Minister Kamp (Volkshuisvesting) wil bij nieuwe aanvragen de hoogte van de huursubsidie laten aansluiten bij een huur die past bij het inkomen in plaats van de feitelijke huur van de woning. Wat betreft de Woonbond leidt deze bezuiniging ertoe dat huishoudens met een lager inkomen zich alleen nog maar een goedkope huurwoning kunnen veroorloven. Daarvan zijn er onvoldoende.

Dat de minister zodoende de keuzevrijheid van huurders met een laag inkomen inperkt, staat volgens de Woonbond haaks op de beleidsvisie van voormalig staatssecretaris Remkes.

Woonbonddirecteur Maria van Veen vreest dat er een willekeurige tweedeling ontstaat tussen huursubsidieontvangers. „De nieuwe aanvragers betalen dezelfde huur, maar krijgen veel minder huursubsidie!” De Woonbond vindt het bovendien „onbegrijpelijk” dat het kabinet tornt aan de huursubsidie zonder dat er tegelijkertijd wordt gewerkt aan het maximeren van de hypotheekrenteaftrek.

In de woningsector wint de gedachte veld dat de overheid de spanning op de huizenmarkt het beste kan verminderen door de doorstroming te bevorderen, in plaats van zich eenzijdig te richten op het bouwen van goedkope woningen. Om de neerwaartse spiraal te doorbreken van het bouwen van kwalitatief steeds mindere woningen, zou er meer aandacht moeten komen voor het duurdere segment.

De Woonbond is het daarmee volstrekt oneens. Het ontbreken van goedkope en betaalbare huurwoningen voor huishoudens met een laag of een middeninkomen vraagt volgens de belangenorganisatie om het bouwen voornamelijk voor deze categorie. Van Veen stelt dat het beleid van de afgelopen jaren om de doorstroming te bevorderen hopeloos is mislukt.