Cultuur & boeken

Onderdak in ”Huis van Bewaring”

Titel:

C. Bregman
18 September 2002 07:29Gewijzigd op 13 November 2020 23:49

”Huis van Bewaring. Verhalen van J. K. van Eerbeek”, gekozen en ingeleid door Hans Werkman
Pagina’s: Liter nr. 22/23 (2002); ISSN 1388 3143; 144
Prijs: € 13,50. Het was een verrassing voor me, toen ik als abonnee het jongste themanummer van Liter uit de brievenbus haalde. Een bundel met verhalen van J. K. van Eerbeek, „onder de liefdevolle dekmantel”, zoals Hans Werkman schrijft, van een literair tijdschrift. Liefdevol, dat zeker. Want Hans Werkman heeft al heel lang wat met Van Eerbeek. We wachten met spanning op de biografie die hij over deze auteur aan het schrijven is.

Een biografie schrijven over een auteur die vrijwel onbekend is geworden, zo moet Werkman gedacht hebben, is een hachelijke onderneming. Daarom heeft hij zijn uiterste best gedaan om een aantal verhalen van Van Eerbeek, de bekendste christelijke auteur in Nederland van voor de Tweede Wereldoorlog, te publiceren. Dat behoort natuurlijk in boekvorm te gebeuren, maar helaas, de uitgevers lieten het afweten. Toen bleef Werkman niets anders over dan ze als Liter-nummer te laten verschijnen.

Ik vind dit tekenend voor het huidige literaire klimaat in christelijke kring. Er is een overmatig grote aandacht voor het vlotte en spannende verhaal, liefst van Engelse of Amerikaanse origine, dat als relithriller vlot over de toonbank gaat. Ondertussen dreigen we onze eigen auteurs die door hun werk vorm hebben gegeven aan de ontwikkeling van de christelijke literatuur in de twintigste eeuw, volledig te vergeten. Aan de redacteuren van christelijke literaire tijdschriften als Woordwerk, Bloknoot en het huidige Liter ligt het niet, maar het lijkt vechten tegen de bierkaai. Daarom is de noodoplossing die Werkman heeft moeten toepassen, in de gegeven situatie zo gek nog niet. Alle abonnees van Liter krijgen nu in ieder geval een fraaie bloemlezing uit de verhalen van Van Eerbeek aangereikt. En dat zal voor menig lezer van deze periodiek een eerste kennismaking betekenen.

Onderwijzer
Wie was Van Eerbeek? Hans Werkman geeft in zijn ”Vooraf” enkele noodzakelijke gegevens door, met name hoe bekende literatuurcritici als K. Heeroma en Menno ter Braak over hem dachten. Prima, zo’n inzet, maar wel wordt op deze manier min of meer gesuggereerd: Zij vonden de man interessant, dus dan zal het wel waar zijn. Enige biografische gegevens hadden in de inleiding overigens niet misstaan, omdat deze uitgave toch een ’boek’ geworden is, dat een zelfstandig bestaan zal leiden, en ook omdat de verhalen een biografische en thematische ordening hebben gekregen.

Van Eerbeek (1898-1937) mag de grootste christelijke auteur tussen de beide wereldoorlogen genoemd worden. Hij werd opgeleid tot onderwijzer, maar bleek hiervoor te zwak. Daarom voorzag hij in zijn levensonderhoud via een betrekking bij het Huis van Bewaring te Zwolle, waar hij veel voldoening vond in het lesgeven aan gevangenen. Vanaf 1924, maar vooral tussen 1930 en 1937, schreef hij een indrukwekkend oeuvre, onder meer ”Lichting ’18” en ”Gesloten grenzen”. Dat zijn de zogenaamde probleemromans, waarin hij indringend zoekt naar het wezenlijke van de mens. Op zijn wijze zocht Van Eerbeek de ’vent’ achter het werk. Daarmee kwam zijn stijl overeen. Met zijn korte, felle zinnen liet hij zich kennen als iemand die de uitdrukkingswijze van de nieuwe zakelijkheid en het expressionisme waardeerde. Daarnaast kende zijn werk ook lyrische hoogtepunten. Niet ten onrechte is het daarom ook gekarakteriseerd als een uiting van spanning tussen lyriek en epiek. Het meest bekend werden echter de wat lichtvoetiger en beeldender geschreven romans ”Strooschippers”, het verhaal van een mystiek gerichte schipper en diens zoon, en vooral ”Beumer & Co.”, het verhaal van een ploeteraar die als verhuizer-stoffeerder maar nauwelijks het hoofd boven water kan houden.

