De ruimtes waarin het materiaal wordt opgeslagen deugen niet en de beveiliging ervan laat angstaanjagend veel te wensen over, verklaarde Viktor Achoenov, hoofd van de afdeling ecologie en ontmanteling, voor een internationale conferentie over kernveiligheid in de Oost-Russische stad Vladivostok.

Een deel van de verbruikte brandstof uit 170 Russische kernonderzeeërs wordt bewaard in 39 schepen en deze zijn aan het roesten, zei Achoenov. Een van twee opslagschepen die de afgelopen twee jaar buiten gebruik zijn gesteld, was al zes jaar over zijn potentiële levensduur heen, zei hij. Andere opslagplaatsen, verspreid over militaire bases, zijn volgens Achoenov bouwvallig en worden onvoldoende beveiligd. Dan zijn er nog kernonderzeeërs die met hun verbruikte brandstof aan boord voor de Russische oostkust en in de Poolzee liggen te wachten op ontmanteling, zei Achoenov. Op twee van deze schepen hebben zich ongelukken voorgedaan met de reactors, wat eventuele ontmanteling tot een levensgevaarlijk werk maakt, zei Vladimir Sjisjkin, een ontwerper van het ministerie die ook het woord voerde in Vladivostok.

Van de 190 kernonderzeeërs die sinds eind jaren ’80 uit de vaart zijn genomen, zijn er nog maar 71 ontmanteld. De regering wil een speciale opslagplaats bouwen waar de andere onderzeeërs kunnen worden opgeslagen totdat over ongeveer drie eeuwen het gevaar voor splijting is geweken. Achoenov zei dat het bedrag dat de regering heeft uitgetrokken om de beveiliging van kernmateriaal te verbeteren -ongeveer 70 miljoen euro- weliswaar hoger is dan ooit tevoren, maar nog steeds veel te weinig om de dringendste zaken aan te pakken. Alleen al het plan om voor 2010 131 onderzeeërs onschadelijk te maken zou 3,9 miljard euro kosten.

Achoenov zei dat verschillende projecten om brandstof op te slaan of op te werken door geldgebrek stagneren, zoals de verbetering van een treinverbinding tussen de opslagplaats Zvezda en een opwerkingsfabriek en de bouw van een nieuwe opslagplaats aan de Razbojnikbaai bij Vladivostok. In Razbojnik moet het kernmateriaal worden opgeslagen uit negentien kernonderzeeërs die voor de kust nu met pontons drijvende worden gehouden.

Hoe dringend de nieuwbouw nodig, is werd aangetoond toen in 1997 en 1999 twee afgedankte kernonderzeeërs zonken voor de noordoostkust van het eiland Kamtsjatka, zei Nikolaj Joerasov, vice-admiraal van de Pacifische Vloot en verantwoordelijk voor kernveiligheid bij de marine. De onderzeeërs werden volgens Joerasov gelicht voordat zij schade aan het milieu hadden kunnen toebrengen.