Kleine goed doelen mogelijk in de knel
Het lokale comité voor hulp aan Oost-Europa, de kleine stichting die zich inzet voor een weeshuis in Afrika; ze moeten hun administratie aanpassen aan de nieuwe regels. Als -met name de kleinere- goede doelen de zaken niet snel op orde brengen, dreigt straks een groot deel van hun inkomsten naar de Belastingdienst te gaan, waarschuwt Tom van Baaren .
Doordat veel kleine goededoelenstichtingen hun zaken niet op orde hebben, dreigt vanaf volgend jaar de fiscus de grootste ontvanger te worden van donaties. Duizenden stichtingen moeten hard aan het werk, maar ook de Belastingdienst moet aan de slag.Nederland telt zo’n 30.000 bij de KvK ingeschreven goede doelen. Zo’n 16.000 zijn door de Belastingdienst erkend als ”algemeen nut beogende instellingen” (ANBI-instellingen). Geld dat aan hen wordt geschonken is niet aan belastingheffing onderhevig: de euro blijft een euro.
Maar vanaf 1 januari dreigt de fiscus in vele gevallen de begunstigde te worden van giften, schenkingen en erfenissen; tot maar liefst 68 procent. Bovendien is een gift voor de schenker dan niet meer aftrekbaar. Dat komt door nieuwe eisen waaraan moet worden voldaan om de ANBI-status te behouden.
Eisen
Enkele voorbeelden van de eisen: het moet duidelijk zijn dat een natuurlijk persoon (of rechtspersoon) niet kan beschikken over het vermogen van de instelling als ware het zijn eigen vermogen.
De instelling mag ook niet te ”rijk” zijn, wat inhoudt dat er niet meer vermogen mag worden aangehouden dan redelijkerwijs noodzakelijk is voor de continuïteit van de instelling.
Bovendien moet er een beleidsplan zijn dat inzicht geeft in de werkzaamheden en de werving, het beheer en de besteding van gelden.
De bestuursleden mogen slechts een onkostenvergoeding en een niet-bovenmatig vacatiegeld ontvangen. (Verrichten bestuurders ook werkzaamheden als uitvoerders, dan mogen ze daarvoor wel een ruimere vergoeding ontvangen.)
De kosten van werving en beheer moeten in verhouding staan tot de bestedingen van de ontvangen middelen.
De administratie van de instelling moet zodanig zijn dat daaruit duidelijk blijkt dat aan het voorgaande wordt voldaan.
Checklist
Al met al gaat het niet om onhaalbare of onredelijke eisen, maar wel om zaken die moeten worden geregeld. En daar schort het vooral bij kleine, lokale stichtingen aan.
De grote fondsenwervers, die over professionele staven en externe accountants beschikken, hebben zich al gekwalificeerd. Veel kleinere doelen hebben hun administratie echter niet zodanig op orde dat ze naadloos, als ze er al weet van hebben, aan de rangschikking voldoen die binnenkort vereist is.
ANBI-instellingen die bij de fiscus bekend zijn ontvangen een checklist om ze te waarschuwen voor de komende veranderingen, maar de overige fondswervers moeten er zelf voor zorgen dat ze een beschikking krijgen.
Er zijn bijna 14.000 fondswervende goede doelen in Nederland en zo’n 4000 vermogensfondsen. Heel vaak betreft het hier kleine, al dan niet lokale fondsen met een parttime bestuur en uit vrijwilligers bestaande uitvoeringsorganisatie. De ideële doelstelling en de wens om iedere euro ook daadwerkelijk aan het bestemde doel te laten besteden is hier -zoals het hoort- het belangrijkste, en niet de administratieve organisatie. Het is wrang dat juist hierdoor de beschikking niet wordt verkregen en dat de fiscus de grootste ontvanger van goededoelengiften dreigt te worden.
Aandacht
De huidige voorlichtingsinspanningen van de Belastingdienst zijn lovenswaardig, maar de dienst zal geen beleidsplan schrijven voor de instellingen. En is er geen beleidsplan, dan volgt er ook geen rangschikking. Daarbij komt nog dat het aanvragen van het vereiste fiscaalnummer ook tijd kost.
Er is, kortom, meer (media)aandacht nodig voor de nieuwe regels. Hier ligt ook een taak voor de accountants en andere adviseurs van goededoeleninstellingen. Besef dat anders van iedere ton aan ingezameld geld de overheid er gemiddeld 47.000 euro van incasseert. Met dank aan de gulle gever.
De auteur is belastingspecialist bij Accon avm.