De handtas van de vrouw bevatte een bolletje met een wit goedje waarvan de beveiliging, die bij de ingang van de rechtbank controleert, vermoedde dat het drugs was. Zo kwam het dat de vrouw onder begeleiding van de parketpolitie de rechtszaal binnenkwam.Zij moest terechtstaan op verdenking van het dealen van drugs in Kampen, tussen januari 2006 en juni van dit jaar. Hiervoor zou zij volgens de officier van justitie een werkstraf van 120 uur moeten krijgen. Daarnaast zou zij een oude celstraf van drie maanden -voor een drugsfeit uit 2005- moeten uitzitten.

De vrouw vertelde de rechtbank dat zij samen met haar vriend was gekomen. Die had haar tas kort ervoor even vastgehouden, toen zij naar het toilet ging. Ze verdacht hem ervan het bolletje in haar tas te hebben gestopt. Of dat zo is wordt nog uitgezocht. De vrouw zei dat zij haar vriend, met wie zij een kind heeft, in mei heeft verlaten. Zij is in Arnhem gaan wonen omdat zij niets meer met hem te maken wilde hebben.

De rechtbankpresident hield C. voor dat er verklaringen van junks liggen die tegen haar hebben getuigd over de aankoop van cocaïne in de afgelopen anderhalf jaar. C. ontkent dat zij hiervoor verantwoordelijk is geweest in de tijd dat zij met haar vriend, die begin oktober werd veroordeeld, in Kampen woonde.

Vonnis op 23 oktober.