Cultuur & boeken

Verzetsstrijders in een gebroken wereld

Titel: ”De passie van de hoop. Over de verhouding van eschatologie en ethiek”
Auteur: Gerard den Hertog
Uitgeverij: Boekencentrum, Zoetermeer, 2007
ISBN 978 90 239 1166 1
Pagina’s: 137
Prijs: € 13,50.

Dr. J. Hoek
26 September 2007 08:16Gewijzigd op 14 November 2020 05:08

In het geschrift ”De passie van de hoop” bespreekt de Apeldoornse hoogleraar ethiek dr. G. C. den Hertog een thema dat hem na aan het hart ligt. Eerder hield hij zijn inaugurele oratie over ”Hoop die leven doet. Over de samenhang van eschatologie en ethiek”. Onder de passie van de hoop verstaat de auteur dat de hoop de christen in zekere zin overkomt (passief). De hoop op God brengt vervolgens lijden, passie, met zich mee. Wie deze hoop leert kennen, is er met hart en ziel, dus vol passie, bij betrokken.

Wat is het effect van de christelijke hoop op de maatschappij en de geschiedenis? Op een vraag als deze reageert prof. Den Hertog in eerste instantie terughoudend. Het gaat immers om de hoop op God die de doden opwekt, die datgene doet wat bij mensen onmogelijk is. Het beslissende is geschied op Goede Vrijdag en op de paasmorgen. De Heilige Geest zorgt ervoor dat deze toekomst van het Rijk Gods vandaag al werkelijkheid wordt in het leven van het geloof.

Maar het geloofsleven kent de kruisgestalte. Het gaat om een leven vanuit Gods beloften, hetgeen niet mogelijk is zonder strijd, lijden, heilzame wanhoop aan onszelf en aan alles buiten Gods genade in Christus. De gave van de Geest is een rijke werkelijkheid, maar hij is nog niet te identificeren met de volheid van de verlossing.

Hier sluit de auteur zich aan bij J. P. Versteeg. Het werk van de Geest voltrekt zich tot aan de jongste dag in de diepte van de menselijke nood en verlorenheid. Daarom weet het geloof hoezeer het op het gebed als het voornaamste stuk van de dankbaarheid is aangewezen.

Verzetsstrijders
Waar het beslissende en definitieve handelen van God in de heilsfeiten dankbaar wordt erkend en aanvaard, wordt de hoop ons geschonken en mogen we eruit leven binnen de verbanden van deze ondergaande wereld. We zien dan hoe structuren van binnen uit worden veranderd. Wij bouwen het Koninkrijk van God niet, maar op ons gebed ”Uw naam worde geheiligd” brengt God Zelf Zijn Koninkrijk naderbij en wil Hij ons tot onze verwondering in alle gebrek inschakelen om iets van een tegenbeweging te laten zien in deze gevallen en gebroken wereld. Als verzetsstrijders die een beetje meer recht, een wat grotere vrijheid, iets meer vrede in de maatschappij mogen helpen realiseren.

Dat klinkt allemaal zeer bescheiden, het is slechts voorlopig en gebrekkig heil, maar niet zonder betekenis. Het christelijk handelen wordt enerzijds gemotiveerd vanuit Gods beloften aangaande de toekomst, die in Christus reeds zijn vervuld, anderzijds gedragen door bepaalde structuren van gerechtigheid die dankzij Gods trouw in de wereld als schepping gegeven zijn.

Met deze laatste gedachte sluit prof. Den Hertog aan bij de mandatenleer van Dietrich Bonhoeffer en bij het gedachtegoed van de hervormde theoloog W. E. Verdonk. Verder toont hij zich een dankbare, zij het niet onkritische leerling van Hans Joachim Iwand en Karl Barth.

Diepgaand gesprek
Door heel het boekje heen is prof. Den Hertog in diepgaand gesprek gewikkeld met auteurs uit de breedte van kerk en theologie, zoals G. H. ter Schegget en H. M. Kuitert. Maar ook met de Engelse psycholoog Theodore Dalrymple en met de filosoof Andreas Kinneging, die aandacht vragen voor de betekenis van de notie ”erfzonde” tegenover het verlichtingsdenken dat aan de geneigdheid van de mens tot het kwade voorbijgaat.

Prof. Den Hertog opereert bepaald niet vanuit een geïsoleerde en afgescheiden positie. Daarbij brengt hij gereformeerde grondnoties telkens op beslissende punten naar voren. Wat ik wel mis in zijn betoog is een meer expliciete aansluiting bij wat in de orthodox-gereformeerde traditie, zeg maar van Calvijn tot en met Douma en Velema, over het onderhavige onderwerp is geleerd. Wellicht komt prof. Den Hertog in een volgende publicatie daaraan toe, waarbij hij dan meteen ook een nadere materiële uitwerking zou kunnen geven aan het leven van de hoop. Is hij niet toe aan het schrijven van een eigentijdse christelijke ethiek, al dan niet in samenwerking met zijn Kampense collega De Bruijne? Ik zou denken dat daar dringende behoefte aan is.

Al met alxx begroeten we in dit essay, dat theologische belangstelling en basiskennis veronderstelt (de citaten in Duits, Engels en Frans worden niet vertaald), een inhoudsrijke en richtinggevende bijdrage aan de bezinning op een actuele vraagstelling. De schrijver bewijst hiermee velen een dienst.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer