In een blindentuin groeien allerlei geurplanten
Een tuin is vaak een lust voor het oog. Door ze te zien kun je genieten van al die mooie bloemen in prachtige kleuren. Wat betekent een tuin voor wie niet kan zien en daardoor de combinatie van vormen en kleuren mist?
Wanneer iemand kleurenblind is, valt de waardering voor kleursamenstelling al weg. Voor wie helemaal niet kan zien, is een tuin niets anders dan een ruimte waar planten en bomen groeien die je kunt voelen en soms ook kunt ruiken. Een blindentuin is daarom gericht op andere zintuigen dan de ogen: het gaat daarin om het waarnemen met reuk- en tastzin. Wie niet van tuinieren houdt, kan toch de aanleg en beplanting van een smaakvol ingerichte tuin wel waarderen. Loop op een zachte windstille dag eens met gesloten ogen door de tuin en je zult versteld staan wat je allemaal kunt ruiken.Ruiken en voelen
In een blindentuin groeien allerlei geurplanten. Welke delen van de plant geuren is minder belangrijk, maar veel planten zijn aan hun geur te herkennen. Soms is even aanraken nodig om de reukstof los te maken, maar dat betekent dan tevens dat je voelt of de plant gladde of behaarde blaadjes heeft. Wie door een niet-bloeiende kruidentuin wandelt, merkt weinig van geur, maar pluk je een paar takjes of blaadjes af, dan is direct duidelijk om welke plant het gaat. Haal maar een onkruidplantje tussen de afrikaantjes weg: lange tijd is te ruiken wat je gedaan hebt.
Een blindentuin is dan ook in de eerste plaats een geurtuin. Zoals je op een zwoele avond kunt genieten van de heerlijke lucht die afkomstig is van de weinig opvallende bloemen van de wilde kamperfoelie, zo herkent een blinde planten aan hun geur. Ook voor wie wel kan zien, geeft geur iets extra’s aan een plant. Bij blinden zijn gehoor, reuk- en tastzin vaak beter ontwikkeld, althans, zij werken er meer mee dan mensen die kunnen zien.
Een goede blindentuin heeft een geleiderail -een soort leuning- die blinden langs de planten voert en borden ter hoogte van de handen waarop in braille de naam van de plant en enige nadere informatie staan. Soms staan er praatpalen, die bij een druk op een knopje informatie over de planten geven. Blinden die ook doof zijn hebben hier niets aan, daarom moet er ook altijd informatie in braille aanwezig zijn. Een blindentuin hoeft niet groot te zijn, als hij maar enigszins omsloten is, zodat de geur niet verwaait en er gelegenheid is om te zitten, zodat je de geuren op je in kunt laten werken.
Vogels
Het gehoor is voor een blinde een belangrijk zintuig. Daar is in een blindentuin rekening mee gehouden door beplanting op te nemen die zangvogels lokt. Zo wordt de tuin een ontmoetingsplaats met de natuur, waar de bladeren van de bomen ruisen, de bloemen en planten hun geur afgeven en vogels zingen. De tuin behoeft er voor het oog niet fraai uit te zien, als hij maar tegemoetkomt aan de wensen van visueel gehandicapten. Toch wil dat niet zeggen dat een blindentuin niet aantrekkelijk is voor bezoekers die wel kunnen zien. Bij plantkeus en aanleg is duidelijk rekening gehouden met wensen van blinden. Daar kun je zelf voor een groot deel achterkomen door met de ogen dicht door de tuin te wandelen en te gaan zitten, waar te nemen met gesloten ogen. Wie dit een poosje volhoudt, zal merken dat hij op andere dingen gaat letten.
Echte blindentuinen zijn er in Nederland nauwelijks te vinden. Allerlei initiatieven zijn na enkele jaren verwaterd. In Hilversum en Utrecht waren blindentuinen in stadsparken aangelegd, maar die zijn, net als in andere plaatsen, vanwege gebrek aan belangstelling weer verdwenen. Momenteel is er een blindentuin in het park De Egmonderhout in Alkmaar. De Zuiderparken in Den Haag en Rotterdam zouden ook over zo’n tuin beschikken.
Over de grenzen zijn er grote blindentuinen in Beersel (gem. Huizingen), ten zuiden van Brussel, en in Radeberg, bij Dresden, ligt das Storchennest (ooievaarsnest), met meer dan duizend plantensoorten. Bij het opvragen van informatie bij Bartiméus en De Ooglijn zei men dat de vraag naar blindentuinen zo weinig gesteld wordt, dat zij niet over gegevens beschikken. De botanische tuin in de Uithof in Utrecht heeft een goede informatieroute voor blinden en in het Von Gimborn Arboretum in Doorn is er een bomenpad met informatiezuilen waarop teksten in braille staan.