Binnenland

WRR: Wederopbouw bij missie faalt

DEN HAAG - Van de voorgenomen wederopbouw bij vredesmissies komt zelden iets terecht. De gepleegde inspanningen zijn „te weinig, te laat, te kort en te versnipperd.” Met als gevolg dat in twee derde van de conflictgebieden binnen tien jaar weer oorlog uitbreekt.

Redactie politiek
9 October 2007 10:50Gewijzigd op 14 November 2020 05:10Leestijd 3 minuten

Dat constateert dr. J. Voorhoeve van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) in een maandag gepresenteerde studie.Bij vredesmissies ligt de nadruk nog te veel op militaire en economische maatregelen in plaats van op een snelle opbouw van politie en justitie, aldus de oud-minister Van Defensie. Er wordt wel wat aan wederopbouw gedaan, maar de inspanningen komen veelal te laat, duren te kort en zijn te versnipperd. Daardoor houdt de vrede vaak geen stand in de conflictgebieden. In twee derde van alle landen die een (burger)oorlog hebben meegemaakt, breekt binnen tien jaar de strijd opnieuw uit.

Voorhoeve vindt dat de internationale gemeenschap daarom anders te werk moet gaan. De landen die troepen uitzenden naar een conflictgebied moeten beter met elkaar gaan samenwerken. Als ze daarnaast ook meer aandacht besteden aan de opbouw van de rechtsorde en het hervormen van politie en justitie is de kans op blijvende vrede een stuk groter.

In zijn rapport stelt Voorhoeve dat de Europese Unie een leidende rol moet krijgen bij de opbouwhulp voor politie en justitie. Ook voor Nederland ziet de oud-bewindsman een taak. Het heeft een reputatie opgebouwd als het gaat om internationaal recht. Den Haag is een belangrijke vestigingsplaats voor internationale rechtbanken. Nederland kan die rol verder uitbouwen door in Den Haag een Centrum voor Vredesopbouw op te richten, waar een aantal reeds bestaande instellingen de krachten kan bundelen.

Voorhoeve stelt verder in zijn rapport dat het raadzaam is om meer niet-westerse landen te betrekken bij vredesoperaties, om een botsing tussen westerse en niet-westerse culturen te verzachten. Het is voor westerse militairen niet altijd eenvoudig te opereren in een moslimland waarvan ze de gebruiken en tradities niet kennen. Omgekeerd is het voor moslims soms moeilijk om niet-islamitische militairen in hun land te zien optreden.

Minister Koenders van Ontwikkelingssamenwerking nam de studie van Voorhoeve gisteren in ontvangst. Hij betrok de aanbevelingen van Voorhoeve op het kabinetsbesluit over eventuele verlenging van de missie in Uruzgan. Voor een langer verblijf van Nederland in die regio is het van belang of er mogelijkheden zijn om goed justitieel apparaat op te zetten en de politie te hervormen. Ook moet er de kans zijn om in Uruzgan een niet-corrupt bestuur te vormen.

Koenders noemde de aanbevelingen van Voorhoeve een ondersteuning van zijn plan om meer hulp te geven aan zwakke staten zoals Burundi, Congo en Sudan. Dat zijn zeer arme landen waarvan de regering niet in staat is om basisvoorzieningen zoals voedsel en veiligheid aan de bevolking te bieden.

Ook het pleidooi voor meer samenwerking tussen Justitie, Defensie en Ontwikkelingssamenwerking om te zorgen voor die basisveiligheid bij missies past volgens Koenders goed bij zijn nieuwe beleidsnota, die hij deze maand nog wil presenteren.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer