Ahmadinejad niet overal welkom in VS
NEW YORK - ”Ahmadinejad is een terrorist” meldde een paginagrote advertentie in The New York Times maandag, op de dag dat de Iraanse president in New York staf en studenten van de Columbia Universiteit toesprak. Tal van demonstranten onderstreepten deze mening, maar de rector magnificus van Columbia, Lee Bolinger, bleef bij zijn standpunt: „Amerikanen hebben het recht afwijkende meningen te horen.”
Ahmadinejad werd tijdens zijn bezoek aan de universiteit aan de tand gevoeld over controversiële uitspraken van hem over de Holocaust -„een mythe”- en over Israël - „moet van de landkaart verdwijnen.”„Waarom krijgen mensen als Ahmadinejad een visum voor een bezoek aan ons land?” vroeg demonstrant Michael Goldmann zich af. Het antwoord is heel eenvoudig. Het hoofdkwartier van de Verenigde Naties is in New York gevestigd en dat betekent dat Amerika iedereen moet toelaten die de VN wil toespreken.
Volgens hoogleraar geschiedenis Kenneth Jackson van de Columbia Universiteit is Ahmadinejad niet de eerste met wie New Yorkers of Amerikanen in het algemeen moeite hebben. „De Cubaanse leider Fidel Castro was in 1969 beslist ook niet bij iedereen welkom en dat gold evenzeer voor de Palestijnse leider Yasser Arafat in 1974. Maar de aanwezigheid van het VN-hoofdkwartier verplicht ons nu eenmaal bij verdrag om iedereen toe te laten. En ik denk dat dat niet alleen juist is, maar het bevestigt ook een traditie van grote gastvrijheid van onze unieke stad”, aldus Jackson.
De aanwezigheid van het VN-hoofdkwartier op Amerikaanse bodem is overigens omstreden in sommige conservatieve kringen. Afgevaardigde Ron Paul -een van de Republikeinse presidentskandidaten- stelde enkele jaren geleden met vijftien andere Republikeinen voor de volkerenorganisatie te vragen haar hoofdkwartier elders te vestigen. Paul en een aantal van zijn collega’s zijn zelfs voor opzegging van het VN-lidmaatschap van de VS. „Wat heb je aan een organisatie waaraan wij de grootste bijdrage betalen, maar die zich herhaaldelijk tegen onze belangen keert?” aldus afgevaardigde Charles Norwood.
Een „erg bekrompen standpunt” volgens professor Jackson. „Norwood en zijn collega’s beseffen blijkbaar niet hoezeer de aanwezigheid van het VN-hoofdkwartier op Amerikaanse bodem plus onze enorme bijdrage aan de begroting van de organisatie bijdragen aan onze invloed binnen de VN. Dat zou dramatisch afnemen als de VN zouden vertrekken en als wij minder zouden betalen. Sommige conservatieven denken dat wij best zonder de VN zouden kunnen, maar recente ervaringen hebben geleerd hoezeer Washington de internationale gemeenschap nodig heeft”, meent Jackson.
Die grote Amerikaanse invloed wordt erkend door tal van VN-ambassadeurs die in New York zijn gestationeerd. Een invloed die lijkt te zijn toegenomen sinds secretaris-generaal Ban Ki Moon aan het begin van dit jaar Kofi Annan opvolgde. Kofi Annan uitte zich in de laatste jaren meerdere malen kritisch over het Amerikaanse internationale beleid, met name voor wat betreft de Amerikaanse invasie van Irak. Dit tot grote irritatie van Washington. Maar onder Ban Ki Moon lijken de betrekkingen tussen de VN en de VS weer wat soepeler te worden.
„Die souplesse koopt Ban af door zich bij belangrijke internationale vraagstukken op te stellen achter het Amerikaanse standpunt, in tegenstelling tot Kofi Annan”, aldus Muditha Halliyadde, perschef van de VN-vertegenwoordiging van Sri Lanka in New York. De Chinese VN-diplomaat Kwai Fong meent dat Ban Ki Moon soms lijkt te vergeten dat hij de belangen van alle VN-lidstaten moet behartigen. „Dat kan de controverses binnen dit verdeelde huis versterken.”
Ook sommige mensenrechtenorganisaties zijn niet enthousiast over de gereserveerde, diplomatieke opstelling van Ban Ki Moon. „De nieuwe secretaris-generaal van de VN schijnt niet te beseffen dat hij geen (Zuid-Koreaanse, red.) diplomaat meer is, maar baas van de VN en dat zijn uitspraken dientengevolge politiek gewicht hebben. Daarom zou hij bijvoorbeeld in de kwestie-Darfur veel doortastender kunnen optreden”, meent directeur Kenneth Roth van de organisatie Human Rights Watch.
Die kritiek is niet eerlijk volgens Bans woordvoerster Michelle Montas. „Ban Ki Moon heeft zijn staf en tal van VN-lidstaten de afgelopen maanden duidelijk gemaakt dat hij meer waarde hecht aan resultaten dan aan retoriek. Hij werkt daaraan op zijn eigen vasthoudende doelgerichte en -toegegeven- diplomatieke manier. Daaraan moet zijn functioneren getoetst worden en niet aan kritiek die soms is ingegeven door het feit dat Ban Ki Moon andere prioriteiten benadrukt dan sommige VN-lidstaten”, aldus Montas.