Binnenland

Bestuurders goede doelen niet brandschoon

ROTTERDAM - Van bestuurders van stichtingen met een goed doel heeft 5 procent een strafblad. Dat blijkt uit onderzoek van bureau Intraval in opdracht van het ministerie van Justitie.

Binnenlandredactie
29 August 2007 11:27Gewijzigd op 14 November 2020 05:03Leestijd 3 minuten

Nederland telt ongeveer 50.000 bestuurders van stichtingen die een goed doel nastreven. Dat betekent dat naar schatting 2500 van hen een strafblad hebben. Onbekend is om wie het gaat en welke instellingen ze besturen. Intraval noemt geen namen.De bestuurders hebben zich in het verleden schuldig gemaakt aan drugsgebruik, geweld, fraude of diefstal. Minder ernstige delicten zijn niet meegenomen.

Het onderzoek werd ingesteld op last van minister Hirsch Ballin van Justitie. De aanleiding was de verdenking van drie islamitische organisaties die geld inzamelden voor terroristische activiteiten.

Volgens onderzoeker drs. Bert Bieleman toont het onderzoek aan dat instellingen die een goed doel nastreven, kwetsbaar zijn voor criminaliteit. Het toezicht door de overheid is uiterst beperkt en de stichtingen hebben geen plicht tot publicatie van jaarverslagen. „Er is weliswaar sprake van enige zelfregulering, maar vooral grotere fondsen zijn aangesloten bij organisaties als het Centraal Bureau Fondsenwerving”, aldus Bieleman.

Minister Hirsch Ballin heeft het onderzoek recent naar de Tweede Kamer gestuurd. Volgens de bewindsman is het aantal bestuurders met een crimineel verleden „gering.” Directeur Stefan Peij van de Governance University reageert niettemin „verbaasd” op de uitkomsten. „Bij goede doelen gaat het om vertrouwen. Het is slecht voor het imago als blijkt dat er iets mis is met de integriteit van bestuurders.”

Peij, gespecialiseerd in bestuursstructuren van organisaties, bepleit een betrouwbaarheidstoets voor bestuursleden. „De Nederlandsche Bank heeft zo’n instrument ontwikkeld voor de financiële wereld. In een tijd waarin mores niet meer vanzelfsprekend zijn, is zo’n instrument onmisbaar.”

Bij het benoemen van bestuursleden kunnen charitatieve stichtingen nooit open en transparant genoeg zijn, vindt directeur ir. Jan Lock van Woord en Daad. „Wij krijgen geld van anderen voor anderen. We willen daar op alle mogelijke manieren zorgvuldig mee omgaan.”

Woord en Daad hanteert bij de benoeming van bestuursleden een open systeem, aldus Lock. „Van elk bestuurslid is een profiel opgesteld, dat we ter hand nemen zodra er een vacature ontstaat. Vervolgens starten we de sollicitatieprocedure met een advertentie. Een selectiecommissie zaagt kandidaten door en doet een aanbeveling aan het bestuur. Ook is er de mogelijkheid referenties na te trekken.”

Woord en Daad vraagt sollicitanten niet om een verklaring van goed gedrag. „Dat hebben we nooit overwogen. Het is niet nodig. Onze procedure heeft voldoende cheques and balances.”

Of andere instellingen in de gereformeerde gezindte op een soortgelijke manier bestuursleden aantrekken, weet Lock niet. „Als ik op mijn intuïtie a ga, dan denk ik dat stichtingen vrij gesloten te werk gaan. Daarmee stellen zij zich kwetsbaar op. Als kennissen kennissen benoemen, ontstaat het risico dat mensen elkaar te weinig kritisch volgen.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer