Nu staat in dat artikel dat discriminatie op grond van godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras of geslacht niet is toegestaan. Van der Ham wil daar „homo- of heteroseksuele gerichtheid" aan toevoegen. Aanleiding is de viering dit weekeinde van het 20-jarig bestaan van het homomonument in Amsterdam.Van der Ham verwijst naar een recent onderzoek van het Sociaal en Cultureel Planbureau waaruit blijkt dat acceptatie van homoseksualiteit nog lang geen gemeengoed is in Nederland. Zelf zegt hij dat de tolerantie de laatste tijd zelfs onder druk staat. Opneming in de grondwet noemt hij een „kroon op de emancipatie" van homoseksuelen.

Vermelding in artikel 1 heeft een voorbeeldfunctie, vindt Van der Ham. Burgers beroepen zich sneller op de grondwet dan op een specifieke wet. Hij verwijst naar de discussie rond de trouwambtenaar. Hieruit bleek volgens hem dat een ambtenaar die weigert homoseksuelen te huwen begrip ontmoet als hij religieuze gronden als excuus gebruikt.

Met opname van een discriminatieverbod in de grondwet zullen dit soort discussies ook evenwichtiger verlopen, denkt Van der Ham. Maar ook een rechter kan er extra belang aan hechten dat dit verbod in de grondwet staat. Hij kan bewijslast dan eerder leggen bij iemand die van discriminatie wordt beticht.