Speurtocht naar fuiken op het Ijsselmeer
URK - Controleren van beroepsvissers doet het visstroperijteam IJsselmeer vrijwel niet. Speuren naar illegale visfuiken wel. Dat is niet eenvoudig, blijkt na een dag meevaren met het team. „Het is zoeken naar een speld in een hooiberg.”
De zon breekt door het wolkendek heen als de boot van het visstroperijteam uit Urk vertrekt. „Jammer genoeg hebben we niet altijd dit weer”, vertelt coördinator Michel Ros. „Vissers zijn het hele jaar actief, dus wij ook. Met name ’s winters, ’s nachts en als het stortregent is ons werk geen pretje.”De mannen voeren gisteren uit om te dreggen naar illegale schietfuiken die vissers gebruiken voor de palingvangst. Besloten is om als eerste de Richel aan te doen. Deze locatie is niet helemaal willekeurig, vertelt Ros. „Het is een uitstekende visstek. Bovendien heeft een helikopter de afgelopen dagen al boven het IJsselmeer gevlogen om te kijken waar vissers actief zijn.”
Het visstroperijteam, dat bestaat uit leden van de Algemene Inspectiedienst (AID), KLPD en provincie Flevoland, werd begin vorig jaar opgericht na inkrimping van de visserij op het IJsselmeer. Minder beroepsvisserij zou kunnen leiden tot een toename van stroperij en illegale visserij, vreesde het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. Vanaf april dit jaar is het team actief in de huidige opzet.
Als Urk uit het zicht is, geeft de stuurman gas bij. Schuim spat op als de boot zich met een snelheid van 45 kilometer per uur een weg door de golven baant. „Zwartstropers”, roept controleur Jan Dirk Pater plotseling als hij links een groep aalscholvers ziet. De zwarte vogel neemt in aantal toe en is een grote bedreiging voor de visstand in het IJsselmeer. „Helaas kunnen we er niets tegen doen, de dieren zijn beschermd.”
Eenmaal bij de Richel aangekomen, blijkt dat een schipper daar bezig is om zijn fuiken uit te zetten. De controleurs willen hem niet storen en varen verder richting Enkhuizen. Ros wijst op grote zwarte vlaggen die rechtop in het meer drijven. „Dat zijn jonen, een signaleringsvlag van vissers om aan te geven dat daar een fuik zit. Gelukkig kunnen we er gewoon overheen varen.”
Op een plek met veel jonen gooit Ros de dreg uit, een ijzeren staaf met haken die vastzit aan een lange lijn. „Het is een koud kunstje voor een visser om naast een legale fuik een illegale te plaatsen zonder joon. Door middel van deze dreg, die over de grond sleept, proberen we zo’n visnet op te sporen.”
Na ruim een ochtend dreggen zonder resultaat besluit het team op zoek te gaan naar een andere stek. Ros: „Het IJsselmeer is bijna even groot als Flevoland zelf. Een enorme bak met water dus. Het is zoeken naar een speld in een hooiberg. Daarom controleren we deze zomer maar een á twee keer op deze manier. Met dreggen langs de wal is de pakkans groter. Maar door niets doen, weet je zeker dat je niets vangt.”
Onderweg haalt het team een fuik binnen om te controleren of deze is gemerkt. Dat geeft aan of een visser een vergunning voor de fuik heeft. Met vereende krachten trekken de controleurs de 15 meter lange netten uit het water. Ros: „De fuik is net gezet, dus hij is gelukkig nog niet zo zwaar.”
Bij het onderste gedeelte van de fuik zit een groen merk met een nummer erop. Was dit niet het geval, dan wordt het vistuig in beslag gekomen, vertelt controleur Ros. „Soms halen we wel dertig fuiken binnen. Daar ben je wel een paar uur zoet mee. Helaas kom je in dit werk zelden achter de dader. Of je moet iemand op heterdaad betrappen, maar dat gebeurt bijna nooit.”
Na het middaguur vaart het team langs de kotter van IJsselmeervisser Sjaak Bakker uit Den Oever, een bekende van Ros. Samen met zijn compagnon Rotgans is Bakker bezig met het leeghalen van een walfuik van 15 meter. Hij heeft een goede vangst. „Bijna 40 pond paling, een aantal krabben en wat bot. Paling kan zo’n 8 euro per pond opbrengen, dus dat tikt lekker aan.”
Over de controles van het stroperijteam is Bakker te spreken. „Ik merk niet dat illegale stroperij toeneemt na de saneringsregeling, maar controleren kan geen kwaad. Zelfs rondvaren is al genoeg. Als je de AID nooit ziet, kan iedereen zijn eigen gang gaan.”
Aan eind van de middag keert het team terug naar Urk. Illegale fuiken zijn niet gevonden, maar Ros is optimistisch. „Niets vinden is ook een resultaat. Het kan aangeven dat het met de visserij op het IJsselmeer gewoon goed gaat.”