Cultuur & boeken

Kofi Annan. Zijn leven, zijn werk

„Kofi Annan en de Nederlanders hebben elkaar altijd gelegen”, schrijft Paul Janssen in een kleine biografie over de vorige VN-topman. De toegevoegde waarde van dit boek zit dan ook in de beschrijving van Annan en Nederland.

29 August 2007 10:26Gewijzigd op 14 November 2020 05:03

Het boek ”Kofi Annan. Zijn leven, zijn werk” lijkt in veel opzichten een verkorte versie van ”Kofi Annan. Een leven in het teken van vrede” van Stanley Meisler (besproken op 31 januari). Zelfs de foto op het omslag is min of meer dezelfde. Voor Janssen was het waarschijnlijk beter geweest als zijn boek een (half) jaar eerder was verschenen. Dat zou ruimschoots voor Annans vertrek bij de Verenigde Naties op 1 januari zijn geweest.Janssen schrijft dat er tussen koningin Beatrix en de Ghanese topdiplomaat een warme vriendschap bestaat. Die staat ook niet los van wijlen prins Claus, wiens hart sterk uitging naar de ontwikkeling van Afrika.

In een tv-gesprek over Beatrix noemde Annan haar eens „heel open, heel warm en ook heel wijs.” Hij was gewend tijdens bezoeken aan Nederland op het paleis te logeren. Het hoeft daarom geen verrassing te zijn dat hij in april vorig jaar van premier Balkenende het Grootkruis in de Orde van de Nederlandse Leeuw kreeg opgespeld.

Niet alle ervaringen met Nederlanders waren werkelijk goed. Annan schoof in 1999 persoonlijk oud-premier Ruud Lubbers naar voren om hoge commissaris van de VN-vluchtelingenorganisatie te worden. Het was duidelijk dat de officiële Nederlandse kandidaat, minister Jan Pronk, op te veel kritiek stuitte.

Jarenlang functioneerde Lubbers goed. Hij deed het werk gratis en met tomeloze inzet. In 2004 werd echter een klacht vanwege seksuele intimidatie tegen hem ingediend. Na interne onderzoeken liet Annan hem zitten en gaf hem ook geen reprimande. Toen in februari 2005 het rapport echter uitlekte, moest Lubbers „in het belang van de organisatie” toch nog opkrassen.

Janssens beschrijving van deze episode is buitengewoon merkwaardig. Hij citeert uit een interview met Lubbers’ echtgenote Ria: „Mensen zijn gewoon niet meer gewend dat je elkaar aankijkt als je contact maakt, of een vriendelijk gebaar maakt. Vrouwen denken al snel: die wil wat van me.”

Wellicht heeft mevrouw Lubbers gelijk. Maar in dit geval is toch wel meer te zeggen. In het kielzog van deze affaire is wel zo veel gepubliceerd over Lubbers’ verleden, dat de indruk bestaat dat zijn gedrag op seksueel vlak -ook op het Binnenhof- niet altijd voorbeeldig was. In Janssens beschrijving lijkt het er veel op dat Lubbers het slachtoffer werd van Amerikaanse aanstellerij.

Jan Pronk is intussen toch benoemd op een hoge VN-post, namelijk die van speciale gezant voor Soedan. In oktober 2006 maakt hij het volgens de Sudanese regering te bont op zijn weblog, zodat deze niet meer met hem wil praten. Zo raakt Annan zijn tweede Nederlander op een hoge post kwijt.

Janssen noemt Annan de „beste secretaris-generaal die de VN ooit gekend” heeft. Want hij stelde „de mens en het menswaardige bestaan boven de (nationale, EvV) soevereiniteit.” Dwars door het boek heen blijkt de sympathie van de schrijver voor Annan. Voor wie meer wil weten over zijn jeugd in Ghana, zijn studie in de Verenigde Staten en zijn carrière bij de VN, is het een aardig boekje. Maar een biografie vraagt toch net iets meer afstand en kritische beschouwing.

N.a.v. ”Kofi Annan. Zijn leven, zijn werk”, door Paul Janssen; uitg. TM Publishers, Amsterdam, 2007; ISBN 978 90 499 0039 7; 192 blz.; € 14,90.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer