Dat heeft prof. B. Flyvbjerg van de TU Delft geconstateerd. De Deense hoogleraar deed in verschillende landen onderzoek naar de kostenoverschrijdingen bij megaprojecten. In Nederland is de HSL-Zuid daar een voorbeeld van. De kosten van dit project waren volgens Flyvbjerg zelfs 45 procent hoger dan gedacht.„Liegen helpt”, stelt de professor. Het is een strategie om de kosten veel lager in te schatten, zo vergroot je de kans dat het project wordt uitgevoerd. De oplossing is volgens de Deen om de kostenplanning te baseren op projecten van eenzelfde kaliber die al zijn uitgevoerd.

De hoogleraar gaat zich de komende jaren buigen over kostenoverschrijdingen bij grote Nederlandse projecten, maakte de TU Delft gisteren bekend. Het betreft projecten die in de periode na 1979 zijn afgerond en meer dan 100 miljoen euro hebben gekost. Op het programma staan railprojecten, bruggen, tunnels en wegen. Zo worden de Betuweroute, de Martinus Nijhoffbrug bij Zaltbommel, de Haagse Hubertustunnel en de A4 tussen Roelofarendsveen en Hoogmade onderzocht.

De leerstoel van Flyvbjerg wordt gefinancierd door het ministerie van Verkeer en Waterstaat. Over twee tot drie jaar hoopt hij met concrete resultaten te komen over de Nederlandse situatie.