Glossy
Het seizoen is weer begonnen. Na de aangename rust van de zomerperiode ben ik weer bedolven onder prachtig gekleurd, gesealed reclamemateriaal voor cursussen, it-systemen en dergelijke. Te midden van dit reclamemateriaal bevinden zich ook de bladen Mr., Magazine voor juristen, en LS, oftewel: Legal Stuff, een vergelijkbaar blad van een concurrerende uitgever. De vanzelfsprekend op glanspapier gedrukte bladen vergasten de lezer op enkele lichtverteerbare interviews en voor het overige op de successtory’s van vakgenoten die het hebben gemaakt.
Mr. kent sinds enkele maanden ook de zogenaamde peerverkiezing. Deze verkiezing heeft niets te maken met het fruit dat dezer dagen wordt geoogst, maar behelst de verkiezing van de topjurist op een bepaald vakgebied door vakgenoten (peers).Wat een wereld toch, die juristerij! Niets is immers zo heerlijk als zien en gezien worden! Mooie kantoren, zwarte bolides, strakke pakken. Een in alle opzichten perfecte outfit en performance, wie kan zonder?
Iedere branche heeft zijn eigen Mr. en LS. Bladen als deze floreren niet voor niets. Deze tijdschriften zijn (slechts) gericht op ”communityvorming”. Traditionele verbanden zoals kerk, gezin, vereniging en politieke partij vormen geen verbindingsmiddel meer. Mensen groeperen zich niet meer op grond van levensbeschouwelijke overtuiging of politieke voorkeur. Ook inhoudelijke verdieping is niet meer van deze tijd. In de netwerksamenleving wordt door bladen zoals Mr. en LS een alternatief geboden waarin mensen zelf kunnen excelleren of hun het gevoel kan worden gegeven dat zij in ieder geval dicht bij het vuur van het succes zitten. Uit commercieel oogpunt is communityvorming onmisbaar geworden. AH en Shell binden de premiumklant met airmiles. Het RD organiseert Wegwijs en Naar Buiten. Voor de intellectueel geïnteresseerden zijn er debatavonden. Voor wie het misschien wat al te benauwend wordt: Trouw, NRC en de Volkskrant doen hetzelfde voor ander publiek.
Eigenlijk lezen wij niet alleen glossy bladen. In feite leven wij een glossy leven in een glossy wereld. Alles draait om zien en gezien worden. Je telt niet mee als je niet uitblinkt. Gewoon of gemiddeld is saai. Reclame en commercie spelen daarop in, als zij al niet een sleutelrol spelen. Maar wat bevindt zich achter de façade van uiterlijkheden? Is het niet een cultuur van decadentie, een samenleving in verval, alle mooie woorden en goede voornemens op Prinsjesdag ten spijt?
De gereformeerde gezindte is te midden van alle netwerken en community’s niet bepaald een oase is waarin het niet gaat om zien en gezien worden. Ook daar zijn auto(’s), eigen huis(&(interieur en (kinder)kleding zorgvuldig afgestemd op de beoogde of reeds bereikte maatschappelijke positie. Wie maakt zich niet druk over de vraag hoe hij overkomt? Oud ZGG-directeur Nieuwenhuis legde in zijn afscheidsinterview in het RD de vinger bij het in de gereformeerde gezindte (te) grote aanzien voor mensen die het in maatschappelijk opzicht hebben gemaakt. Bijbels gezien heeft hij het gelijk aan zijn kant: Hizkia moest een dure tol betalen voor het tonen van zijn schatten en alles wat er in zijn huis was. Jezus zond de zeventig discipelen uit zonder maaltijd en met één stel kleren. Veel reformatorische christenen -ikzelf incluis- lijken met hun voorkomen te willen uitspreken dat zij de aansluiting met de ’echte’ wereld toch echt niet verloren hebben.
Dat is heel anders bij een gemiddelde evangelicale gemeente. Daar gaat het qua kleding en consumptiepatroon heel wat ’gewoner’ toe. Ook het bewustzijn van de noodzaak van zending en evangelisatie leeft veel sterker. Iedere gemeente financiert zelf de uitzending van vaak meerdere zendingsechtparen of evangelisten. Christenen mogen echt zijn. Een christen hoeft geen ”peer” te zijn. Hij leeft voor zijn Heere. Jezus nodigde tollenaars en zondaars aan zijn tafel, zonder zelf tollenaar of zondaar te zijn. Laten we als christelijke gemeente het tegenbeeld zijn van glossy en niet meegaan in de ratrace van zien en gezien worden. Een kantoorgenoot die ”nergens aan doet” kiepert iedere Mr. en LS ongeopend in de prullenbak. Waarom mis ik toch de moed hetzelfde te doen?
De auteur is advocaat bij KBS advocaten in Utrecht. Reageren aan scribent? gedachtegoed@refdag.nl.