Kort nadat deze op de markt verscheen, brak de crisis uit. Engeland beperkte de invoer en voertuigen mochten niet meer geïmporteerd worden. Mede daardoor heeft dit exemplaar twaalf jaar in een Franse showroom gestaan.”

De Ridderkerker sleutelt al zijn halve leven aan oldtimers. „Dat is minder romantisch dan menigeen veronderstelt. Ik heb onder meer twee auto’s volledig gerestaureerd. Een ingrijpende restauratie, waarbij alle onderdelen van hun plek gaan, vergt zeven tot acht jaar en vraagt dus een flink portie doorzettingsvermogen. Veel hobbyisten stranden voortijdig door het enorme tijdsbeslag. Daarom zijn veel oldtimers pas bij de derde of vierde restaurateur en eigenaar volledig in oude staat hersteld.”

Jansen is van huis uit elektrotechnicus. Hij leerde zichzelf het restaureren van oude Citroëns aan. De autodidact nam de meeste Citroënmodellen, van lelijke eend tot snoek, onder handen. Reden waarom hij al 35 jaar fungeert als levende kennisbank in de technische commissie van Traction Avant Nederland, de op een na grootste Citroënclub van Nederland. Leden mogen hem dag en nacht benaderen voor advies.

Jansen is verliefd op Citroëns. Die passie wortelt mede in het verleden van het automerk. „De oprichter, de Nederlander André Citroen, was een sociaal man. In de jaren ’20 van de vorige eeuw wilde hij dat de aanschaf van een auto ook voor de gewone man haalbaar werd. Zodoende produceerde hij vooral eenvoudige en betaalbare modellen. Zo’n instelling spreekt me erg aan.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer