Holleeder: Spijt van ontvoering Heineken
AMSTERDAM - Willem Holleeder zegt spijt te hebben van de ontvoering van Alfred Heineken en diens chauffeur Ab Doderer in 1983.
„Ik was toen 25 jaar. Je beseft niet wat je aanricht”, zei Holleeder donderdag bij de rechtbank in Amsterdam. Holleeder was samen met onder anderen Cor van Hout en Frans Meijer verantwoordelijk voor de zorgvuldig voorbereide ontvoering, die tot grote beroering leidde. Hij kreeg er een jarenlange celstraf voor.Holleeders spijtbetuiging kwam donderdag toen hij vragen kreeg over de ontvoering van zijn broer Gerard en Marcel K. in 1999. Marcel K., gokondernemer op de Amsterdamse Wallen, is ook een van de verdachten in het huidige Holleederproces.
De twee werden destijds in een auto meegenomen en moesten 70.000 gulden losgeld betalen. Willem Holleeder zelf zat die dagen in 1999 juist korte tijd vast. Via de -afgeluisterde- telefoon vanuit de gevangenis liet de woedende Holleeder toen weten dat de ontvoerders alleen maar durfden toeslaan omdat hij achter de tralies zat. Volgens de crimineel is nog altijd onduidelijk wie er achter de ontvoering zat. Mogelijk gaat het om de criminelen Sam Klepper en John Mieremet, inmiddels doodgeschoten.
Holleeder schetste donderdag dat er halverwege de jaren negentig verwijdering ontstond tussen hemzelf en Cor van Hout (die in 2003 werd geliquideerd). „Cor ging in de hasj en dat wilde ik niet. Ik wil normaal mijn brood verdienen. Bovendien was Cor een alcoholist. In de gevangenis in Frankrijk dronk hij al twintig tot dertig biertjes per dag.”
Opvallend is dat Holleeder in telefoongesprek in maart 1996 Cor van Hout „een hond” noemt. In diezelfde dagen werd er in Amsterdam een -mislukte- aanslag op Van Hout gepleegd.
Holleeder vestigde zich midden jaren negentig op de Wallen, waar hij een erotisch museum runde. „Ik was altijd aanwezig op de Wallen.” De crimineel werkte ook in gokhallen, waar medeverdachte Marcel K. bedrijfsleider was. Holleeder spreekt tegen dat hij feitelijk de macht had over de gokhallen.
Met de omstreden vastgoedmagnaat Willem Endstra kwam Holleeder halverwege de jaren negentig in contact. Endstra wilde de Heinekenontvoerder een tweede kans geven. De twee waren aanvankelijk gezworen vrienden. Opmerkelijk is dat de Amsterdamse misdadiger Mink K. Endstra gewaarschuwd zou hebben voor Holleeder. Endstra heeft in de Achterbankgesprekken tegenover de politie verklaard dat hij zwaar is afgeperst door Holleeder.
Donderdagmiddag werd klusjesman Vincent H. urenlang als getuige gehoord. H. schetste dat hij namens Endstra, maar ook soms namens Holleeder, diverse panden moest voorzien van afluister- en videoapparatuur. H. kwam vaak bij Endstra over de vloer en bekeek dag in dag uit opgenomen video’s van bijvoorbeeld het nachtelijke straatbeeld rond het kantoor aan de Apollolaan. „Op die video’s gebeurde bijna nooit iets, je zag alleen ’s ochtends de schoonmaakster binnenkomen. En er stond een keer iemand op die folders in de bus deed met de tekst ”Bankier van de onderwereld”. Dat was kort na de publicatie in de Telegraaf waarin crimineel Mieremet Endstra zo omschreef.” Vincent H. was aanvankelijk verdachte in de zaak-Holleeder.
Tijdens het getuigenverhoor vlogen officier van justitie mr. J. Plooy en de advocaten J. H. Kuijpers en A. van der Biezen elkaar meermalen in de haren. „U moet uw mond houden”, beet Plooy Van der Biezen toe. Kuijpers vroeg op een ander moment of Plooy „misschien een toontje lager kan zingen.”
Meer ontspannen is de sfeer tussen Holleeder en de rechters. Vrijwel iedere zittingsdag zegt Holleeder enkele keren dat hij blij is dat de rechtbank hem de ruimte geeft zijn verhaal te doen. „Ik hoop dat u mij zo veel mogelijk vragen stelt.” De gewiekste misdadiger kreeg ook donderdag meer dan eens de lachers op zijn hand. Toen rechtbankvoorzitter mr. R. Verpalen informeerde wat Holleeder wist van het gokspel balletje-balletje, reageerde hij meteen: „Ik weet dat je je geld in je zak moet houden en meteen moet wegwezen.” Verpalen: „Dat is een goed en gratis advies.”