Cultuur & boeken

De demonologie van de Bijbel

Titel:

Dr. W. H. Velema
18 September 2002 07:27Gewijzigd op 13 November 2020 23:49

”Geestelijke strijd. Demonie en bevrijding in christelijk perspectief”
Redactie: dr. M. J. Paul
Uitgeverij: Boekencentrum, Zoetermeer, 2002
ISBN 90 239 1167 9
Pagina’s: 199
Prijs: € 15,90. Geestelijke strijd, demonie, bevrijding. U kunt ook zeggen: bezetenheid en duiveluitwerping. Een boek over deze thematiek ontstond uit een tijdens een themaweek aan de Christelijke Hogeschool Ede gegeven cursus door de opleiding godsdienst-pastoraal werk. ”Geestelijke strijd” is de titel; ”Demonie en bevrijding in christelijk perspectief” de ondertitel.

Laat ik eerst een overzicht mogen geven van de inhoud. Dr. M. J. Paul schreef het eerste hoofdstuk: ”Demonen en ons wereldbeeld”. Hij tekende ook voor het tweede hoofdstuk: ”Demonische machten in het Oude Testament” en het slothoofdstuk: ”De praktijk in de gemeente”.

Het volgende hoofdstuk, ”De strijd der geesten in het Nieuwe Testament”, werd verzorgd door dr. Chr. Fahner. Drs. R. J. A. Doornenbal levert in twee hoofdstukken de geschiedenis van duivel en demonen in de Vroege Kerk, Middeleeuwen en vroegmoderne tijd; gevolgd door een tekening van datzelfde thema in de periode vanaf de Reformatie tot heden. Dr. J. Hoek behandelt het onderwerp ”Duivel en demonen in de dogmatiek”. Psychiater drs. W. Chr. F. de Vries schrijft over bezetenheid en psychiatrie; dr. P. A. Siebesma behandelt demonie en pastoraat; en dr. Paul trekt, zoals gezegd, de conclusie voor de praktijk in de gemeente.

U ziet: een veelzijdige behandeling. Ik zou verwacht hebben dat dr. Siebesma het onderwerp demonische machten in het Oude Testament had behandeld, terwijl dr. Paul het voorlaatste hoofdstuk, over demonie en pastoraat, had kunnen schrijven, als een aanloop naar het slothoofdstuk.

Gemeden
Ik heb veel waardering voor dit boek, laat ik dat vooropstellen. Uiteraard zijn er wel bedenkingen te opperen, maar daarmee begin ik niet.

Ik waardeer het dat de auteurs dit thema aan de orde stellen. Het wordt in de gereformeerde gezindte soms gemeden. Niet omdat er geen belangstelling voor is, maar omdat we het nauwelijks of helemaal niet aandurven. Daarom temeer waardeer ik het feit dat de schrijvers (sprekers) zich ertoe hebben gezet. Dr. Paul zette zich reeds eerder tot de behandeling van onder ons omstreden of gemeden onderwerpen. Ik denk aan zijn boek ”Vergeving en genezing. Ziekenzalving in de christelijke gemeente”.

De beide hoofdstukken over de geschiedenis geven inzicht in de materie, al hadden ze wat strakker geredigeerd kunnen worden. Duidelijk wordt dat we het in de gereformeerde wereld vooral aan Calvijn te danken hebben dat het thema van dit boek stiefmoederlijk is behandeld - hoe groot ons respect voor Calvijn verder ook is. De reformator kende wel de strijd tegen de duivel, maar zag geen ruimte voor duiveluitwerping (exorcisme). Hij beoordeelde genezingen en bevrijdingen als eigenzinnige praktijken van eerzuchtige mensen. De duivel is voor hem niet meer dan de uitvoerder van Gods oordelen.

Maar hij is meer dan dat. Ten dele is het gereformeerde gat opgevuld door het puritanisme. In het boek worden onder meer de namen genoemd van Jonathan Edwards en Martyn Lloyd-Jones. Te denken valt ook aan John Wesley en vooral aan Johann Christoph Blumhardt.

Lacunes
Dr. Paul behandelt het Oude Testament, vooral Deuteronomium 18 en Saul in Endor. Ik heb de indruk dat er in dit hoofdstuk enkele lacunes zitten. Daardoor is de tekening er niet een van een duidelijke doorgaande lijn. Het zou goed zijn geweest als Oude en Nieuwe Testament met elkaar in verband waren gebracht. Dan zou de ’demonologie’ van de Bijbel iets scherper uit de verf zijn gekomen.

Ik wijs in dit verband op de tekening op blz. 21: de transcendente wereld van God en geestelijke krachten (wonderen). Dat is het veld van de religie. De onderlaag is de empirische wereld van de zintuigen (natuurwetten): het veld van de wetenschap. Daartussen is het buitengesloten midden. Zo tekent de zendeling Paul G. Hiebert de westerse maatschappij, die door deze tweedeling wordt gekenmerkt.

Het buitengesloten midden moet dus het veld van de demonen zijn! De kernvraag is: Hoe zien wij nu de vulling van het midden? Fahner schrijft dat de gevallen mens niet alleen in staat is demonen te ervaren, maar zelfs zijn goden te creëren. Mijn vraag is dan: In hoeverre is de creatie van die goden de invloed van de demonen? En hoe onderkennen we die invloed en bestrijden we die creatieve, nee, die destructieve duivelse invloed? Op het gebied van de demonologie is meer te zeggen dan we hier aantreffen.

Bescheiden
Toch blijft de waardering overeind staan. Ik wil dit boek karakteriseren als een inleiding tot de problematiek. Het woord perspectief laat iets zien van de bescheidenheid van die poging.

Dr. Hoek stelt duidelijk dat er vanuit dogmatisch gezichtspunt geen bezwaar is in te brengen tegen herleefde aandacht voor het exorcisme. Die stelling wordt door alle auteurs, ook niet-dogmatici, onderschreven en toegelicht, om niet te zeggen uitgewerkt.

Dat er in de christelijke gemeente aandacht en plaats moet zijn voor duiveluitbanning, ook in het pastoraat, ben ik met dr. Paul eens. Dat dit met overtuiging, gelovig en tegelijk bescheiden moet gebeuren ook. Pauls bescheiden adviezen op het punt hoe te werk te gaan, acht ik waardevol. Ik aarzel echter om het grote woord ”pastoraat van bevrijding” te gebruiken, wat de auteurs wel doen.

U zult vragen: Hoe luiden de adviezen van dr. Paul? Lees het boek. Het is de moeite waard. Het is een voorzichtige routebepaling op een terrein dat onder ons nog maar weinig is betreden. Toch kunnen en mogen we er niet omheen deze weg te gaan.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer