Studenten bestraft voor ontgroening
DELFT - Het Delftsch Studenten Corps (DSC) wordt volgend jaar afgestraft vanwege incidenten tijdens de ontgroeningstijd. Het college van bestuur van de Technische Universiteit (TU) Delft legt de vereniging een forse korting op.
Uit onderzoek van de TU bleek dat een aantal studenten het slachtoffer is geworden van „fysiek geweld en vergaande vernedering” tijdens de ontgroening van eerstejaarsstudenten, afgelopen maand. De richtlijnen die op initiatief van de verenigingen zelf waren opgesteld, zijn daarmee overschreden.„De verharding die we zien bij de introductietijd is moreel onacceptabel”, zegt ir. H. van Luijk, voorzitter van de college van bestuur. „De goede reputatie van de Delftse universitaire gemeenschap is beschadigd. Met ons besluit willen we aangeven dat het afgelopen moet zijn met dit gedrag.”
Daarom wordt het korps in het collegejaar 2008-2009 met 38 procent gekort op de financiële ondersteuning. Voor het volgende jaar wordt de ondersteuning voorwaardelijk verleend, tenzij de vereniging nog in het huidige collegejaar adequate maatregelen neemt om herhaling te voorkomen.
De meeste Delftse studentenverenigingen ontvangen financiële steun van de universiteit op basis van de Regeling afstudeersteun studenten (Ras). De afstudeersteun heeft de vorm van een maandelijkse financiële tegemoetkoming gelijk aan de omvang van de basisbeurs.
Met de Ras wil het college studentenverenigingen ondersteunen die bijdragen „aan een divers en efficiënt aanbod van studentenverenigingen.” De incidenten van september passen volgens het college geheel niet in dit streven. Daarom worden 144 van de 384 ’beurzen’ volgend jaar niet uitgekeerd.
De senaat van het Delftsch Studenten Corps heeft zich bereid verklaard om zich gezamenlijk met (oud)leden te bezinnen op een nieuwe aanpak van de introductietijd.
De afgelopen jaren zijn er vaker klachten geweest over uit de hand gelopen ontgroeningen. In Groningen raakte twee jaar geleden een student buiten kennis na het verplicht drinken van 6 liter water.