„Bunnies zijn als merk versleten”
KAATSHEUVEL - Op het visitekaartje van de directeur prijkt nog altijd het vertrouwde konijntje. Verder heeft kinderschoenenfabrikant Van Gastel de banden met het diertje finaal doorsneden. „Het knuffelkonijntje moest wel van de schoenen af. Kinderen waren bang dat ze er op school om zouden worden uitgelachen.”
Met een beetje goede wil valt de bedrijfsgeschiedenis van Van Gastel terug te voeren tot 1842, al maakt het bedrijf pas sinds 1953 louter kinderschoenen. De eerste kleuterstappers verlaten de fabriek in Kaatsheuvel onder de naam Beniamino, vernoemd naar de Bijbelse Benjamin.Sjef van Gastel, zoon van een van de oprichters en tevens de huidige directeur, blikt terug: „Mensen waren verbaasd toen ze die hippe modellen zagen, zoiets hadden ze nog nooit gezien. Beniamino’s werden in Kaatsheuvel gemaakt, maar dat geloofde eigenlijk niemand. Ze dachten dat ze rechtstreeks uit Italië kwamen.”
Als in de jaren zeventig plotseling het begrip wijdtemaat in zwang raakt, besluit het bedrijf zich hier met een nieuw merk op te richten: het merk Bunnies is geboren. „Binnen een jaar stortte de markt voor normale kinderschoenen in. Alles moest ineens in breedtematen worden geleverd. De meest gruwelijke verhalen deden de ronde over voetafwijkingen die je kon krijgen wanneer je als kind niet op passend schoeisel had gelopen.”
Van Gastel wil de importantie van wijdtematen niet bagatelliseren, maar de gekte destijds kende volgens hem geen grenzen. „Verkopers van kinderschoenen veranderden in angstaanjagende doktoren met een lange witte jas. Of je als kind je nieuwe schoenen nu mooi vond of niet, dat deed niet langer ter zake. Als de verkoper zei dat ze pasten, was het pleit beslecht.”
Als een van de weinige kinder- en jeugdschoenenfabrikanten levert Van Gastel vandaag de dag nog schoeisel in uiteenlopende wijdtematen. Van Gastel: „Schoenen moeten passen. Zeker voor meisjes blijft de breedte van de voet bepalend. Zij groeien tegenwoordig steeds harder, maar ondertussen worden hun pootjes almaar smaller.”
Ouders die de schappen in de schoenenspeciaalzaak bewust afspeuren naar Bunnies, kunnen zichzelf die moeite besparen: de fabrikant heeft de merknaam dit seizoen definitief afgevoerd. Noch de doos noch de schoenzool vermeldt de naam van het merk dat toch kan worden gezien als de bakermat van het huidige bedrijf. Is Van Gastel niet bang een ijzersterk merk overboord te hebben gezet?
Nee, zegt de directeur resoluut. Het „knuffelkonijntje” móést volgens hem wel verdwijnen. „De merknaam Bunnies werd te veel geassocieerd met peuters in buggy’s. Dat willen jongeren vandaag de dag niet meer. En geloof het of niet: ook voor sommige ouders hebben Bunnies een negatieve associatie. Dat waren die schoenen die ze vroeger als kind verplicht moesten dragen omdat ze zo goed pasten.”
Naast de huidige merken in het topsegment -Twins voor meisjes, Trackstyle voor jongens- lanceerde Van Gastel eind jaren tachtig het merk Brakkies. „Een eenvoudiger schoen tegen een lagere prijs. Brakkies maken we bijvoorbeeld slechts in één breedtemaat. Daar was vraag naar, niet iedereen kon Bunnies betalen.”
Een andere reden voor van Gastel om zijn Brakkies in de markt te zetten, was de wens tot internationale expansie. „Met Bunnies was het moeilijk om naar buiten te treden. Slechts in de Benelux mochten we onder die naam opereren. In alle andere landen heeft filmproducent Warner Brothers exclusieve rechten op die naam met het stripfiguur Bugs Bunny.”
Met Brakkies -en Braqeez voor tieners- trok van Gastel letterlijk de wijde wereld in. In alle windstreken worden de stappers inmiddels verkocht. Zelfs in Amerika kreeg de Brabander voet aan de grond. „In 2001 zouden we daar flink gaan scoren. Onder meer de prestigieuze warenhuisketen Jacobson’s had onze schoenen in de collectie opgenomen.”
Alle seinen stonden op groen, totdat de weerzinwekkende gebeurtenissen op 11 september roet in het eten gooiden. Van Gastel: „Van het ene op het nadere moment stond de economie in de VS volledig stil. Afnemers gingen failliet, orders werden gecanceld. De stemming was zo slecht dat we er onze business moesten opdoeken.”
Hoewel hij zijn waar -ontworpen in Nederland, gefabriceerd in lagelonenlanden- in vele landen slijt, behaalt Van Gastel de bulk van zijn omzet nog altijd in Nederland. Een land met een veeleisende klant, weet de Brabander. „Kinderschoenen moeten hier degelijk zijn en modieus en daarnaast een goede pasvorm hebben. Bovendien moet een kind ze minstens vijf maanden kunnen dragen, zowel naar school, op de camping als in de kerk. Wat dat betreft zijn Belgen volstrekt anders. Die kopen direct drie paar. Geld moet rollen.”