Nederland grote verwoester van oerbos
Zonder dat de consument het weet, dragen de dagelijkse boodschappen bij aan wereldwijde ontbossing. Palmolie en soja zijn als onzichtbare grondstoffen verwerkt in een enorme berg producten. Voor de teelt worden bossen verwoest. Alleen de regering kan ervoor zorgen dat u hier niet ongevraagd aan bijdraagt, betoogt Suzanne Kröger .
De grootste aanjagers van ontbossing zijn niet de traditionele bosbouwproducten als hout en papier. Twee derde van de Nederlandse ontbossing komt door onze vraag naar soja, vlees en palmolie.Erg zichtbaar is dat vaak niet. Palmitaten, soja-lecithine en potassium palm kernelate, de consument moet flink speuren om soja en palmolie op een etiket te herkennen. En op veel van de dagelijkse boodschappen staat zelfs helemaal niet dat deze landbouwproducten erin verwerkt zijn. Zelfs de website van de producent biedt doorgaans geen uitkomst.
Als de consument al weet dat er oerbos verdwijnt voor soja en palmolie, dan kan hij deze grondstoffen bij de dagelijkse aankopen onmogelijk mijden. Palmolie zit als plantaardige olie in bijna 60 procent van de producten in de supermarkt. Soja belandt vooral in veevoer: veel van het vlees op de Nederlandse markt draagt zo bij aan ontbossing.
En het gaat steeds harder. In de afgelopen tien jaar verdween er meer dan 1,5 miljoen hectare bos om aan de Nederlandse vraag naar hout, papier, pulp, soja, vlees en palmolie te voldoen. Dit is een oppervlakte van bijna de helft van Nederland. De ontbossing en bosdegradatie die toe te schrijven zijn aan de Nederlandse import, namen toe met maar liefst 73 procent.
Klimaatprobleem
Jaar in jaar uit worden de bossen in Indonesië en Brazilië in brand gestoken voor de vraag naar goedkope landbouwproducten. De jaarlijks terugkerende bosbranden zijn zo reusachtig dat buurlanden klagen over de zware luchtvervuiling.
De branden verwoesten het leefgebied van bedreigde diersoorten als de orang-oetan en de Sumatraanse neushoorn. Bovendien verergeren ze het klimaatprobleem: ontbossing veroorzaakt maar liefst 20 procent van de wereldwijde uitstoot van broeikasgassen.
Indonesië stoot na de VS en China de meeste broeikasgassen uit. Die enorme uitstoot is voor het overgrote deel toe te schrijven aan de ontbossing. Al in 1991 legde de overheid in het Regeringsstandpunt Tropisch Regenwoud vast de aantasting van bosgebieden te willen voorkomen. Om dit te bereiken zette ze al haar kaarten in op initiatieven vanuit het bedrijfsleven en op de verantwoord consumerende consument.
Bossenbeleid
De overheid vertrouwt op zelfregulering. Maar het is complete waanzin dit van een markt te verwachten die vooral gaat voor de goedkoopste grondstof. Voor de meeste producten op de Nederlandse markt kan het bedrijfsleven na zestien jaar bossenbeleid nog geen enkele garantie geven dat deze oerbosvrij zijn.
Terwijl duizenden hectaren oerbos in Brazilië en Indonesië smeulen, presenteert het kabinet komende week zijn plannen voor het nieuwe regeringsjaar. Dat is dé kans voor de regering om weer regisseur te worden van haar eigen bossenbeleid.
De regering moet garanderen dat onze dagelijkse aankopen oerbosvrij zijn. Anders zien we straks door de boodschappen het bos niet meer.
De auteur is campagneleider bossen bij Greenpeace Nederland.