Dat Van Eerbeek bovendien fijnzinnige verhalen kon schrijven, bewijst zijn debuutbundel ”Verhalen” uit 1930, waaruit Werkman overigens niets gekozen heeft. Ik heb me in het verleden vrij intensief met het werk van Van Eerbeek beziggehouden, en daardoor kende ik al een aantal verhalen, weggestopt in tijdschriften en al lang vergeten publicaties in boekvorm. Maar ook voor mij vormde deze door Werkman samengestelde bundel een verrassing. Het is een staalkaart geworden van Van Eerbeeks eigen-aardige manier van schrijven en zijn geheel eigen thematiek, die beslist niet vergeten mag worden, ook al is de huidige smaak van het christelijk volksdeel anders.

Opnieuw merkte ik dat Van Eerbeeks stijl wordt gekenmerkt door een mengeling van auctoriale én existentiële elementen. Ook in deze verhalen is zijn thematiek nooit goedkoop; de christelijke boodschap is ook hier nooit opgelegd, maar wel vervlochten in het verhaal als zodanig. Men heeft bij Van Eerbeek vrijwel altijd de indruk dat hij heeft gewórsteld om zijn visie vorm te geven, iets wat natuurlijk merkbaar wordt in die stroeve stijl die helemaal bij Van Eerbeek hoort.

Ouderwetse plechtigheden
Het is goed dat deze verhalen uit De Spiegel, uit Opwaartsche Wegen en uit verzamelbundels uit de jaren dertig nu een betere behuizing hebben gekregen in deze bundel met de originele titel ”Huis van Bewaring”. Dat deze titel een dubbele bodem heeft, is duidelijk wanneer men iets van Van Eerbeeks leven kent.

In de bewerking van de verhalen heeft Werkman zich enkele vrijheden veroorloofd, die hij nadrukkelijk verdedigt. Van Eerbeek neigde soms tot „ouderwetse plechtigheden in stijl en zinsbouw.” Passages waarin hiervan sprake was, heeft de bloemlezer wat gemoderniseerd. Ik heb even geaarzeld of dit kon. Maar ik meen dat het gerechtvaardigd is. Wel denk ik dat Hans Werkman iets te ver is gegaan door ook in te grijpen bij de vele wisselingen van tegenwoordige naar verleden tijd en andersom die Van Eerbeeks stijl kenmerken. Ook wat de interpunctie betreft heeft Werkman ingegrepen, met name wat de puntkomma en de vele puntjes betreft. Inderdaad, de puntjes zijn akelige leesvertragers, maar het wegwerken van de puntkomma heeft soms voor onduidelijkheden gezorgd.

In het digitale tijdschrift Chroom heeft Bert van Weenen deze bundel in de verzorging van Werkman om deze redenen een zware misser genoemd. Ik vind dat oordeel veel te zwaar aangezet. Ik althans ben heel blij met deze prachtige bundel, die voor mijn gevoel maar één echt kritische notie verdient. Ik vind het namelijk jammer dat Hans Werkman Van Eerbeeks debuut ”Verhalen” helemaal gelaten heeft voor wat het is. Hij verdedigt zich door te stellen dat ondergetekende in het verleden een viertal van de verhalen uit deze bundel in een ”Cahier” voor christelijke literatuur heeft ondergebracht. Maar wat mij betreft had hij dezelfde vier verhalen die ik toentertijd koos, nu opnieuw mogen bundelen of minstens een of twee andere. Van Eerbeeks debuutbundel laat namelijk de latere Van Eerbeek in stilistische en thematische zin al helemaal kennen. Als Werkman ook hieruit een keuze gemaakt had, was het niet nodig geweest min of meer afgeronde gedeelten uit zijn romans als verhaal te presenteren. Die heeft Werkman nu wel opgenomen, en dat maakt de ondertitel van deze bundel, waarin het woord ”verhalen” staat, enigszins dubieus. Deze bundel van Van Eerbeek, samengesteld door Hans Werkman, doet verlangen naar de biografie die de laatste binnen een paar jaar in het vooruitzicht heeft gesteld.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer