De recente onrust op de kredietmarkt laat zien dat beleidsmakers alert moeten zijn, ook nu de wereldeconomie een periode van stabiele en evenwichtige economische groei doormaakt.Dat staat in een rapport dat het Internationaal Monetair Fonds (IMF) woensdag naar buiten heeft gebracht. De publicatie komt aan de vooravond van de jaarvergadering van het IMF en de Wereldbank, volgende week in Washington. Dan komt het fonds ook met zijn halfjaarlijkse groeiprognoses.

De opstellers wijzen naar de onrust die is ontstaan op de kredietmarkt en die kan leiden tot een afremming van de economische groei. De onrust ontstond op de Amerikaanse hypotheekmarkt, waar bedrijven risicovolle beleggingen hebben uitstaan die verschillende malen zijn doorverkocht. De waarde van die beleggingen is nu niet eenvoudig meer vast te stellen. Dit heeft op de financiële markten tot grote onrust geleid.

Het IMF-rapport spreekt van nieuwe risico’s en kwetsbaarheden die beleidsmakers tijdig moeten signaleren. Zij moeten zich „aanpassen aan nieuwe risico’s en uitdagingen in het mondiale economische systeem.” Volgens het IMF is het van groot belang dat de aanhoudende groei van de afgelopen tijd niet leidt tot zelfgenoegzaamheid.

Het IMF wijst op de Aziëcrisis in de jaren negentig. De crisis toonde aan dat plotseling van richting veranderende kapitaalstromen desastreus kunnen uitpakken voor de stabiliteit van een land. De problemen begonnen destijds in Thailand en breidden zich uit naar andere landen die vervolgens in een diep dal belandden. Ook toen bleken niet alle risico’s voor de wereldeconomie geheel in kaart te zijn gebracht, aldus het IMF.

Het IMF verlaagt de verwachte groei van de wereldeconomie met 0,4 procentpunt wegens de problemen op de kredietmarkt. Dat meldden bronnen bij de monetaire organisatie gisteren. Het IMF rekent voor 2008 nu op een groei van 4,8 procent. Eerder zei de organisatie een groei van 5,2 procent in 2008 te verwachten.

In het rapport stelt het IMF vast dat de groei van de wereldeconomie door steeds meer landen wordt gedragen. Niet alleen de ontwikkelde landen, maar ook de opkomende markten dragen hun steentje bij. „Vrijwel alle landen hebben het goed gedaan”, aldus de opstellers. Er is in toenemende mate sprake van een stabiel geheel, waarbij landen in mindere mate uit de pas lopen.

Volgens het IMF hebben verbeteringen in monetair beleid en begrotingspolitiek een belangrijke bijdrage aan dit geheel geleverd. Toch mag dit geen reden zijn om achterover te gaan leunen. „De stabiliteit in de toekomst is niet vanzelfsprekend”, aldus het rapport, dat verder stelt dat een „lage volatiliteit niet betekent dat er zich geen recessies kunnen voordoen.”