Eenheid kerk: de tijd dringt
Er zou meer gebed moeten zijn om eenheid van de kerk in Nederland, stelt K. van Breugel in aanloop naar de jaarlijkse landelijke gebedsbijeenkomst van het Gereformeerd Appèl zaterdagavond in Amersfoort.
”De tijd dringt”, dat was het indringende thema van de landelijke gebedsbijeenkomst van het Gereformeerd Appèl die op 2 september 2006 in Amersfoort werd gehouden. Vanuit verschillende gezichtspunten mediteerden prof. Kamphuis, ds. de Groot en ds. Van Mulligen over (kerkelijke) eenheid in het licht van de wederkomst van Christus.Inmiddels is er weer een jaar verstreken. De wederkomst is dichterbij dan ooit. Alleen al van deze gedachte gaat een appel uit naar kerken en kerkmensen.
Het is de Schrift zelf die ons aanspoort om ernst te maken met de eenheid van de kerk. Zijn kerk. Dat de Schrift mensen daadwerkelijk in beweging zet, ook als het om kerkelijke eenheid gaat, hebben wij het afgelopen jaar herhaaldelijk mogen zien. Zo werd uitvoerig aandacht besteed aan de breuk die veertig jaar geleden aanleiding gaf tot het ontstaan van de Nederlands Gereformeerde Kerken. Dit feit is aangegrepen om mensen op te roepen tot verootmoediging. Inmiddels wordt op steeds meer plaatsen de weg van verootmoediging gezocht.
Eerste contacten werden gelegd, verkennende gesprekken werden gevoerd en bestaande contacten werden uitgebouwd. Het aantal plaatsen waar dit gebeurt is door ds. L. G. Compagnie, redacteur van het Nederlands gereformeerde jaarboek, zelfs „verrassend groot” genoemd. Volgens het Informatieboekje 2007 van de Nederlands Gereformeerde Kerken onderhoudt 53 procent van deze kerken contact met de Gereformeerde Kerken Vrijgemaakt. Bijna 40 procent van de Nederlands gereformeerde kerken heeft contact met de Christelijke Gereformeerde Kerken. Dat percentage viel ds. Compagnie wat tegen. Daar staat tegenover dat die samenwerking plaatselijk erg verschillend is. Op enkele plaatsen gaat de samenwerking heel ver. Op andere plaatsen ziet men geen ruimte om het gesprek aan te gaan.
Gezonden
Het Gereformeerd Appèl, opgericht in 1992, is een gebedsbeweging en geen organisatie die blauwdrukken ontwerpt voor kerkelijke eenheid. Het wil mensen aansporen tot gebed om eenheid. Gebed om dat wat de kerk in wezen is: één. Gebed voor deputaatschappen, commissies en kerkenraden, die zich inspannen om elkaar te zoeken. Niet in de eerste plaats omdat men zich tot de ander aangetrokken voelt, maar omdat men zich tot de ander gezonden weet. Eén Heere, één geloof, één doop.
In de Doorgeefbrief, het orgaan van het Gereformeerd Appèl, mediteerde wijlen ds. J. H. Velema in 2004 over het geheim van echte eenheid. „Dit is nu het geheim van echte eenheid. Iedere gelovige staat in relatie met Hem. En alle gelovigen samen vormen een onverbreekbare gemeenschap met elkaar door Hem, en daaruit moet elke vorm van verdeeldheid zijn gebannen. (…) Die eenheid is geen formule, geen lippentaal; geen etiket om mee te pronken, maar die eenheid is een existentiële, levende, geestelijke, bevindelijke realiteit.”
Een oproep tot gebed voor eenheid is dan ook in de eerste plaats een oproep tot gebed om gemeenschap met Christus en om de doorwerking van de Heilige Geest, die ons vanuit de gemeenschap met Christus ook de gemeenschap met elkaar doet zoeken.
Daniël
God is een hoorder van gebeden. Wie beaamt dit niet? Zou Hij dan ook het gebed om eenheid niet (ver)horen? Toch blijken wij ’verrast’ als op veel plaatsen een hoopvol begin van eenheid wordt waargenomen. Hadden wij dan met verhoring van ons bidden om eenheid in het geheel niet meer gerekend?
In de Bijbel lezen wij hoe Daniël getroffen wordt door een profetenwoord dat spreekt van een spoedig einde van de ballingschap. Hij zal er waarschijnlijk vaak om hebben gebeden. Opeens gaan zijn ogen open voor dit woord. Hij wordt erdoor verrast. En hij weet het meteen zeker: dit gaat gebeuren!
Wij lezen echter niet dat Daniël zich hierover bijzonder verheugt. Evenmin is sprake van een afwachtende houding: ’t is beloofd, dus waar zal ik mij nu nog voor inspannen. Hij doet iets anders. Daniël gaat in gebed. Deze toekomst, dit vooruitzicht, ben ik niet waard! Hij verootmoedigt zich en belijdt schuld. De belofte, waarvan de vervulling vaststaat, zet Daniël aan tot gebed.
Jezus zegt: „…het zal worden één kudde, één Herder.” Nu zal deze kudde wellicht flanken hebben. Een voor- en achterhoede zullen er ook altijd wel zijn. Maar het is één kudde, één lichaam, en niemand kan zeggen dat hij de ander niet nodig heeft. Is dit niet het geweldige perspectief van de kerk? De toekomst is zeker.
Niet twijfelen
En wij? Als wij over de belofte van deze ene kudde horen en wij zien dan op de gebrokenheid van de kerk, zal deze belofte ons dan ook niet brengen tot verootmoediging en schuldbelijdenis? Evenmin als Daniël twijfelde aan de vervulling van de belofte -het was Gods werk- hoeven wij te twijfelen aan de eenheid van de kerk, die dwars door alle gebrokenheid heen zijn vervulling zal krijgen: het is Gods werk. Het Gereformeerd Appèl wekt allen die het aangaat op om met deze belofte biddend werkzaam te zijn. Hij kan verrassende dingen doen. De tijd dringt!
voetnoot (u17(De auteur is lid van de landelijke werkgroep Gereformeerd Appèl, een beweging die wil stimuleren tot het gebed voor eenheid onder christenen. Het Gereformeerd Appèl is een actie van gemeenteleden uit de Gereformeerde Kerken Vrijgemaakt, de Nederlands Gereformeerde Kerken en de Christelijke Gereformeerde Kerken.